Antwoord staatssecretaris op asielopvangcrisis tegenovergestelde van wat zinvol is

Nog steeds slapen honderden asielzoekers noodgedwongen in de buitenlucht in Ter Apel. De burgemeester heeft een noodverordening afgekondigd, het Rode Kruis verleent, onder beveiliging, medische ondersteuning en Artsen Zonder Grenzen komt hulp bieden – omdat de omstandigheden in Ter Apel ‘mensonterend’ zijn. Tot nu toe schoot het antwoord van de staatssecretaris op de asielopvangcrisis tekort. Dat schrijft Karin Geuijen van de Universiteit Utrecht in NRC Handelsblad en de Volkskrant.

Bestuurskundige Karin Geuijen constateerde in haar opinieartikel in NRC Handelsblad al begin augustus dat het antwoord van de staatssecretaris op de huidige opvangcrisis, niet zal werken. Grootschalige asielzoekerscentra (azc’s) openen, dwang op gemeenten om die azc’s te accepteren, en de opvang strak gekoppeld laten aan de toelatingsprocedure. Dat is helaas precies het tegenovergestelde van wat op basis van wetenschappelijk onderzoek zinvol zou zijn.

In het opinieartikel 'Betrek de asielzoekers zelf nu eens bij het beleid' in de Volkskrant van 26 augustus bouwt zij daarop voort.

Delen van een echte oplossing zijn ook voorhanden, maar de staatsscretaris lijkt er geen gebruik van te willen maken. Het artikel van Geuijen in NRC Handelsblad verscheen al op 3 augustus maar is (helaas) onverminderd actueel.

In de bestuurskundige literatuur is algemeen geaccepteerd dat samenwerking en zogenaamde ‘co-productie’ op de lange termijn veel beter werken dan dwang van bovenaf, schrijft Geuijen. Steden en regio’s willen daar ook zeker aan meewerken, volgens haar.

Als goed voorbeeld van co-productie, noemt zij het Utrechtse experiment Plan Einstein: met nieuwe vormen van asielopvang waarbij zogenaamde ‘win-win’ situaties gecreëerd zijn met de wijk. Niet alleen door het samenwonen met jongeren, maar ook via het toegankelijk maken van cursussen en activiteiten voor zowel asielzoekers als voor buurtbewoners.

Lees het artikel over Plan Einstein in AD: ‘Vluchteling start in Utrecht vanaf dag één met integratie’ (april 2016).

Naar het artikel in AD

Kleinschaligheid is het toverwoord – voor alle betrokkenen


Grootschalige asielzoekerscentra lijken efficiënt en goedkoper. Maar het is al jaren bekend dat gemeenten en hun inwoners die niet willen, schrijft Geuijen verder. Bovendien blijkt uit onderzoek dat flexibele opvang (bijvoorbeeld in de vorm van samenwonen tussen asielzoekers en andere woningzoekenden) veel beter werkt als die kleinschalig is. Dat bleek ook uit de evaluatie van het experiment in Utrecht.

Dat verliep grotendeels succesvol toen ongeveer 40 (jonge) asielzoekers samenwoonden met 40 jongeren uit de buurt. Toen er echter 400 asielzoekers bij die 40 buurtjongeren kwamen wonen, werkte het nauwelijks meer, zegt Geuijen.

Mogelijkheid om te kunnen werken


Het zou de moeite waard zijn om te onderzoeken wat de gevolgen zouden zijn als deze kansrijke asielzoekers hetzelfde regime zouden krijgen als Oekraïense gedwongen migranten, waaronder ze niet in opvangcentra wonen maar in gemeenten, en meteen de mogelijkheid krijgen om te werken zonder beperkingen, aldus Geuijen in het NRC-artikel. In haar optiek kan dat de integratie van asielzoekers in de samenleving versterken en bovendien leiden tot een normalisering van de aanwezigheid van (gedwongen) vluchtelingen.

 

Opinieartikelen in NRC Handelsblad en de Volkskrant

Lees het volledige opinieartikel 'Zorg voor kleinschaliger opvang’ van Karin Geuijen van 3 augustus 2022 op de website van NRC Handelsblad (NB. achter de paywall) en het artikel 'Betrek de asielzoekers zelf nu eens bij het beleid' in de Volkskrant van 26 augustus 2022.

Ga naar de website van NRC Handelsblad
Ga naar de website van de Volkskrant

Karin Geuijen is verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. Zij onderzoekt maatschappelijke transformaties gericht op het creëren van publieke waarde, met name rond het vraagstuk van gedwongen migratie. Zij is onder andere ook projectleider van Welcoming spaces, een internationaal consortium dat meerjarig onderzoek doet naar de manier waarop niet-EU migranten onderdeel (kunnen) zijn van het revitaliseren van krimpgebieden in Europa. Daarnaast is zij verbonden aan de onderzoekshub Migration and Societal Change.