Een mijlpaal voor buitenlandse artsen

Succesrecept voor de AKV-toets

Door Dr. Paul Herfs

Inleiding

In deze blog wordt het belang van geschikt cursusmateriaal voor buitenlandse (tand)artsen en verpleegkundigen die in de Nederlandse gezondheidszorg willen werken uiteengezet. De toelatingsprocedure, waarvoor het ministerie van VWS verantwoordelijk is, stelt hoge eisen aan het beheersingsniveau Nederlands als tweede taal bij deze migranten. Voor kansrijke deelname aan de toelatingsprocedure is cursusmateriaal van het grootste belang. De ontwikkeling van cursusmateriaal (Nt2) is volledig overgelaten aan de “markt”.  

BIG-registratie voor buitenlandse zorgverleners

In 2005 trad een nieuwe procedure voor buitenlandse artsen, tandartsen, apothekers, verpleegkundigen en andere BIG-beroepen in werking. Het ging om de zogenaamde assessment procedure voor niet-EER-onderdanen. De uitvoering kwam in handen van de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV), een agentschap van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De assessment procedure bestaat uit twee toetsen. De eerste toets is de Algemene Kennis- en Vaardighedentoets (AKV-toets). De tweede toets is de Beroepsinhoudelijke toets (BI-toets). Om als arts, tandarts, apotheker en verpleegkundige te kunnen werken moet men zich inschrijven in het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG-register).

Een belangrijk obstakel: de AKV-toets

Eén van de belangrijkste obstakels voor buitenlandse artsen, tandartsen, apothekers, verpleegkundigen om BIG-geregistreerd te geraken betreft de Algemene Kennis- en Vaardigheden-toets. Deze bevat een verplichte taaltoets op niveau C1 van het Common European Framework of Reference (CEFR). Het CEFR onderscheidt 6 beheersingsniveau’s beginnend bij A1, A2, B1, B2 en eindigend bij C1 en C2 (= near native).

De niveaus van de Staatsexamens Nederlands als tweede taal (Nt2)

In Nederland zijn twee Staatsexamens Nederlands als tweede taal ontwikkeld. Het Staatsexamen Nt2 programma 1 is bedoeld voor buitenlanders die willen werken of studeren op MBO 3 of MBO 4-niveau. Het Staatsexamen Nt2 programma 2 is bedoeld voor buitenlanders die willen studeren of werken op HBO of universitair niveau. In Nederland ontbreekt een Staatsexamen Nt2 programma 3 (op C1-niveau van het CEFR). Bijna alle andere Europese landen hebben een staatsexamen dat ook toetst op C1 of C2-niveau.

Pleidooi voor een Staatsexamen Nt2 Programma 3

Al in 2006 bepleitte ik tijdens een landelijke conferentie van Nt2-docenten de invoering van een Staatsexamen Nt2 programma 3. Dat werd ingegeven door mijn ervaringen met toelatingen van buitenlandse artsen als studenten geneeskunde. Deze reeds in het buitenland afgestudeerde artsen werden geconfronteerd met onderwaardering van hun diploma’s door het ministerie van VWS. Om in Nederland als artsen te kunnen werken moesten zij zich inschrijven als studenten geneeskunde. Na beoordeling van het artsdiploma, een permanente vergunning tot verblijf en het slagingsbewijs voor het Staatsexamen Nt2 programma 2 kon een buitenlandse arts als student geneeskunde in een hoger jaar toegelaten worden. Voor de stroomlijning van de toelatingsverzoeken richtten de medische faculteiten in 1996 de Commissie Instroom Buitenlandse Artsen (CIBA) in. De CIBA verdeelde de aanvragers zo gelijkmatig mogelijk over de acht medische faculteiten. In de co-schappenfase werd van de buitenlandse artsen verwacht dat zij goed konden communiceren met patiënten, mede-studenten en docenten. Vanuit de opleidingen kwamen echter steeds vaker signalen dat het beheersingsniveau Nederlands bij buitenlandse artsen te wensen overliet. Een staatsexamen Nt2 op een hoger niveau (C1 of C2) ontbrak.

