Een veerkrachtig pad voor jongeren in tijden van radicalisering

Een jongere en een iets oudere vriend.

Hoe maken we jongeren weerbaar tegen radicalisering? “Een gevoel van onrechtvaardigheid kan ook een bron van energie zijn om de wereld te willen veranderen.” William Stephens, postdoc bij DoY-community Becoming Adults in a Changing World, heeft zijn leven lang al een groot hart voor jongeren. Hij sprak op de VN-conferentie Least Developed Countries (LDC5) over veerkracht en radicalisering.

Williams interesse naar veerkracht begint bij een multiculturele groep jongeren die samenkomt en wordt begeleid door een bevriende coach. William ondersteunt de coach waar nodig. “Rond de tijd van de aanslagen in Parijs, merkte ik dat er iets veranderde in die groep. Ze werden gezien als een mogelijke bedreiging in het land dat zij als thuis beschouwden. Jongeren werden boos of gefrustreerd. Maar doordat ze support kregen door de coach van de groep, veranderde hun reactie. Ik beschouw dat als een vorm van veerkracht.”

Veerkracht en radicalisatie

Portretfoto William Stephens
William Stephens

“Jongeren krijgen te maken met verschillende tegenslagen. Sommigen meer dan anderen. Ze kunnen een pad volgen dat leid tot geweld. Of ze kunnen een pad volgen dat ik dan veerkracht noem.” Hierbij doelt Stephens niet op veerkracht als een individuele eigenschap. “Veerkracht is veel breder dan een eigenschap of vaardigheid. Relaties die we vormen met jongeren en de omgeving die we creëeren rondom jongeren zijn hiervoor heel belangrijk. Bijvoorbeeld een jongvolwassen vriend, die jongeren serieus neemt en hun talenten erkent.”

Veerkracht is veel breder dan een eigenschap of vaardigheid. Relaties die we vormen met jongeren en de omgeving die we creëeren rondom jongeren zijn hiervoor heel belangrijk.

Interventies

En waarom is het zo belangrijk om na te denken over radicalisering? Volgens Stephens zijn er de afgelopen jaren verschillende interventies ingezet om radicalisering tegen te gaan, maar het bewijzen van de effectiviteit is een uitdaging. “Sommige van deze interventies waren zelf contraproductief of schadelijk. Terwijl dit wel directe gevolgen heeft in de levens van jongeren. Het heeft effect op hun identiteit, hun toekomst en hun gevoel van eigenwaarde. Dit geeft beleidsmakers de uitdagende taak om een aanpak te bedenken die meer goed dan fout doet. Vaak is er niet genoeg tijd om een stapje terug te nemen en te reflecteren op wat we aan het doen zijn.”

Pedagogische reactie

Het meest contraproductieve element van deze interventies is volgens William de sterke link tussen islam en radicalisering. “Dit leidde ertoe dat mensen bijvoorbeeld hun buren anders gingen bekijken. Er woonde opeens een potentiële bedreiging naast je, in plaats van gewoon de buurman.” Bij het nadenken over deze vraagstukken denkt William dat we niet alleen door de ogen van veiligheid moeten kijken, maar ook het pedagogische en ontwikkelingsaspect moeten meenemen. “Jeugdprofessionals werden gevraagd om jongeren eruit te pikken die misschien voldoen aan bepaalde criteria waardoor ze gevoelig zijn voor radicalisering. Maar wat je ziet in de praktijk is dat het een beetje oppervlakkig wordt en dat mensen hun expertise niet meer gebruiken, maar puur die voorgeschreven checklist erbij pakken. De beste aanpak zou naar mijn idee een pedagogische reactie zijn, waar jeugdprofessionals door hun ervaring al goed in zijn.”

De beste aanpak zou naar mijn idee een pedagogische reactie zijn, waar jeugdprofessionals door hun ervaring al goed in zijn

Stephens eindigt zijn presentatie met een idee voor de toekomst. “Als je spreekt over preventie, heb je het vaak niet over wat er dan voor in de plaats komt. Door geweld te voorkomen zou er apathie in de plaats kunnen: ‘Er is onrechtvaardigheid in de wereld, zo is het nou eenmaal. Ga naar school, doe je best. En houd vooral je mond.’ Maar willen we niet juist dat jongeren hier ook mee aan de slag gaan? Wat we ook doen, we kunnen niet alleen kijken naar wat jongeren zelf moeten ontwikkelen.  Tegelijkertijd moeten we kijken naar hoe we de bredere systemische problemen aanpakken die extreme verhalen in de eerste plaats aantrekkelijk kunnen maken voor jongeren. Geef jongeren ook de mogelijkheid om te reageren op onrechtvaardigheid.” De onderzoeker is groot fan van burgerinitiatieven. “Omdat jongeren daardoor met eigen ogen zien dat ze echt een impact kunnen hebben op de maatschappij.”

“Dus,” besluit Williams: “We moeten niet alleen denken aan wat we willen stoppen, maar ook waar we verder aan willen bouwen. Wat dat precies is, daar moeten we over in gesprek blijven met elkaar. Volgens mij hebben de meeste mensen een verlangen van een wereld waar meningsverschillen geen bron van conflict zijn, maar waar we in harmonie kunnen leven. Waar jongeren hun talenten kunnen inzetten en waar verbinding is.”

We moeten niet alleen denken aan wat we willen stoppen, maar ook waar we verder aan willen bouwen