‘Ik kan wel naar Iran, maar dan kom ik er niet levend uit’
Raha Heshmatikhah en Pooyan Tamimi Arab over de situatie in Iran
In 2009 waren er grote protesten in Iran. En ook in 2017 en 2019 kwamen Iraniërs in opstand tegen het regime van Ali Khamenei. Maar niet eerder waren de protesten zo massaal en uitgesproken als die van de afgelopen weken en nooit eerder was er zoveel internationale aandacht. Hoe kijken Raha Heshmatikhah, masterstudent Klinische Psychologie en Pooyan Tamimi Arab, universitair docent Religiewetenschap – UU’ers met Iraanse roots – naar de situatie in Iran?
Ik voel me zo ontzettend solidair met de mensen daar. Als zij in opstand durven komen, dan moet ik als Nederlandse burger zeker ook mijn verantwoordelijkheid nemen en alles doen wat ik kan.
En dat doet Raha. De afgelopen weken sliep ze maar weinig. Ze volgt het nieuws onophoudelijk en reist van bijeenkomst naar demonstratie en van Den Haag naar Straatsburg. Haar studie staat daardoor op een laag pitje. Mijn prioriteiten liggen nu even ergens anders. Als ik daardoor studievertraging oploop, is het maar zo. Ik kán nu niet toekijken en niks doen.
De strijdlust is Raha met de paplepel ingegoten. Haar moeder werd als jonge vrouw gevangen genomen in Iran omdat ze zich uitsprak tegen het regime. Toen ze halverwege de twintig was, zag ze kans te vluchten naar Nederland. Ik ben gegrepen door mijn moeders verhalen en haar activisme en ben daardoor ook actief geworden.
Groene protestbeweging
Ook Pooyans moeder ontvluchtte Iran – zijn vader was al overleden. Toen we in Nederland aankwamen begon ik in groep 3. En mijn moeder ging studeren: antropologie en genderstudies.
Lachend: Een Iraanse feminist dus. Met vriendinnen bezocht ze demonstraties en ze nam mij al vroeg mee. Dan zag ik bijvoorbeeld ex-politieke gevangenen die in hongerstaking gingen. Zulke dingen waren ‘normaal’ voor mij als kind. Maar verder was ik niet zo bezig met wat er in Iran gebeurde. Totdat de groene protestbeweging begon in 2009.
Toen kwamen mensen als ik, die in het westen zijn opgegroeid, opeens meer in contact met jongeren uit Iran die bijvoorbeeld in Europa of Amerika kwamen studeren. Voor mij was dat een hele ingrijpende periode, alsof mijn verleden werd geactiveerd. Door de groene beweging werd mijn generatie opeens gepolitiseerd; een emotionele tijd.
Nu ik wat ouder ben en het al zo vaak heb gezien, reageer ik wat koeler op de protesten. Maar op mijn manier probeer ik iets te doen, onder meer met onderzoek. Mijn Tilburgse collega Ammar Maleki en ik hebben meerdere keren tussen 2019 en 2022 data verzameld in Iran door online surveys af te nemen die anonimiteit garanderen voor potentieel angstige respondenten. Die data laten zien dat de protesten door een heel significant deel van de bevolking worden gesteund en niet, zoals altijd werd beweerd, alleen door een bepaalde groep.
Toonaangevende instituten als World Values Survey en Gallup kwamen steeds met absurde statistieken als: ‘99% van de Iraniërs ziet zichzelf als moslim’. Negenennegentig procent! Serieus!? En dan gaat er geen belletje rinkelen dat deze cijfers misschien niet helemaal betrouwbaar zijn? Gevolg is dat wanneer uit kwalitatief onderzoek naar voren komt dat Iraniërs helemaal niet zo religieus zijn en tegen het regime zijn, dat mensen met die cijfers komen en zeggen: ‘Nee hoor, kijk maar, 99%...’. Met onze data kunnen we dat nu gelukkig weerleggen.
Bang
Raha: Natuurlijk ben ik soms ook bang. Door de dood van Ali Motamed, een Iraanse elektricien die in 2015 in Almere is geliquideerd voor zijn huis, kwam het heel dichtbij en realiseerde ik me dat de tengels van het regime ook tot op Nederlandse bodem reiken. Maar ondanks mijn angst, ben ik sindsdien alleen maar vocaler en actiever geworden. Ik ben ervan overtuigd dat ik in Teheran ergens op een lijstje sta als activist. Maar ik ben op het punt gekomen dat ik denk: dit is dan maar de prijs die ik ervoor betaal.
Ik ben ervan overtuigd dat ik in Teheran ergens op een lijstje sta als activist. Maar ik ben op het punt gekomen dat ik denk: dit is dan maar de prijs die ik ervoor betaal.
We zijn in het buitenland helemaal niet veilig
, denkt ook Pooyan. De afgelopen veertig jaar zijn honderden mensen die buiten Iran verbleven ontvoerd of gedood door het Islamitische regime. Ze proberen ook de grens tussen rationele en irrationele angst te vervagen, zodat je niet goed kan inschatten of je wel of niet veilig bent.
