Hoe werkt regeneratieve geneeskunde?

Ons lichaam is altijd bezig om zichzelf in stand te houden. Denk maar aan de huid die ongeveer elke twee tot drie weken vernieuwd wordt of aan het vervangen van de rode bloedcellen en afweercellen van het immuunsysteem. Stamcellen spelen hierin een heel belangrijke rol.

Herstellen met 'signaalstoffen'

Ons lichaam kan zichzelf goed herstellen. Denk aan botbreuken en wondjes. Ons eigen lichaam doet dit door op de juiste plek en op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid zogenaamde signaalstoffen af te geven. Een signaalstof is een soort instructie aan de cellen. Een signaalstof kan bijvoorbeeld een stamcel laten delen. Een andere signaalstof kan de nieuwe cel die ontstaan is na de deling laten specialiseren tot de cel die vervangen of aangevuld moet worden.

Voor regeneratieve geneeskunde is het heel belangrijk om deze processen te begrijpen. Als we deze processen begrijpen kunnen we ze nabootsen en ingrijpen als het eigen lichaam de herstelprocessen niet (meer) goed uit kan voeren.

Van bevruchte cel naar mens

We kunnen ook veel leren uit de ontwikkelingsbiologie. We starten met een bevruchte eicel en groeien door tot een mens die opgebouwd is uit miljarden cellen. Heel veel cellen hebben hun eigen specifieke taak in het lichaam. Sommige cellen vormen samen een orgaan. Wanneer we precies begrijpen hoe bepaalde cellen ontstaan dan kunnen we deze kennis gebruiken en het proces nabootsen in een patiënt waar deze bepaalde cellen niet meer goed werken en vervangen moeten worden.

Cellen ondersteunen met steunweefsel

Ons lichaam is naast cellen ook opgebouwd uit steunweefsel. Wanneer we de samenstelling van dit steunweefsel kennen, kan dit nagebootst worden. Het nagemaakte steunweeefsel of onderdelen van het steunweefsel kan dan aan een patiënt gegeven worden om een defect weefsel te helpen herstellen. Vaak worden in combinatie met steunweefsel ook cellen toegevoegd die in dit steunweefsel gaan groeien en nieuw steunweefsel gaan maken.

Lees ook: