Testimonials

“Ik hoop dat mijn leerlingen me zien als iemand die om hen en om hun schooltraject geeft.”

Askin Ceylan, alumna

Mijn liefde voor geschiedenis is ontstaan op de middelbare school. Het was één van de weinige vakken waarvoor ik de boeken al ging lezen voor de stof behandeld werd. Ik had een docent die ook nog eens heel boeiend kon vertellen. Het was nooit moeilijk om mijn aandacht erbij te houden. Vanwege die interesse ben ik Geschiedenis gaan studeren aan de Universiteit Utrecht, gevolgd door de master Geschiedenis: educatie en communicatie. Nu probeer ik voor mijn leerlingen net zo’n inspirerende docent te zijn als de docent die ik vroeger zelf had.

Ontdekken hoe leuk het is
Het lesgeven zat altijd wel in mijn achterhoofd, maar pas tijdens de Educatieve minor ontdekte ik hoe leuk het écht is. Mijn eerste stagebegeleider liet me gelijk voor de klas staan. Zo kon ik ervaren hoe het is om leerlingen te prikkelen en de interactie aan te gaan. Dankzij die minor wist ik zeker dat mijn hart bij het onderwijs ligt. Ik was enthousiast en wilde doorstuderen om ook mijn eerstegraads bevoegdheid te halen. Ik kreeg bovendien bepaalde vrijstellingen, waardoor ik deze tweejarige master in anderhalf jaar kon doen.

Terugvallen op kennis uit college
Binnen de master combineer je continu theorie en praktijk, doordat je op hetzelfde moment vakken volgt en stageloopt. Aan de ene kant ligt de nadruk op wetenschap en academische vaardigheden en aan de andere is het heel erg praktisch. De theoretische vakken zijn ook echt relevant, zoals Vakdidactiek. Tijdens die ene dag per week die je op de universiteit bent, leer je over dingen die kunnen gebeuren in de klas. Geregeld belandde ik kort daarop in zo’n situatie en kon ik terugvallen op wat ik had opgestoken tijdens college.

Pubers zijn nog echt in een vormende fase in hun leven, het is zo interessant om dat mee te mogen maken.

Zelf nog aan het groeien
Nu ik werk heb ik een heel goed beeld van wat mijn individuele leerlingen nodig hebben. Toen ik net begon had ik nog geen idee van hun kennis. Tijdens de stage leer je dat ook, vooral door te doen en door de feedback die je krijgt. Ik heb altijd aan het eind van een les een moment met mijn stagebegeleider gepakt om even te sparren. Dat was erg nuttig. Nu probeer ik zelf in mijn lessen om geschiedenis tastbaar te maken. Ik wil dat het in de belevingswereld van mijn leerlingen past, in plaats van dat het ver van ze afstaat. Hoe ik dat doe, verschilt per klas. Soms werkt het goed om te vertellen, maar soms zet ik activerende methoden in. Daar groei ik ook nog in.  

De verschillende rollen als leraar
Het verschil tussen lesgeven in de onder- en in de bovenbouw is enorm. Zeker als je een brugklas hebt met leerlingen die nog moeten wennen aan jou als docent en aan het vak. Hoewel de inhoud ook belangrijk is, ben je dan ook bezig als pedagoog en vakdidacticus. De dynamiek in de klas is heel anders dan bij de hogere klassen. Daar kun je je veel meer richten op de inhoud en de vaardigheden van de leerlingen. Ze zijn ouder en willen serieus genomen worden. Eigenlijk vind ik het allebei heel erg leuk. Ik hoop dat mijn leerlingen me zien als een docent die benaderbaar is. Als iemand die om hen geeft en om hun schooltraject.

Partners in de klas
Het werken met pubers vind ik te gek. Ze zijn nog zo in een vormende fase in hun leven, ik vind het heel interessant om dat mee te mogen maken. Je ziet ze groeien en ontwikkelen, ook qua puberaal gedrag. Daar moet je de lol een beetje van kunnen inzien. Ik zie mijn leerlingen niet als een stel pubers, maar als partners in de klas. Veel van hen zijn supervlot en bevlogen en dankzij al die verschillende karakters bij elkaar is mijn werk heel erg dynamisch. Geen dag is hetzelfde.

