Digitalisering van de rechtspraak – Gastlezing door prof. Bart Jan van Ettekoven

Op vrijdag 14 september heeft prof. mr. Bart Jan van Ettekoven een lezing gegeven voor de onderzoekers van het Montaigne Centrum over digitalisering van de rechtspraak. Van Ettekoven is voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam.

Van Ettekoven sprak over de veranderingen in de samenleving door oprukkende digitalisering, binnen het juridische werkveld en daarbuiten Hij benadrukte het belang van kennis bij juristen over digitalisering (inzet big data bij wetgeving en besluitvorming, automatische besluitvorming, toepassing blockchain en artificiële intelligentie) binnen het juridische werkveld, waaraan niet alleen binnen de rechtspraak, maar al in de opleiding van juristen aandacht moet worden besteed. Van Ettekoven pleitte ervoor studenten al tijdens de rechtenstudie kennis te laten maken met kunstmatige intelligentie en de juridische dienstverlening daarop af te stemmen. Naast de positieve doelen die met inzet van digitalisering kunnen worden bereikt, belichtte hij ook de keerzijden daarvan. 

In het bijzonder ging Van Ettekoven in op het mislukken van KEI, het project om de rechtspraak te digitaliseren. Van Ettekoven ging in op de vraag hoe dit project heeft kunnen mislopen en wat daarvan geleerd kan worden voor de toekomst. Hij wees daarbij vooral op de noodzaak van data awareness: rechterlijke organisaties moeten zich bewust zijn van hun kennis en data, en vooral ook van wat je daarmee wel en niet kunt en mag doen. Van Ettekoven besprak in dit verband een aantal concrete problemen en uitdagingen voor de toekomst. Deze doen zich voor op bijvoorbeeld het terrein van privacy en veiligheid van het systeem, maar ook op het gebied van transparantie, bijvoorbeeld van rechterlijke uitspraken. Daarnaast moeten er misschien beginselen van behoorlijk IT-gebruik worden ontwikkeld in verband met digitaal werken, zodat mensen niet het slachtoffer worden van niet goed functionerende technologie of van kinderziektes in het systeem. Hier raakt de digitalisering van de rechterlijke macht ook aan die buiten het juridisch werkveld, waar soortgelijke kwesties spelen. Hierbij komen tal van vragen op rondom regulering en toezicht. Deze en andere consequenties van digitalisering dienen te worden onderzocht: het is immers niet de vraag óf en wanneer we gaan digitaliseren, maar hoe we de consequenties van de digitalisering op een maatschappelijk wenselijk en effectieve manier kunnen sturen en beteugelen.