Promotie: Patients at risk of the progression of chronic venous disease
Samenvatting
Spataders kunnen leiden tot chronische veneuze insufficiëntie (CVI). CVI kan uiteindelijk resulteren in een chronische wond, een veneus open been. Risicofactoren voor het verergeren van CVI zijn niet alom bekend en de huidige zorg schiet te kort. Met de onderzoeken in dit proefschrift zijn de risicofactoren geïdentificeerd en is de huidige zorg in kaart gebracht. Patiënten met een veneus open been relateerde vier hoofdonderwerpen aan het ontstaan van hun veneus open been: ‘comorbiditeit’, ‘mobiliteit’, ‘wek & leefstijl’ en ‘(h)erkenning van CVI’. Bekende risicofactoren zijn hogere leeftijd, overgewicht, weinig beweging, hoge bloeddruk, defecten in de vaten (veneus) en open benen in de familie. Obesitas en verminderde mobiliteit kunnen leiden tot een insufficiënte veneuze afvoer die leidt tot een verhoging in veneuze druk. Dit kan resulteren in verslechterde huidconditie en uiteindelijk een open been. In het onderzoek onder 74 patiënten met verschillende stadia van CVI, zijn obesitas en verminderde beweeglijkheid van de enkel geassocieerd met ergere stadia van CVI. Fysieke activiteit in deze patiënten voldeed in de meeste gevallen niet aan de beweegrichtlijn. Het aantal stappen per dag was significant lager in patiënten met ergere CVI dan in patiënten met alleen spataders. In de minderheid van de patiënten waren alle spataders verwijderd. Leefstijl adviezen werden vrijwel niet benoemd. De therapietrouw voor het dragen van steunkousen was zeer laag. Dit proefschrift laat zien dat het belangrijk is om de patiënt in zijn geheel te onderzoeken om de mate van CVI en alle mogelijke risicofactoren vast te stellen zodat deze patiënten adequaat behandeld kunnen worden.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Digitaal (link)
- Promovendus
- A.M. Meulendijks MSc
- Proefschrift
- Patients at risk of the progression of chronic venous disease
- Promotor(es)
- prof. dr. L. Schoonhoven
- prof. dr. H.A.M. Neumann
- Co-promotor(es)
- dr. E. Tjin
- Meer informatie
- Full text via Utrecht University Repository