Kan het aansprakelijkheidsrecht helpen klimaatverandering tegen te gaan?

De Urgenda-zaak en de Shell-klimaatzaak hebben laten zien dat de rechter niet meer om de vraag heen kan of overheden en bedrijven verplicht zijn om maatregelen te treffen om hun broeikasgasuitstoot te beperken. Inmiddels zien we ook wereldwijd een toename van civielrechtelijke zaken over (verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor) klimaatverandering.

Maar, hoe verdelen we de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering en de gevolgen daarvan? En is het wel aan de rechter om hier een oordeel over te vellen, of is dit een taak van regering en parlement? En kan de rechter wel goed beoordelen wat de oorzaken en effecten zijn van klimaatverandering? Ten slotte speelt de (empirische) vraag in welke mate dit soort klimaataansprakelijkheidsprocedures bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering.