Positieve en inclusieve seksuele vorming in het voortgezet onderwijs

Nederland staat internationaal bekend om de relatief goede seksuele gezondheid van jongeren, waar een hoge kwaliteit van seksuele vorming op scholen aan zou bijdragen. Toch zijn er anno 2023 zorgen over de kwaliteit van het seksuele vormingsonderwijs in Nederland. Jongeren hebben aangegeven dat zij niet tevreden zijn met de seksuele vorming die zij krijgen. Seksuele vorming is op veel middelbare scholen eenmalig en voornamelijk gericht op het voorkomen van risico’s, terwijl jongeren, zowel in de onder- als de bovenbouw, meer aandacht willen voor het bespreken van thema’s zoals seksueel plezier, respect, consent, gelijkwaardigheid en LHBTI+ diversiteit.

Bij positieve en inclusieve seksuele vorming komen deze thema’s aan bod en worden leerlingen op een leeftijdsadequate manier ondersteund in hun relationele en seksuele ontwikkeling. Hoewel onderzoek laat zien dat dit type seksuele vorming meer bijdraagt aan een gezonde seksuele ontwikkeling dan de risicogerichte aanpak, is er ook weerstand tegen vanuit de maatschappij. Zo bestaan er veel misvattingen over en worden scholen geconfronteerd met weerstand van leerlingen en/of hun ouders.

Dit rapport beschrijft het perspectief van docenten op het geven van positieve en inclusieve seksuele vorming. Wat verstaan docenten onder de definitie positieve en inclusieve seksuele vorming? In hoeverre beschikken zij over kennis, attitudes en vaardigheden op het gebied van positieve en inclusieve seksuele vorming? Wat ervaren zij als barrières bij het geven van positieve en inclusieve seksuele vorming? En wat werkt juist wel? In het bijzonder wordt hierbij ingegaan op het lesgeven aan een cultureel diverse leerlingenpopulatie en het omgaan met weerstand.

Betrokken onderzoekers

Financiering

Dit project is gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit (FWOS)