Diploma van een niet-Nederlandse universiteit

Dit is een selectieve master. Je kunt worden toegelaten tot dit masterprogramma als je een bachelor- of masterdiploma hebt van een niet-Nederlandse universiteit (zolang het een equivalent is van een Nederlandse universiteit). Voor deze master is specifiek een bachelor- of masteropleiding van een medische faculteit (bijvoorbeeld Geneeskunde of Biomedische wetenschappen) of van een faculteit Geesteswetenschap/Letteren/Cultuurwetenschappen (bijvoorbeeld communicatie, geschiedenis of filosofie) vereist. Voor studiekiezers die als zorgprofessional werkzaam zijn in de gezondheidszorg telt deze specifieke vooropleidingseis niet. Zij kunnen zich aanmelden onafhankelijk van de vooropleiding. Wel is toelating altijd gebaseerd op een evaluatie van de student haar of zijn potentie om het masterprogramma binnen de daarvoor gestelde tijd succesvol af te ronden. Alle studenten die zich aanmelden dienen daarom te beschikken over:
 

1. Kennis en inzicht op het gebied van geesteswetenschappen.
   Dit blijkt uit minimaal 15 EC aan geesteswetenschappelijke cursussen op bachelor-niveau (bijv. cursussen uit de minor Medical Humanities aan de UU, en/of cursussen van opleidingen zoals geschiedenis, communicatie, literatuurwetenschap, filosofie, etc.).
    
2. Kennis en inzicht op het gebied van organisatie van de gezondheidszorg. 
   Dit blijkt uit 7,5 EC op dit gebied (bijv. cursus Geschiedenis en Filosofie van de Geneeskunde aan de UU, onderdeel van de minor Medical Humanities of een cursus waaruit kennis op het gebied van de organisatie van de gezondheidszorg blijkt). Coschappen tellen niet mee voor deze toelatingseis, maar bijvoorbeeld een cursus als Oriëntatie op zorg en maatschappij wel.
    
3. Kennis, theorieën en methoden die zorgen voor pluriformiteit en interdisciplinariteit in de opleiding.
   Dit laat je zien door middel van een betoog van maximaal 800 woorden. In dit betoog beschrijf je:
   • Welke theorieën, onderzoeksmethoden en kennis jij inbrengt vanuit je vooropleiding;
   • Hoe je met deze theorieën, methoden en kennis een bijdrage zal leveren aan deze masteropleiding waar complexe problemen op het gebied van zorg en gezondheid centraal staan.
      
4. Goede schriftelijke vaardigheden en creativiteit in de brede zin van het woord.
   Dit blijkt uit een schriftelijk product uit je vooropleiding. Dit mag een rapport, essay, werkstuk, adviesrapport, reflectie, verhaal, gedicht, of ander schriftelijk product zijn en moet al beoordeeld zijn tijdens je vooropleiding. Dit product is niet langer dan 10 pagina’s. Uit dit product moet blijken dat de student goede schriftelijke vaardigheden beheerst en het vermogen heeft creatief na te denken. Voor professionals in het zorgdomein mag dit een werkgerelateerd product zijn dat je recentelijk hebt geschreven. Beschrijf in maximaal 100 woorden voor welke cursus en/of opdracht je dit product hebt geschreven.

Selectieprocedure

Aan de hand van de door jou aangeleverde documenten beoordeelt de toelatingscommissie of je in staat bent het programma met goed gevolg en binnen de tijd die ervoor staat af te ronden, en of je voldoende bij kan dragen aan het interdisciplinaire karakter van de opleiding. De commissie weegt daarbij mee:

• Inbreng van relevante theorieën, methoden, en kennis zoals dat blijkt uit je betoog, om pluriformiteit en interdisciplinariteit van de opleiding te kunnen garanderen.
• Niveau van de relevante kennis en beheersing van relevante methoden en technieken. Dit blijkt uit je vooropleiding en het door jou gevolgde studieprogramma (je lijst met afgeronde cursussen).
• Motivatie voor het programma en interesse in complexe problemen in en rond zorg en gezondheid. Dit blijkt uit je betoog en het door jou gevolgde studieprogramma.
• Communicatieve vaardigheden en creativiteit. Dit blijkt uit je meegestuurde product.
• Beheersing van de in het programma gehanteerde taal.

Om je aanmelding te kunnen voltooien hebben we twee opleidingsspecifieke documenten nodig:
 

1. Een betoog van maximaal 800 woorden waarin je uiteenzet in hoeverre jij kan bijdragen vanuit je eigen discipline aan de interdisciplinariteit van de opleiding. In dit betoog beschrijf je:
   • welke theorieën, onderzoeksmethoden en kennis jij inbrengt vanuit je vooropleiding;
   • hoe je met deze theorieën, methoden en kennis een bijdrage zal leveren aan deze masteropleiding waar complexe problemen op het gebied van zorg en gezondheid centraal staan.
      
2. Goede schriftelijke vaardigheden en creativiteit in de brede zin van het woord. Dit blijkt uit een schriftelijk product uit je vooropleiding. Dit mag een rapport, essay, werkstuk, adviesrapport, reflectie, verhaal, gedicht, of ander schriftelijk product zijn dat al beoordeeld is tijdens je vooropleiding. Dit product is niet langer dan 10 pagina’s. Uit dit product moet blijken dat de student goede schriftelijke vaardigheden beheerst en het vermogen heeft creatief na te denken. Voor professionals in het zorgdomein mag dit een werkgerelateerd product zijn dat je recentelijk hebt geschreven. Beschrijf in maximaal 100 woorden voor welke cursus en/of opdracht je dit product hebt geschreven.

Verder dien je ook in:

• Gewaarmerkte kopieën van je diploma (indien nodig met officiële vertalingen) of het Bewijs te behalen diploma (alleen als je je diploma nog niet ontvangen hebt)

• Gewaarmerkte kopieën van je cijferlijst (indien nodig met officiële vertalingen)

• Nog te behalen onderdelen

• Een beknopt CV (max. 2 pagina's)