Dierenmishandeling steeds vaker voorbode van huiselijk geweld

Nieuwe Revu

Onthoofde honden, verminkte katten: extreme dierenmishandeling is aan de orde van de dag. Mark Schrader volgt de vrijwilligers van het Veterinair Forensisch Team, dat onderzoek doet naar de doodsoorzaak bij dieren die onder verdachte omstandigheden om het leven zijn gekomen. ‘Het overgrote deel gaat rechtstreeks de container in. Dat is geen onwil; iedereen wil graag dat het aangepakt wordt, maar het is gewoon te duur.’

In 2009 publiceerde de Universiteit Utrecht het rapport Cirkel Van Geweld over de relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat ook in Nederland de verbanden tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld worden waargenomen. Uit het rapport: ‘Dit blijkt uit de interviews met de sleutelpersonen en de talrijke voorbeelden die zij kunnen geven, maar vooral ook uit de enquête onder de dierenartsen, die in meerderheid het verband herkennen en er in hun beroepspraktijk mee te maken krijgen.’ (...)

De Universiteit Utrecht onderstreept het belang van meer onderzoek op dit gebied. ‘Omdat dierenmishandeling, huiselijk geweld of andere criminele activiteiten vaak met elkaar samenhangen,’ vertelt Nienke Endenburg, gezondheidspsycholoog en gespecialiseerd in de relatie tussen mens en dier aan de faculteit Diergeneeskunde op de Universiteit Utrecht. Daar opent in mei van dit jaar het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling. Op een speciale website kunnen dierenartsen beeldmateriaal uploaden van zaken die zij niet vertrouwen. ‘Vervolgens kunnen veterinair pathologen samen met forensisch pathologen en artsen duiding geven aan het letsel.’ Het gaat in eerste instantie om een pilot van een jaar waar 25 dierenartsen aan mee zullen doen. Verder zal op de universiteit uitgebreid onderzoek worden verricht naar de beweegredenen van daders van dierenmishandeling. ‘Wat voor mensen zijn het? Hoe zijn ze opgegroeid? Dit is nog een ondergeschoven kindje. Ik hoop dat de politiek het serieuzer gaat nemen,’ aldus Endenburg.

Het volledige artikel is verschenen in Nieuwe Revu, 10 maart 2017