In 2016 herhaalde ik dat pleidooi in Medisch Contact. Toen werd duidelijk dat ook alle artsen, tandartsen, apothekers, verpleegkundigen uit EER-landen verplicht gesteld werden om te slagen voor een taaltoets. Een staatsexamen Nt2 programma 3 zou voor dat doel ontwikkeld kunnen worden. Het ministerie van OC&W wees dat voorstel op grond van de kosten af. De toets Nederlands van de AKV-toets, géén staatsexamen, werd voor dit doel aangewezen.

De ontwikkeling van een methode Medisch Nederlands

In 2000 kwam op initiatief van Haalboom (UMC Utrecht), Pescher-ter Meer (James Boswell Instituut-Universiteit Utrecht) en Herfs (Studentenzaken Universiteit Utrecht) een boek tot stand dat anderstalige artsen moest ondersteunen bij het verhogen van het beheersingsniveau Nederlands. Het boek getiteld “Hoe zit het met staan?” sluit heel nauw aan bij de co-schappen van de geneeskunde opleiding. De auteurs, twee docenten Nt2 van het James Boswell Instituut, liepen gekleed in witte jassen en met toestemming van patiënten mee tijdens consulten bij de Interne Geneeskunde, de Gynaecologie, een huisartspraktijk, een consultatiebureau, de Neurologie, een Bedrijfsarts, enz. Gesprekken van artsen met patiënten zijn opgenomen en verwerkt in opdrachten. Dit boek voorzag en voorziet nog steeds in een grote behoefte. Iedere medische faculteit organiseerde een cursus Medisch Nederlands voor de buitenlandse artsen die vanaf het jaar 2000 instroomden in hun opleiding geneeskunde.

De nieuwe (VWS) assessment procedure

Toen de assessment procedure in 2005 werd ingevoerd daalde het aantal buitenlandse artsen dat toegelaten werd tot hogere jaren van de opleiding geneeskunde drastisch. In de jaren tot 2005 werden jaarlijks via CIBA rond de 100 buitenlandse artsen toegelaten. In de periode 2005 tot 2010 waren dat er nog geen 50 in totaal. Dat viel niet gelijk op, daar de CBGV, het VWS-agentschap, geen jaarverslagen opstelde. Pas nadat in de Tweede Kamer navraag werd gedaan over de enorme teruggang beloofde toenmalig VWS-minister Klink dat de CBGV vanaf 2010 een jaarverslag zou opstellen. Het eerste CBGV-jaarverslag besloeg de periode 2005-2010. In 2010 kwam dus pas aan het licht dat de nieuw assessment procedure tot een dramatische teruggang had geleid. De AKV-toets was daar in hoge mate debet aan. Er werd getoetst op niveau C1 van het CEFR maar lesmateriaal noch cursussen waren voor handen. Door de geringe aantallen buitenlandse artsen stopten de taalinstituten met de organisatie van cursussen Medisch Nederlands. Daar kwam bij dat vanaf 2005 de verantwoordelijkheid voor de assessment procedure formeel bij het ministerie van VWS kwam te liggen. De medische faculteiten, die tot 2005 de toelating van buitenlandse artsen regelden, waren niet langer bereid om de cursussen Medisch Nederlands te bekostigen. Deze faculteiten zagen het niet als hun verantwoordelijkheid om buitenlandse artsen te trainen in het verbeteren van het medisch Nederlands. En de CBGV beperkte haar verantwoordelijkheid tot het uitvoeren van de procedure. Zo kon het gebeuren dat buitenlandse artsen, die niet verenigd waren in enig samenwerkingsverband, verstoken bleven van adequate ondersteuning bij het doorlopen van de route die moest leiden tot BIG-registratie.

In diverse universiteitssteden worden nu weer cursussen Medisch Nederlands georganiseerd. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van “Hoe zit het met staan?”. Navraag bij uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum leerde dat in de periode 2016 tot en met 2021 1.187 exemplaren zijn verkocht. Hoewel het geschreven is voor anderstalige artsen wordt het ook gebruikt voor taalcursussen voor tandartsen en verpleegkundigen.

