Is cognitieve gedragstherapie voor angstgerelateerde stoornissen effectief op langere termijn?

Een op de tien mensen krijgt op enig moment te maken met een angstgerelateerde stoornis. Dit kan het dagelijks functioneren ernstig en vaak chronisch belemmeren. Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de aanbevolen, en veel gebruikte, behandeling en wordt door verzekeraars vergoed. Er is alleen nog weinig bekend over de lange termijn effectiviteit van deze therapie. Promovenda Evi-Anne van Dis van de Universiteit Utrecht deed samen met collega’s uit Utrecht en Amsterdam (VU, VUmc en AMC) door middel van een meta-analyse onderzoek naar het langetermijneffect van CGT en bracht voor het eerst systematisch in kaart wat het terugvalpercentage is voor angstgerelateerde stoornissen. Hun bevindingen zijn zojuist verschenen in het gerenommeerde tijdschrift JAMA Psychiatry

Van Dis keek naar studies waarin CGT werd toegepast op mensen met angststoornissen (zoals paniekstoornis), met PTSS of die leden aan een obsessieve compulsieve stoornis (OCS, ofwel: dwangstoornis). “In de studies werd CGT vergeleken met controlegroepen, dus met mensen die bijvoorbeeld placebomedicatie kregen of op een wachtlijst stonden. Wij bekeken gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek naar CGT met een follow-up van ten minste één maand na afloop van behandeling.”

Slechts enkele studies rapporteerden terugvalpercentages

Gebrek aan studies

Het verraste de Utrechtse onderzoeker dat er maar weinig studies zijn die de effectiviteit van deze veelvoorkomende therapie op de lange termijn hebben onderzocht. Daarnaast viel op dat slechts enkele studies terugvalpercentages rapporteerden. “Tót een jaar na behandelen zijn er nog wel onderzoeken te vinden. Maar het aantal gecontroleerde onderzoeken dat zich toelegt op de effectiviteit van CGT een jaar na de behandeling, is minimaal.”

Een jaar na behandeling

Op basis van 69 geïncludeerde studies blijkt CGT over het algemeen wel te werken tot een jaar na de behandeling. “Al zijn het geen verbluffende resultaten,” voegt Van Dis eraan toe. Bij langere follow-ups waren de resultaten nog steeds significant voor bepaalde (maar niet alle) angststoornissen en PTSS. Voor OCS was het langetermijneffect van CGT door gebrek aan voldoende gecontroleerde studies eenvoudigweg niet vast te stellen. Van Dis: “Hoewel onze meta-analyse laat zien dat CGT gemiddeld genomen tot een jaar na afloop van behandeling lijkt te werken, blijft er onduidelijkheid over terugvalpercentages en de effectiviteit op de langere termijn. Er is dus meer onderzoek nodig met follow-ups van langer dan een jaar, waarbij ook terugvalpercentages worden gerapporteerd.”