Studieprogramma

De studierichting Wiskunde en toepassingen duurt net als de bachelor Wiskunde drie jaar. Elk jaar bestaat uit vier blokken van tien weken. Per blok volg je twee vakken, en ieder blok wordt afgesloten met een tentamenweek. Je volgt de wiskundevakken gezamenlijk met alle wiskundestudenten.

Halverwege het eerste jaar kies je een toepassingsgebied uit de volgende vier onderwerpen:

Het jaar is verdeeld in vier blokken, en je volgt twee vakken per blok. Vanaf het eerste jaar kun je al vakken volgen bij andere opleidingen in het toepassingsgebied van je keuze. Hier ontdek je hoe de wiskunde in dat vakgebied wordt toegepast. Je sluit je bachelor af met een multidisciplinaire bachelorscriptie waarin je werkt aan een toepassing uit het gekozen gebied.

Werkvormen 

Bij het onderwijs in de vakken die je volgt gebruiken we verschillende werkvormen. De verdeling is ongeveer als volgt: 

WerkvormTijdsbesteding
Hoorcolleges25%
Werkcolleges25%
Zelfstudie50%

De colleges zijn voor het merendeel in het Nederlands. Ongeveer 50% van de literatuur is in het Engels.  

Groepsgroottes 

Gemiddeld beginnen 140 studenten aan het eerste jaar van de studie Wiskunde. Bij de hoorcolleges zit je dan ook met 140 medestudenten. Bij de werkcolleges zitten in het eerste jaar gemiddeld 25 studenten.  

Studiepaden 

In het tweede en derde jaar mag je zelf je vakken kiezen, binnen de programma-eisen van je toepassingsgebied. Zo stel je je eigen programma samen. Hieronder vind je vier voorbeelden van studiepaden: 

Naar het buitenland 

Tijdens de bacheloropleiding kun je een semester aan een buitenlandse universiteit gaan studeren. We hebben goede contacten met veel andere universiteiten, van Noorwegen tot Japan en van Spanje tot de Verenigde Staten. Ook tijdens de masterfase kun je naar het buitenland.

Educatieve minor

Je kunt ervoor kiezen om een deel van je keuzevakken in te zetten voor het volgen van de educatieve minor, waarin je leert hoe jouw ‘schoolvak’ in elkaar zit en hoe je een interessante les geeft. Naast de theorie loop je stage op een school. Maar het bereid je ook voor op andere vormen van educatie, zoals het geven van trainingen en workshops. Met deze minor ben je met je bachelordiploma (beperkt) bevoegd les te geven in het voortgezet onderwijs.

Meer over de educatieve minor

Studielast 

Bij een universitaire studie ligt het tempo hoger dan wat je van de middelbare school gewend bent. Je maakt vaak lange dagen, en je moet in staat zijn om veel (vaak Engelstalige) stof snel te verwerken. Als je de studie Wiskunde en Toepassingen gaat doen, moet je rekenen op een volle werkweek. Je volgt hoorcolleges en werkcolleges en gaat thuis met de stof aan de slag. In het eerste jaar houden we één dag in de week vrij voor zelfstudie. 

Bindend Studieadvies 

Net als op alle andere Nederlandse universiteiten hanteren we in Utrecht een bindend studieadvies (BSA). Dit betekent dat je in je eerste studiejaar een minimum aantal studiepunten moet halen om verder te mogen met je studie. Bij wiskunde ligt dit minimum op 45 studiepunten (van de in totaal 60 te behalen punten). Haal je dit niet, dan moet je met je studie stoppen. De studieadviseur of tutor helpt je dan bij het zoeken naar een studie die beter bij je past.