Een gecombineerde baan
Op mijn stageschool heb ik nu een aanstelling voor een aantal uur. Daarnaast volg ik mijn laatste vakken en loop ik stage bij het Utrechts archief. Ik kon ook keuzecursussen volgen, maar heb gekozen voor een stage buiten het onderwijs, maar wel in het educatieve domein. Het is een andere hoek, maar toch is het handig dat ik kennis heb over hoe het er op een school aan toe gaat. Ik ben nu bezig met het verzamelen met bronnen en educatieve opdrachten voor een platform voor geschiedenisdocenten. Een combinatie van werk zoals dit en zelf lesgeven lijkt me heel leuk.

Askin Ceylan is alumna Geschiedenis: educatie en communicatie. Zij werkt part-time op een middelbare school en loopt nog stage bij het Utrechts archief.

 

"Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn keuze voor deze master."

Daniël van Beek, alumnus

Tijdens mijn bachelorstudie Geschiedenis had ik een bijbaan als gids bij de Domtoren in Utrecht. In de korte tijd die ik met een groep – meestal scholieren – had, moest ik snel iets opbouwen. Vaak had ik maar een uurtje om ze enthousiast te maken en mee op avontuur te nemen. Het lukte me goed om me steeds aan te passen aan een nieuwe klas met andere energie. Daar wilde ik meer mee. Ik had altijd al affiniteit met het onderwijs en besloot me in te schrijven voor de master Geschiedenis: educatie en communicatie. Daar heb ik geen seconde spijt van gehad.

Iets kleins kan activeren
Tijdens de master heb ik kennis gemaakt met het didactische aspect van het leraar zijn. Daar is deze opleiding heel sterk in. Er zijn bepaalde trucjes om iets over te brengen op leerlingen. Iets kleins kan scholieren al activeren. De twee keer dat je vakdidactiek volgt tijdens de master, sluit de stof ook aan bij het niveau van de stage die je op dat moment loopt (eerste- of tweedegraads). Je past alles dus gelijk toe in de praktijk. Het didactische en pedagogische loopt als een rode draad door de opleiding.

Het intunen op de energie van een klas is heel belangrijk. Als je dat kunt sturen, kun je zoveel bereiken.

Samen aan de slag
Het intunen op de energie van een groep is heel belangrijk. Als je dat kunt sturen, kun je veel bereiken. Ook als de groep erg druk is, kun je de energie omzetten in iets positiefs. Dan kun je samen aan de slag. Dat stukje klassenmanagement gaat me goed af. Wat ik tijdens mijn stage gek genoeg spannender vond was het maken van toetsen voor mijn klas. Hoe wist ik of het op het juiste niveau was? In zo’n geval is het fijn dat je prettige collega’s hebt aan wie je iets kunt voorleggen.

Goed contact
Er ligt tijdens deze master ook veel nadruk op reflecteren: wat moet ik kunnen? En wat verwacht ik van de leerlingen? Dit bespreek je met je stagebegeleider, maar ook met je studiegenoten en docenten. Over de begeleiding vanuit de Graduate School of Teaching ben ik erg positief. Ik heb goed contact met mijn stagebegeleider vanuit de universiteit en met de vakdidactici. Als ik vragen heb, kan ik altijd bij ze aankloppen. Dat is zo fijn aan een kleine opleiding.

Een klas vol pubers
Ik kijk er heel erg naar uit om na mijn scriptie echt aan het werk te gaan als docent geschiedenis. Straks heb ik een klas met 24 pubers en dus 24 persoonlijkheden. Het is verschrikkelijk leuk om daar iets mee op te bouwen. Werken met leerlingen is gewoon fantastisch!

Daniël van Beek is student Geschiedenis: educatie en communicatie. Op dit moment werkt hij aan zijn afstudeerscriptie. Na zijn opleiding gaat hij aan de slag als docent geschiedenis.