Wervingsacties van buitenlandse verpleegkundigen

Het wekt verbazing dat bij grootschalige wervingsacties van verpleegkundigen uit Aziatische of Afrikaanse landen weinig lering wordt getrokken uit de ruime ervaringen met het aanvullend opleiden van anderstalige artsen. Om tekorten aan verpleegkundigen in de Nederlandse ziekenhuizen snel te kunnen oplossen worden met enige regelmaat wervingsbureau’s ingehuurd die denken met kortlopende taaltrajecten verpleegkundigen te kunnen inzetten. Dat getuigt niet van realiteitszin. Verpleegkundigen uit bijvoorbeeld Vietnam of Indonesië hebben tenminste een volledig jaar nodig om de Nederlandse taal voldoende machtig te worden. Die les is door schade en schande geleerd bij het aanvullend trainen van anderstalige artsen. Daar zou lering uit getrokken moeten worden. Al was het maar om grote teleurstellingen te voorkomen als verpleegkundigen na het doorlopen van inadequate scholingsprogramma’s niet BIG-geregistreerd kunnen worden en zonder werkervaring in Nederland terugkeren naar het land van herkomst.

Succesrespect voor de AKV-toets

Om niveau C1 te bereiken is lesmateriaal en scholing door professionals noodzakelijk en natuurlijk veel inzet door de buitenlandse arts, tandarts, verpleegkundige. Tot voor kort bestond er geen handboek met praktische tips voor de AKV-toets waarmee buitenlandse artsen, tandartsen en verpleegkundigen zich deugdelijk konden voorbereiden. Ook ontbrak het aan concrete aanwijzingen om de moeilijke stap van B2-niveau naar C1 te maken. Willem Boone (docent Nt2 en voormalig AKV-assessor) en Paul Herfs (integratie-expert t.a.v. buitenlandse artsen) hebben die lacune weggewerkt. Met het gereedkomen van het boek “Succesrecept voor de AKV-toets” wordt succesvolle deelname aan het moeilijke taalexamen bevorderd. Het boek staat vol met handige tips en naar verwachting zal het gebruik bijdragen aan succesvolle deelname aan de assessment procedures van artsen, tandartsen, verpleegkundigen, enz. In de korte periode dat het boek verkrijgbaar is, zijn 64 boeken verkocht.

Diversiteit in de zorg

Steeds meer stemmen gaan op om de gezondheidszorg diverser te maken. De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) riep in 2021 de regering op om administratieve hindernissen voor arbeidsdeelname van asielmigranten weg te nemen. Recent publiceerde het NIVEL een viertal speerpunten voor 2022. Eén van de vier speerpunten richt zich op de inclusieve samenleving, waarmee bedoeld wordt dat mensen dezelfde kansen en mogelijkheden moeten hebben, ongeacht hun achtergrond, leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, seksuele voorkeur, enz.

Taalverwerving is de sleutel tot BIG-registratie. Het is opmerkelijk dat de basis voor integratie van anderstalige zorgmedewerkers, namelijk het leren van medisch Nederlands en de voorbereiding op de AKV-toets ten einde BIG-registratie te verwerven, al vele jaren afhankelijk is van particuliere initiatieven. Zowel “Hoe zit het met staan?” als “Succesrecept voor de AKV-toets” kwamen tot stand als gevolg van burgerinitiatieven. Die initiatieven waren een reactie op de obstakels die van overheidswege zijn opgeworpen. 

Bio Dr. Paul Herfs

Paul Herfs was als studentendecaan van 1996 tot 2006 lid van de Commissie Instroom Buitenlandse Artsen. In 2009 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift getiteld “Buitenlands artsen in Nederland”. Hij is sinds 2013 als gastonderzoeker verbonden aan het European Research Centre on Migration and Ethnic Relations (ERCOMER) van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij is bestuursadviseur van de Vereniging Buitenlands Gediplomeerde Artsen.