Cathelijne Reincke: “Als je een publieke dialoog goed wil doen moet je experts begeleiden in hun rol”
Cathelijne promoveert op de vragen: hoe kunnen we studenten opleiden tot onderzoekers die samen met de samenleving kunnen en willen reflecteren op de maatschappelijke betekenis van hun onderzoek? Welke vaardigheden hebben zij daarvoor nodig, en hoe kunnen we hen die het beste aanleren? Onlangs publiceerde zij een artikel over wetenschapscommunicatie gebaseerd op dialoog.
We weten al best lang dat bij het communiceren van wetenschap, dialoog beter werkt dan eenzijdig informatie zenden. Waarom doen we het dan niet veel vaker?
“Onderzoekers weten vaak niet goed welke rollen ze kunnen aannemen anders dan de informerende rol. Daarom moeten we ze begeleiden en hen dat leren in de opleiding. Om een dialoog over wetenschap goed te kunnen doen, moeten we ook weten: hoe voer je die verschillende rollen het beste uit: welke vaardigheden heb je dan nodig? Dat is een deel van waar mijn onderzoek over zal gaan.”
Hoe pak je dat aan?
“De DNA-dialoog dient als casus, waarin we onderzoeken welke rollen we studenten moeten aanleren voor het voeren van een vruchtbare dialoog en wat daarvoor nodig is. We observeren dialoogsessies en kijken hoe experts zich gedragen en wat wel en niet werkt.”
Wat voor soort kennis heb je daarvoor nodig?
“De vraag is inderdaad: welke disciplines moet je betrekken om hier goed inzicht in te krijgen? In mijn artikel wijs ik op drie ‘verantwoordelijkheden’ voor onderzoekers in dialoog met een breed publiek: naast het delen van wetenschappelijke kennis is het belangrijk dat zij luisteren naar en leren van de input van de ander en investeren in de relatie met de ander. Ik zoek uit wat er over deze drie aspecten te vinden is in wetenschappelijke literatuur. Over het tweede aspect en dan met name luistervaardigheden wordt veel geschreven door communicatiewetenschappers, maar ook bijvoorbeeld door organisatiewetenschappers en psychologen. We geven deze gereedschappen aan studenten die zich hierin bekwamen, en kijken vervolgens wat het effect is.”
Ik denk dat het belangrijk is dat experts benadrukken dat wetenschappelijke kennis niet de enige bron is die je nodig hebt om ergens een mening over te vormen, ervaringen en waarden spelen daarin ook een rol.
Kun je een voorbeeld geven van een dialoogsessie in de praktijk?
“Een kleine setting werkt vaak beter, dus niet teveel publiek en de experts tussen of op gelijke hoogte met het publiek. Zo kan de expert goed reageren op wat hij/zij hoort van het publiek, met mimiek en lichaamstaal, een reactie, ook met doorvragen en laten zien dat je hoort wat de ander zegt.
Zo waren we een keer met de DNA-dialoog op de huishoudbeurs. Er zat een kleine kring deelnemers en experts, op gelijke voet, en ik zag dat mensen heel open waren over hun wensen en angsten. Daardoor kon de discussie veel dieper gaan en konden we ook onderliggende waarden bespreken. Het is belangrijk op zo’n moment dat mensen zich vrij voelen en de ruimte krijgen, uitgenodigd worden en er doorgevraagd wordt. Ik denk dat het belangrijk is dat experts benadrukken dat wetenschappelijke kennis niet de enige bron is die je nodig hebt om ergens een mening over te vormen, ervaringen en waarden spelen daarin ook een rol.”
Zijn dit vaardigheden die we van iedere onderzoeker kunnen verwachten?
“De DNA-dialoog werkt met een moderator en ik denk dat dat een goede keuze is. Modereren is een kunst op zich en vergt specifieke vaardigheden die we niet van iedere onderzoeker mogen verwachten. In dit geval kijken we naar de vaardigheden die onderzoekers nodig hebben naast de moderator. In het DNA-lab werken we zonder moderator, studenten zijn naast hun rol als expert ook verantwoordelijk voor het begeleiden van het groepsproces. Dit maakt meer directe interactie mogelijk, wat de gevoelsmatige afstand tussen expert en scholieren kan verkleinen.
Hoe dan ook, als je een publieke dialoog goed wil doen moet je experts begeleiden in hun rol. Deze dialogen hebben op meerdere niveaus effect. Voor een individueel project of onderwerp is het een goede manier om te kijken hoe een publiek ergens in staat. Maar op macroniveau dragen dit soort dialogen bij aan het vertrouwen tussen de partijen. Mensen leren dat ze ook invloed kunnen hebben op onderzoek, en het stelt ons in staat onderzoek af te stemmen op de wensen van de maatschappij.”