Promotie: Patient outcome after cerebrovascular interventions - Perioperative respiratory and cardiovascular management

Samenvatting

Dit proefschrift heeft onderzocht hoe de zorg voor patiënten met vaataandoeningen in de hersenen verbeterd kan worden vanuit het perspectief van de anesthesioloog. Daarbij is gekeken naar de rol van het koolstofdioxide gehalte (CO2; een uitademingsgas), de bloeddruk en het hartminuutvolume tijdens ingrepen aan de hersenvaten. Allereerst vonden we dat er in de huidige praktijk veel variatie bestaat in CO2 bij patiënten onder narcose. Het bleek dat een CO2 waarde rond de 38 mmHg optimaal is om complicaties aan de longen bij algemene operaties te voorkomen. Helaas bleek het moeilijk strikte streefwaardes te definiëren voor patiënten die geopereerd worden aan de hersenvaten als we ons richten op neurologisch herstel. Ook voor bloeddruk bleek het moeilijk striktere streefwaardes te definiëren voor deze patiënten. Er is wel duidelijk een rol weggelegd voor het verhogen van het hartminuutvolume naast het verhogen van de bloeddruk om de doorbloeding van de hersenen te doen toenemen. 
Anesthesiologen kunnen ook na operaties aan de hersenvaten een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van patiënten. Allereerst kunnen patiënten met een verhoogd risico op een hartinfarct of overlijden geïdentificeerd worden door gestandaardiseerde postoperatieve monitoring van eiwitten die vrij komen door schade aan het hart, de zogenaamde troponines. Daarnaast lijkt een geprotocolleerd postoperatief consult door anesthesiologen bij te dragen aan het vroegtijdig herkennen en behandelen van postoperatieve complicaties.