Maar de dreiging weerhoudt ook Pooyan en zijn omgeving er niet van om zich uit te spreken, deel te nemen aan demonstraties en zich op andere manieren in te zetten voor Iran. Mijn vrouw, Sara Emami, heeft een tekening gemaakt die is uitgegroeid tot wereldwijd symbool van de Iraanse protesten. En - op een andere manier impactvol dan de tekening - worden Ammar en ik nu uitgenodigd door politici om over onze data te spreken. We proberen de informatie achter de cijfers te laten zien, want hoewel ze in hoge mate betrouwbaar zijn, moet je ook weten hoe je ze niet moet lezen.
We proberen de informatie achter de cijfers te laten zien, want hoewel ze in hoge mate betrouwbaar zijn, moet je ook weten hoe je ze níet moet lezen.
Verder bereiken we aardig wat mensen doordat we onder andere werden geciteerd door de Wall Street Journal en een analyse publiceerden in The Conversation.
Machteloosheid en daadkracht
Iran bezoeken kan niet. Nou ja, het kan wel, maar we komen er niet levend uit
, vertelt Raha. Communiceren met familie is ook vrijwel onmogelijk. Waar ik elke vijf minuten op Twitter en andere kanalen kijk, is het internet in Iran zo goed als weg.
Waar ik elke vijf minuten op Twitter en andere kanalen kijk, is het internet in Iran zo goed als weg.
Er zijn wel vlagen van machteloosheid. Dan zie je zoveel beelden van mensen die dood op straat liggen en mensen die in elkaar worden getrapt. Dat is overweldigend. Ik probeer dat gevoel om te zetten in daadkracht, onder meer door informatie te verspreiden en er bij het kabinet op aan te dringen actie te ondernemen. De afgelopen veertig jaar heeft het Westen constant geprobeerd verzoeningsbeleid te voeren met Iran en geprobeerd de dialoog te behouden. Het heeft nergens toe geleid. Iran is talloze keren gewezen op mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de menselijkheid, en nooit heeft dat iets opgeleverd. Ik denk dat internationale sancties nog de enige manier is.
Pooyan: Dat er nu meer internationale (media)aandacht is, helpt regeringen hopelijk om minder te denken aan hun economieën en meer aan mensenrechten. Mensen zoals ik roepen al twintig jaar dat je het regime niet kan hervormen. Maar we werden niet serieus genomen door westerse academici en regeringen. Ze hielden altijd hoop dat het op de één of andere manier wel kon. Er is veel energie in gestoken, maar het regime bewees keer op keer dat het tevergeefs was.
Hoopvol
Raha: Het is hartverwarmend om zovelen nu solidair te zien met mijn moederland. Anderzijds vind ik het tragisch dat het zo lang heeft geduurd. Ik denk dat als de mensen in Iran zich tijdens eerdere opstanden meer gezien en gesteund hadden gevoeld, er al meer had kunnen worden bereikt.
Maar ik ben hoopvol voor de toekomst. We zien nu alle lagen van de bevolking en met name mijn generatie, oftewel de toekomst van Iran, de straat opgaan. Ik vind ze zo ontzettend moedig. Ze zijn daar in zo’n strijd opgegroeid, hebben zo lang in onderdrukking geleefd, hebben nooit zichzelf kunnen zijn, hebben altijd dingen in het geheim moeten doen…dat ontploft nu. Met hen valt niet meer te sollen.
Ook Pooyan ziet een duidelijke verandering. Ik ben blij dat het vertoog veel meer is verschoven naar regime change. Dat was eerst een soort vies woord, maar nu hoor je overal dat mensen op alle mogelijke manieren zeggen: wij willen van dit regime af. Niet meer ‘laten we de Hijab wat minder strak doen’, nee, ze steken de Hijab in brand!
Niet meer ‘laten we de Hijab wat minder strak doen’, nee, ze steken de Hijab in brand!
Over de vraag of Pooyan net zo hoopvol is als Raha, moet hij even nadenken. Ik denk dat ik op de korte termijn niet zo hoopvol ben, maar op de langere termijn wel. Elke tien, twintig jaar wordt gezegd ‘deze generatie is écht anders’, en dat is ook echt zo, maar wanneer de echte omslag zal zijn, is niet te voorspellen.
Dat er dingen aan het veranderen zijn, is zeker. Moet je je voorstellen: ten tijde van de Islamitische revolutie was de helft van de bevolking analfabeet. Analfabetisme onder jonge mensen bestaat nu nauwelijks meer. En de helft van de bevolking woonde op het platteland. Nu is dat nog maar een kwart - in de stad kom je veel meer mensen tegen die anders zijn dan jij. Mensen zijn bovendien steeds minder religieus. In dat opzicht ben ik wel hoopvol. Uit een nieuw rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt overigens opvallend genoeg dat Iraniërs in Nederland het minst religieus zijn van iedereen.
Raha heeft een oproep aan studenten: Lees het nieuws, deel zoveel mogelijk informatie, onderteken petities, kom naar demonstraties en roep de Nederlandse overheid op om hard op te treden tegen het regime dat letterlijk het eigen volk aan het uitmoorden is. Hoe klein je ook denkt dat je bijdrage is - bijvoorbeeld iets retweeten – het doet al veel!
Zie ook:
- Evenement in de Balie op 29 oktober, waar zowel Pooyan als Raha spreken: Tegen de macht: Vrouw, leven vrijheid! - De Balie
- Conferentie op 8 november: ‘Islam, Gender and Society in Contemporary Iran’
- Artikel in The Conversation van Pooyan Tamimi Arab en Ammar Maleki