"Geen morele redenen om tijdslimiet bij embryo-onderzoek niet te verdubbelen"

Medisch-ethicus Annelien Bredenoord pleit voor andere regels

In landen waar embryo-onderzoek toegestaan is, bestaan ‘geen onweerlegbare, morele argumenten’ om de onderzoekslimiet op embryo’s niet te verdubbelen naar 28 dagen. Dat schrijven medisch-ethici Annelien Bredenoord en John Appleby in het tijdschrift EMBO Molecular Medicine.

Op dit moment is onderzoek op embryo’s alleen toegestaan tijdens de eerste veertien dagen na bevruchting in het lab. Maar Annelien Bredenoord, hoogleraar Ethiek van Biomedische Innovatie, en John Appleby van de Britse Lancaster University betogen dat die regel niet langer adequaat is voor de huidige wetenschappelijke ontwikkelingen.

"De 14 dagen-regel was een zeer succesvol voorbeeld van internationale wetenschapsregelgeving, maar we moeten daar niet te dogmatisch mee omgaan nu blijkt dat er zowel wetenschappelijke als ethische redenen zijn om die regel te veranderen”, schrijven ze.

Tot voor kort slaagden wetenschappers er niet in om een buiten het menselijk lichaam gekweekte embryo twee weken in leven te houden. Maar dat is veranderd. Bredenoord: "Er zijn zowel wetenschappelijke als ethische redenen om de 14 dagen-regel te veranderen naar bijvoorbeeld een 28 dagen-regel. Dat zou onderzoekers bijvoorbeeld de kans geven om meer te kennis op de doen over de ontwikkelingsprocessen die plaatsvinden in een embryo."

Synthetische embryo's kunnen uitkomst bieden voor onvruchtbare mensen die geen gebruik willen maken van een eicel- of spermadonor

Dit kan helpen bij het verbeteren van huidige ivf-procedures en kan artsen meer informatie geven over de oorzaken van miskramen. Een andere reden voor het pleidooi tot verdubbelen van de tijdslimiet is de opkomst van baanbrekend stamcelonderzoek met zogeheten organoïden (miniatuurmodellen van menselijke organen) en synthetische embryo’s. Synthetische embryo’s worden in het lab gecultiveerd uit menselijke stamcellen. Hoewel deze embryo’s zich nog niet volledig kunnen ontwikkelen, wordt dat in de toekomst wellicht wel mogelijk.

Synthetische embryo's

"Synthetische embryo’s kunnen nuttig zijn omwille van het creëren van een onbeperkt aantal onderzoeksembryo’s – hetgeen uiteraard weer ethische vragen met zich meebrengt. Daarnaast kan het een uitkomst bieden voor onvruchtbare mensen die kinderen willen zonder gebruik te maken van een sperma- of eiceldonor”, aldus Annelien Bredenoord.

Door de toegestane onderzoeksperiode te verdubbelen kan ook het onderzoek naar organoïden naar een volgend plan getild worden. Een organoïde is een stamcel die in een 3D-structuur wordt opgekweekt tot bijvoorbeeld een oog, nier, lever of darm. Appleby: “Die kunnen niet alleen gebruikt worden voor de ontwikkeling van organen, maar ook voor de ontwikkeling van gepersonaliseerde medicijnen.”

Onderzoek naar embryo’s en organoïden kan zelfs gecombineerd worden. Organoïden kunnen bijvoorbeeld helpen bij de implementatie van embryo’s. Het biedt in potentie ook voordelen voor koppels van hetzelfde geslacht met een kinderwens, die in de toekomst mogelijk genetisch gerelateerde kinderen kunnen krijgen – opgekweekt van hun eigen stamcellen.

Geen zintuiglijke systemen

Bredenoord en Appleby benadrukken dat zowel restembryo uit ivf-behandelingen als onderzoeksembryo’s veelal niet in aanmerking komen om uit te groeien tot mensen. Het maakt hierbij niet uit of een embryo 14 of 28 dagen oud is.

"Daarbij is het in beide beide gevallen onmogelijk voor het embryo om pijn te lijden en ze hebben ook nog geen enkel waarnemingsvermogen, omdat het geen functionerend neurale verbindingen of zintuiglijke systemen heeft.”

Voordat tot mogelijke wijziging van de regels binnen de reproductieve wetenschap wordt overgegaan, pleiten de onderzoekers voor een uitgebreide discussie met het publiek en een multidisciplinaire groep experts.