Betrouwbaarheid canine parvo sneltest bij feline panleukopenie

Tijdschrift voor Diergeneeskunde

Gezien de nauwe verwantschap van het feline parvovirus aan canine parvovirus type 2, worden canine parvo sneltesten regelmatig toegepast in de diagnostiek van feline panleukopenie, oftewel kattenziekte. Maar zijn ze ook betrouwbaar?

Er zijn slechts enkele studies die de betrouwbaarheid toetsen van de canine parvo sneltest in de diagnostiek van feline panleukopenie. Twee daarvan vallen onder de zogenaamde 'prospective, blind comparison to a gold standard study'. Hierbij worden uitkomsten van een nieuwere diagnostische test vergeleken met die van een gouden standaard. Patiënten verdacht van een bepaalde ziekte ondergaan dus beide testen. Cohortstudies zijn observationele studies, maar van alle observationele studies voorzien zij wel de beste kwaliteit van bewijs. Cohortstudies kunnen iets zeggen over de nauwkeurigheid van een bepaalde test ten opzichte van de gouden standaard, maar geven geen informatie over de impact van de testuitslag op de behandeling van de patiënt.

(...)

Conclusie

Hoewel de sneltest niet is gevalideerd voor gebruik bij katten, blijkt deze regelmatig te worden toegepast bij katten verdacht van FPV. Het blijkt Good Veterinary Practice om de canine parvo sneltest toe te passen in de diagnostiek van feline panleukopenie, gezien de redelijk hoge mate van betrouwbaarheid. De SNAP Parvo is het frequentst onderzocht. Deze test heeft een hoge specificiteit van 97,5 tot 100,0 procent (weinig vals positieven) en een redelijk hoge sensitiviteit van 60,0 tot 94,7 procent (weinig vals negatieven). De test is minder prijzig dan de PCR en het is binnen enkele minuten bekend of de kat parvovirus uitscheidt. Bij twijfel over een positieve uitslag van de sneltest kan men het fecesmonster alsnog insturen ter bevestiging van de diagnose middels PCR. Verder is het belangrijk dat de kat direct wordt beschouwd aIs 'geinfecteerd', zodat maatregelen kunnen worden getroffen en verspreiding wordt beperkt. Bij een negatieve uitslag, terwijl de kat wel typische verschijnselen van FPV vertoont, wordt geadviseerd alsnog een PCR uit te laten voeren en dezelfde maatregelen te treffen.

Het volledige artikel is verschenen in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde, februari 2018.