Data-onderzoek toont wisselwerking tussen Tweede Kamerdebat en sociale media

Wat is de dynamiek tussen het politiek debat in de Tweede Kamer en reacties, commentaar en framing op sociale media? Dat onderzochten wetenschappers van de faculteit Geesteswetenschappen en Data School van de Universiteit Utrecht. 

De onderzoekers analyseerden data van verschillende openbare bronnen: publiek toegankelijke groepen en accounts op X (voorheen Twitter) en Telegram die de Nederlandse taal gebruiken. Door middel van grootschalige tekstanalyses identificeerden de onderzoekers woorden die kunnen duiden op dreiging of zelfs radicalisering. In totaal onderzochten ze bijna 50 miljoen berichten over de Nederlandse politiek.

Een afbeelding van een stroom negatief commentaar - in de vorm van omlaag-wijzende duimpjes - komt uit een telefoon.

De berichten van openbare bronnen zijn vervolgens naast de openbare notulen van Tweede Kamerdebatten en de mediaberichtgeving daarover gelegd. Zo is onderzocht of er een relatie is tussen het gebruik van bepaalde termen in het politieke debat in de Tweede Kamer en radicalisering in de online sfeer.

In het onderzoek zijn geen individuen gevolgd, de focus lag op grotere dynamieken: hoe radicale uitingen zich verplaatsen van de randen van de maatschappij naar mainstream en zelfs de Tweede Kamer, het hart van onze democratie. 

Anti-institutioneel sentiment

De conclusie van de onderzoekers: er is sprake van een wisselwerking tussen het parlementair debat en gesprekken op sociale media. En het gaat hier niet alleen om een uitbreiding van het uitwisselen van argumenten in de Tweede Kamer naar een commentaar door betrokken burgers. Er is ook sprake van een anti-institutioneel sentiment: er wordt desinformatie verspreid, en er is sprake van dehumanisering en demonisering van vermeende politieke opponenten. 

Het onderzoek laat zien dat parlementaire debatten vrijwel in real time verbonden zijn met commentaar op sociale media, met name X. Telegram is een platform waar veel extreme en radicale uitingen voorkomen en dat daarom verder af staat van deze debatten. Het is meer een verzamelpunt voor algemeen anti-institutioneel sentimenten. Het aandeel dehumaniserende, demoniserende berichten en de aanwezigheid van complottheorieën is hier duidelijk hoger dan op X.

Dat anti-institutionele sentiment ondermijnt het vertrouwen in democratische processen en instituties, en doet zo afbreuk aan het fundament van de parlementaire democratie en de open samenleving. De onderzoekers tonen aan dat Kamerleden een rol kunnen spelen in het snel verspreiden van extreem gedachtegoed naar een breder publiek.

Tribunalen

Zo is er een case study gedaan rondom het woord ‘tribunalen’. Deze term werd tijdens een Tweede Kamerdebat in 2021 voor het eerst met de specifieke connotatie van ‘volkstribunaal’ gebruikt. Uit het onderzoek blijkt echter dat in bepaalde Telegramgroepen al langere tijd over ‘tribunalen’ werd gesproken met deze lading. Na het gebruik van de term in de Kamer, normaliseerde het woord. ‘Tribunalen’ werd vanaf dat punt een onderdeel van de retoriek op X, waar mensen hun onvrede over regeringsbeleid vaak benadrukken met de hashtag #tribunalen. 

Intimiderend taalgebruik jegens politici wordt op deze manier in snel tempo genormaliseerd. Na een eerste schok blijven de termen een vast onderdeel van het taalgebruik richting politici, waarna de weerstand afneemt terwijl het klimaat voor politici steeds intimiderender wordt.

Het onafhankelijke onderzoeksrapport werd gefinancierd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).