Open access elektronen- en röntgenmicroscopen voor duurzaamheidsonderzoek vier jaar verlengd
Een team onder leiding van Oliver Plümper van de Universiteit Utrecht haalde €14,5 miljoen binnen voor het EXCITE netwerk. Dankzij deze financiering kunnen onderzoekers wereldwijd kosteloos gebruik maken van geavanceerde elektronen- en röntgenmicroscopiefaciliteiten.
Microscopie bevindt zich in het epicentrum van veel van de meest urgente problemen van onze planeet.
Microscopie voor duurzaamheid
Op het moment zijn de microscopiefaciliteiten van het EXCITE netwerk beschikbaar voor aardwetenschappers. Nu deze nieuwe financiering rond is, zullen de instrumenten vanaf april 2024 beschikbaar zijn voor alle onderzoekers die werken aan duurzaamheidskwesties, zoals nano- en milieuwetenschappers.
"Microscopie bevindt zich in het epicentrum van veel van de meest urgente problemen van onze planeet," zegt Oliver Plümper. Hij is blij met de nieuwe financiering voor EXCITE². "Het stelt ons in staat om de ingewikkelde details van aardse materialen te onderzoeken en te begrijpen hoe minuscule materiaalprocessen belangrijke aspecten bepalen, zoals de effectiviteit van duurzame ondergrondse energieopslag, milieuverontreinigende stoffen of zelfs de algenbloei in ijskernen die het smelten van ijskappen kan beïnvloeden."
De behoefte aan toegankelijke, geavanceerde microscopie binnen onze gemeenschap is onmiskenbaar groot.
Onmiskenbaar grote behoefte
Het EXCITE netwerk nam onlangs deel aan de Goldschmidt conferentie, een van de belangrijkste geochemische conferenties. Plümper vertelt: "De belangstelling die EXCITE genereerde was ongelooflijk lonend. De behoefte aan toegankelijke, geavanceerde microscopie binnen onze gemeenschap is onmiskenbaar groot."
"De eer voor deze prestatie gaat naar een buitengewone samenwerking, niet alleen binnen de Universiteit Utrecht, maar over al onze partners heen," voegt projectmanager Geertje ter Maat toe. "Ik kan dit alleen maar bevestigen en ik ben zeer vereerd dat ik het EXCITE² Netwerk mag leiden, want de juichende reacties vanuit de onderzoeksgemeenschap zijn meer dan hartverwarmend", besluit Plümper.