Testimonials
Angela van Zijl, alumna en neonatoloog
“In de eerste twee jaar van de master van Geneeskunde loop je vele coschappen op diverse afdelingen in verschillende ziekenhuizen. In het laatste jaar van je master - het schakeljaar - kun je je meer toeleggen op een specialisatie. Ook kan je in dat jaar veel wetenschappelijk onderzoek doen. Dat is belangrijk voor als je na je master wilt promoveren. Maar ook als arts-assistent is het van belang om te weten hoe je moet omgaan met wetenschappelijke literatuur.
De master is dus vooral praktisch ingevuld. Maar voordat je een coschap gaat lopen, krijg je een voorbereidend blok met herhaling van de theorie uit de bachelorfase plus verdiepende stof. Dit wordt vaak aan de hand van casussen gedaan wat een goede voorbereiding geeft op het coschap.
In de eerste twee jaar is er ook twaalf weken lang ruimte voor het volgen van keuzevakken of coschappen die niet in het reguliere programma zitten. Zo heb ik een coschap radiologie gedaan en een blok anatomie. Er zijn veel verschillende mogelijkheden, ook buiten de kliniek, zoals management of een coschap in het buitenland.
In het laatste jaar van de master loop je een stage van drie maanden en word je als semi-arts klaargestoomd om arts-assistent te worden. Je leert zelfstandiger te werken en krijgt meer verantwoordelijkheden. Deze fase helpt je echt om je voor te bereiden op het werk na je master."