“Empathische computer kan kloof tussen mensen verkleinen”

Als een computer leert om menselijke emoties beter te begrijpen, kan-ie op zijn beurt de mens leren om meer empathisch te zijn en begrip te hebben voor ‘de ander’. Een einde aan eenzaamheid, uitsluiting en andere ellende? In zijn inaugurele rede schetste hoogleraar Egon van den Broek een toekomst waarin ‘gevoelige machines’ de mens nader tot elkaar kan brengen.

Portret van hoogleraar Egon van den Broek

In zijn kamer hangt een ietwat vergeeld krantenartikel over de mogelijkheden van affective computing: intelligente apparaten zoals smartphones en slimme horloges die menselijke biosignalen zoals hartslag, temperatuurschommelingen en zweetniveau kunnen meten en daaruit opmaken hoe iemand zich voelt. ‘Zin in een biertje? Je vrienden weten het al’, luidt de kop van het interview met wetenschapper Egon van den Broek, destijds werkzaam bij TNO en de Universiteit Twente.

Het artikel stamt uit 2013. Van den Broek zegt erin te verwachten dat het “nog wel een jaar of tien kan duren” voordat computers die de emoties van hun eigenaar herkennen beschikbaar zijn voor de consumentenmarkt. Zijn we inmiddels al zover? “Nee”, is de conclusie van de hoogleraar Data-Driven Interaction enkele weken na zijn inaugurele rede. En – spoiler alert – hij verwacht de komende jaren ook geen grote doorbraak.

AI kan je maatje worden

Dat wil echter niet zeggen dat er geen ontwikkelingen in zijn vakgebied zijn. Dankzij de mogelijkheid om met kunstmatige intelligentie machines te trainen met grote hoeveelheden data, volgen de ontdekkingen elkaar juist in hoog tempo op. Zo maakt AI het mogelijk om – beter en heel veel sneller dan de mens - bevolkingsonderzoek te doen naar ziektes op een vele grotere schaal. Ook kan AI een elektrocardiogram, een hartfilmpje, direct analyseren, diagnosticeren en deze diagnose zelfs uitleggen. Niet alleen wanneer we in een ziekenhuisbed liggen, maar ook thuis of op het werk. En AI kan ook je maatje worden, wanneer je eenzaam of bang bent, betoogt Van den Broek.

In zijn oratie, met de titel ‘Gevoelige machines’, schetste de hoogleraar een toekomst waarbij slimme apparaten niet alleen de emotionele toestand van mensen kunnen meten en interpreteren, maar ook een gepaste reactie geven. “Een empathische machine kan op een emotie reageren, reflecteren of de emotie uitleggen. Stel je voor dat er een installatie is die het echt invoelbaar maakt wat de consequenties zijn van klimaatverandering, van hongersnood, van oorlog? Als je de angst invoelbaar kunt maken, dan komt dat binnen, dat raakt je. Zo zou AI mensen kunnen coachen om meer empathisch te zijn.”

‘We moeten precies begrijpen hoe de mens werkt, dit wiskundig modelleren en combineren met big data’

Egon van den Broek, hoogleraar Data-drive Interaction

De crux, en de kern van het onderzoek van Van den Broek, is dat computers beter verbinding moeten maken met de mens. “Daarvoor moeten we preciezer begrijpen hoe de mens werkt, hoe een individu denkt, voelt en beleeft. Dat moeten we vervolgens wiskundig kunnen modelleren en dit combineren met big data om zo efficiënte en effectieve AI te ontwikkelen én we moeten nadenken over de interactie tussen AI en mensen. Is dat zoals bij mensen onderling, of anders? Daar ligt een grote uitdaging, maar het kan wel.”

Adequaat reageren

Op dat vlak maakt het onderzoeksteam van Van den Broek nu kleine stapjes, door met onder anderen fysiologen, psychologen, medici, robotici, electrotechnici, natuurkundigen en wiskundigen te modelleren wat gepast gedrag is. “Wanneer zeg je iets, wanneer niet en als je wat zegt, wat zeg je dan en wat voor gezicht trek je daarbij? Een computer kan al emoties in gezichtsuitdrukkingen en spraak herkennen. Maar kan hij vervolgens ook een emotionele verbinding maken? Kan een machine aanvoelen of iemand een beetje eenzaam of een beetje angstig is, of heel erg? En meten is één ding, kan hij ook adequaat reageren?”

Zo werkt Van den Broek bijvoorbeeld aan een empathische robot voor kinderen met kanker. Deze kinderen zitten vaak in een sociaal isolement omdat ze veel in het ziekenhuis zijn en niet naar school, sport of vriendjes kunnen. “Een robot kan voor zo’n kind een maatje zijn, bijvoorbeeld door aan te voelen wat een kind nodig heeft aan sociale interactie en – letterlijk – een verbinding te maken met kinderen die niet ziek zijn. Het is geen oplossing van het probleem, maar wel een verzachting van de eenzaamheid en ellende.”

‘Alles wat ik doe moet impact hebben. Anders doe ik het niet’

Egon van den Broek, hoogleraar Data-driven Interaction

Dat zou ook kunnen met zoiets als een smart watch of je mobieltje. “Die kan nu al van alles, zoals je hartslag meten of je cardiovasculaire leeftijd vaststellen. Als deze ook zou kunnen meten of je eenzaamheid ervaart of stress, dan zou een app kunnen informeren: hoe voel je je? En bijvoorbeeld verbinding maken met iemand in je omgeving die ook eenzaamheid ervaart. Dat is geen rocket science, dat is echt wel uitvoerbaar.”

Delicaat onderzoeksgebied

Van de vraag of we dit wel moeten willen, is Van den Broek zich terdege bewust. “Uiteraard zit er ook een keerzijde aan dergelijke vooruitgang. Als je mensen kunt laten meevoelen met ellendige situaties, kun je ze ook gevoelig maken voor angsten voor niet-bestaande vijanden. Dit onderzoeksgebied is delicaat, daar sluit ik mijn ogen niet voor.”

Toch is hij ervan overtuigd dat empathische computers kunnen bijdragen aan een betere wereld. “Alles wat ik doe, moet impact hebben. Ik wil met mijn onderzoek een wezenlijke bijdrage leveren aan de wetenschap of aan de samenleving, anders doe ik het gewoon niet. Er is zoveel ellende gaande; honger, oorlog, de opwarming van de aarde. Er is polarisatie op heel veel fronten. Hoe mooi zou het zijn als mensen van computers konden leren om met ‘de ander’ mee te leven en écht te voelen hoe het is om in de schoenen te staan van bijvoorbeeld iemand die moet vluchten voor geweld. Dat zou wellicht de kloof tussen mensen verkleinen.”