Kloostergang

Sint Maarten geeft de helft van zijn mantel aan een bedelaar

De kloostergang dateert uit de 15e eeuw. Utrechtse kanunniken liepen er zingend en biddend rond. Vanuit de tuin zijn, boven de vensters, gebeeldhouwde driehoeken te zien. Deze worden ook wel wimbergen genoemd. In de wimbergen is, in chronologische volgorde, op negentien reliëfs* het leven van Sint Maarten te bekijken, de beschermheilige van de stad Utrecht.

Martinus van Tours (St. Maarten) was een Romeins legerofficier die een stuk van zijn eigen rode uniformmantel afsneed en ter bescherming aan een bedelaar gaf. Dit was geen klein gebaar: het opzettelijk beschadigen van het uniform werd in het Romeinse leger beschouwd als een ernstige misdaad. Doordat hij zijn mantel afsneed, werd zijn witte onderkleed zichtbaar. Deze rood/wit verdeling is vandaag de dag de basis voor het Utrechtse stadswapen.

Na een visioen verliet Martinus in 372 na Christus het leger en werd bisschop van Tours. Na zijn dood werd hij heilig verklaard. Zijn levensverhaal werd al snel met legenden vergeleken en uitgebreid met verslagen van verrichte wonderen.

*De Sint Maartencyclus in de Pandhof begint bij de meest noordelijke wimberg in de oostgang en loopt rond via de zuidgang naar de westgang. Uitleg van de negentien reliëfs:

  1. Martinus drijft de duivel in de gedaante van een geveder­de draak terug met zijn wapenschild.
  2. Martinus deelt zijn mantel lpartitio chfamydis) met een be­delaar te Amiens.
  3. Martinus, als priester, draagt de mis op, bijgestaan door engelen.
  4. Het volk van Tours roept Martinus tot bisschop uit.
  5. Heidenen hakken een door hen heilig geachte pijnboom om; het maken van een kruisteken behoedt Martinus voor verplettering.
  6. Martinus' zegen laat een afgodsbeeld ineenstorten; het onmiddellijk overtuigde volk vernielt het verder.
  7. Martinus wekt een gestorven kind tot leven.
  8. Martinus drijft een duivel uit een bezetene.
  9. Genezing van een melaatse voor de poorten van Parijs.
  10. Engelen troosten Martinus wanneer hij berouw voelt na gesympathiseerd te hebben met ketters.
  11. Het verlenen van absolutie aan een boer die door een woedende os is neergestoten. De Satan was met een os­sehoorn vol bloed de bisschop komen tarten.
  12. Ontmaskering van een als Christus verklede Satan. Chris­tus zelf verschijnt boven de wolken.
  13. Martinus aan de tafel van keizer Maximus en diens gezel­lin te Trier.
  14. Martinus sticht het klooster van Marmoûtier of Marmon­tan.
  15. Ontdekking van de relieken van de heilige soldaten van het Thebaanse legioen. Uit het gras in St-Maurice d'Agau­ne dauwt bloed.
  16. Martinus op zijn sterfbed. Een monnik houdt hem de Schrift voor. De Satan moet zijn laatste manoeuvres opge­ven.
  17. Het tonen van de relieken van Martinus laat het beleg van Tours door de Noormannen stoppen.
  18. De wonderbaarlijke genezing van bisschop Hilderik van Luik op voorspraak van Martinus en diens leerling en op­volger St Bricius.
  19. Bisschop Hilderik wijdt uit dankbaarheid een kerk aan Martinus.