Instrumenten een- of meertaligheid

Er kan overlap zijn tussen de taalprofielen van kinderen die een tweede taal leren en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Hierdoor is de diagnosestelling bij meertalige kinderen vaak lastig en kan het moeilijk zijn om bij deze kinderen een TOS te herkennen. In het juninummer (2016) van het Nederlands tijdschrift voor Logopedie is een artikel opgenomen waarin we drie nieuwe instrumenten introduceren die geschikt zijn voor gebruik in eentalige en meertalige contexten.

  1. Meertalig Assessment Instrument voor Narratieven (MAIN)
  2. Quasi-Universele Nonwoord Repetitietaak
  3. Oudervragenlijst

Zie: Boerma, T. & Blom, E. (2016). Taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis? Diagnosestelling bij meertalige kinderen als testen in beide talen niet mogelijk is. Nederlands tijdschrift voor Logopedie, juninummer.


Meertalig Assessment Instrument voor Narratieven (MAIN)

MAIN Meertalig Assessment Instrument
Voorbeeldverhaal van een modelverhaal. Uit ‘MAIN: Multilingual assessment instrument for narratives’, door N. Gargarina, D. Klop, S. Kunnari, K. Tantele, T. Välimaa, I. Balcininiene . . . J. Walters., 2012, Paper in Linguistics, 56, p 14.

De MAIN is een instrument om de narratieve vaardigheden van een- en meertalige kinderen tussen de 3 en 10 jaar in kaart te brengen. Het instrument bestaat uit 4 verhaaltjes van vergelijkbare complexiteit. De verhaaltjes worden verteld aan de hand van 6 kleurenplaatjes. Verhaalbegrip wordt getest aan de hand van 10 vragen en productie wordt gemeten door het aantal genoemde plotelementen te tellen.

In het artikel van Boerma, Leseman, Timmermeister, Wijnen en Blom (2016) wordt onderzoek met de MAIN in de Nederlandse context gerapporteerd. In deze studie worden de narratieve vaardigheden van eentalige en meertalige kinderen met en zonder een TOS vergeleken.

Boerma, T., Leseman, P., Timmermeister, M., Wijnen, F. & Blom, E. (2016). Narrative abilities of monolingual and bilingual children with and without language impairment: implications for clinical practice. International Journal of Language & Communication Disorders. doi: 10.1111/1460-6984.12234

> Download een pre-print versie van het artikel.

De MAIN (plaatjes en Nederlandstalige handleiding) is te verkrijgen via de website van het Zentrum für Allgemeine Sprachwissenschaft (ZAS).

 


Quasi-Universele Nonwoord Repetitietaak

Nonwoord repetitietaak

Het is alom bekend dat een nonwoord repetitietaak moeilijk is voor kinderen met een TOS. Ondanks dat in deze taak nonwoorden worden getest, heeft onderzoek uitgewezen dat ervaring met een specifieke taal invloed heeft op het herhalen van nonwoorden. Hierdoor is deze taak vaak moeilijker voor meertalige kinderen. De recent ontwikkelde Quasi-Universele Nonwoord Repetitietaak minimaliseert de invloed van taalspecieke kennis en ervaring doordat de nonwoorden in deze taak compatibel zijn met de fonologie van heel veel verschillende talen.

In het artikel van Boerma, Chiat, Leseman, Timmermeister, Wijnen en Blom (2015) wordt onderzoek met de Quasi-Universele Nonwoord Repetitietaak in de Nederlandse context gerapporteerd. In deze studie worden de prestaties van eentalige en meertalige kinderen met en zonder een TOS op deze taak vergeleken.

Zie: Boerma, T., Chiat, S., Leseman, P., Timmermeister, M., Wijnen, F., & Blom, E. (2015). A Quasi-Universal Nonword Repetition Task as a Diagnostic Tool for Bilingual Children Learning Dutch as a Second Language. Journal of Speech, Language and Hearing Research, 58(6), 1747-1760. doi: 10.1044/2015_JSLHR-L-15-0058.

> Download een pre-print versie van het artikel.

De taak wordt afgenomen met een powerpoint. Hiervan bestaan verschillende versies. In het artikel van Boerma en collega’s (2015) wordt de versie gebruikt met een buitenaards wezentje dat het kind een vreemde taal wil leren. Daarnaast is er een versie waarin kinderen door een nonwoord te herhalen een kraal aan een ketting rijgen. In deze twee versies van de taak worden dezelfde nonwoorden gebruikt. De verschillende versies zijn hieronder te downloaden met en zonder instructies/oefenitems.
 


Oudervragenlijst

Uit eerder onderzoek blijkt dat informatie van de ouders over de taalontwikkeling van hun kind bijzonder waardevol kan zijn voor het herkennen van een TOS, zowel bij eentalige als meertalige kinderen. In ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van de Questionnaire for Parents of Bilingual Children (PaBiQ). Hierin wordt de vroege en huidige taalontwikkeling van het kind in kaart gebracht. Daarnaast wordt informatie verzameld over de taalomgeving thuis.

Voor informatie over de bruikbaarheid van een deel van deze oudervragenlijst verwijzen we u naar het artikel in het Nederlands tijdschrift voor Logopedie.