Studieprogramma
Het programma van de master Geneeskunde bestaat voornamelijk uit coschappen in de verschillende klinische vakgebieden. Het laatste jaar, het schakeljaar, vormt een brug naar medische vervolgopleidingen.
Studieopbouw
Het programma van het eerste en tweede jaar van de master Geneeskunde bestaat voornamelijk uit coschappen in de verschillende klinische vakgebieden, welke gebundeld zijn in de zogenaamde LINKs (Longitudinale INtegratie in de Kliniek). Daarnaast maken LINK-voorbereidende theorieblokken, keuzeonderwijs en lijnonderwijs deel uit van het programma.
Tijdens de coschappen van de master staan medische kennis en medisch functioneren op de voorgrond. Het is de bedoeling dat je zo zelfstandig mogelijk patiënten ziet en anamnese, lichamelijk onderzoek, interpretatie en behandelplan documenteert in het medisch dossier.
Het zogenaamde schakeljaar is het derde en laatste jaar van de master, en is ingericht als brug naar de vervolgopleidingen. Je functioneert onder andere als semi-arts op een klinische afdeling naar keuze en je doet een wetenschappelijke stage.
Opbouw studie
Inhoud
In blok Rood bereid je je voor op de coschappen obstetrie/gynaecologie, kindergeneeskunde en klinische genetica (LINK Rood).
Tijdens het blok wordt ingegaan op belangrijke klinische problemen waarmee een basisarts te maken kan krijgen. Een brede variatie aan onderwerpen wordt besproken vanuit de klinische context maar ook met aandacht voor de pathofysiologische basis.
Het vaardigheidsonderwijs gynaecologie/obstetrie richt zich op de anamnese en het lichamelijk onderzoek van de zwangere en de vrouw met gynaecologische problematiek; het vaardigheidsonderwijs van het kind richt zich op de anamnese en het lichamelijk onderzoek van de neonaat en het grotere kind en op “basic life support” van het kind. Daarnaast is er vaardigheidsonderwijs in communicatie.
Werkvormen
Er zijn verschillende onderwijsvormen waaronder werkcolleges, werkgroepen, bespreking van het ochtendrapport,
vaardigheidsonderwijs en practica.
Plaats in het curriculum
Blok Rood vindt plaats in Masterjaar 1 en duurt 6 weken.
Toetsing
Aan het eind van blok Rood vindt een digitale toets plaats.
Examinator: mw. dr. S.P.M. Geelen, sgeelen@umcutrecht.nl
2e coördinator: Dr. A. T. (Titia) Lely, a.t.Lely@umcutrecht.nl
Contactpersoon en informatie: mw. dr. S.P.M. Geelen, sgeelen@umcutrecht.nl
Inhoud
Tijdens de LINK Rood coschaponderdelen leer je de vakgebieden gynaecologie/obstetrie, kindergeneeskunde en klinische genetica in de praktijk.
Werkvormen en weekstramien
Je ziet patiënten op de polikliniek gynaecologie/verloskunde, kindergeneeskunde en klinische genetica en je helpt mee bij de zorg op de afdelingen en in de verloskamers. De nadruk ligt op de verschillende aspecten van het (poli)klinisch consult: anamnese, lichamelijk onderzoek, het opstellen van een differentiaaldiagnose en het uitwerken van een diagnostisch plan en behandelplan.
Zo mogelijk volg je de onderdelen gynaecologie/obstetrie en kindergeneeskunde (totaal 11 weken) in één ziekenhuis als een longitudinaal geïntegreerd coschap in de kliniek (LINK). Het onderdeel klinische genetica (1 week) vindt plaats in het UMCU.
Tijdens het coschap vinden tevens enkele onderwijsmomenten plaats buiten de kliniek waaronder coaching en discipline gebonden onderwijs.
Het al dan niet verrichten van avond-, nacht- en weekenddiensten hangt af van het plaatselijke patiënten aanbod buiten kantooruren.
Plaats van het coschap in het curriculum
Link Rood volgt op het voorbereidende Blok Rood in Masterjaar 1 en duurt 12 weken.
Toetsing
Het eindoordeel wordt gebaseerd op de beoordeling van de “entrustable professional activities” binnen de verschillende vakgebieden, professioneel gedrag en participatie op de terugkomdagen.
Examinator: mw. dr. S.P.M. Geelen, sgeelen@umcutrecht.nl
2e Examinator: Dr. A. T. (Titia) Lely, a.t.Lely@umcutrecht.nl
Contactpersoon en informatie: mw. dr. S.P.M. Geelen, sgeelen@umcutrecht.nl
Doelstelling en inhoud
In Blok blauw word je voorbereid op LINK blauw, de coschappen in master jaar 1 waarin het onderwijs neurologie, psychiatrie en geriatrie is geïntegreerd.
Blok blauw duurt 6 weken, waarbij diverse thema’s behandeld zullen worden op het gebied van de neurologie, psychiatrie en geriatrie. Er zullen hierbij per vakgebied specifieke ziekten en behandelingen aan de orde komen. Daarnaast zal het focus liggen op de raakvlakken tussen deze specialismen op het gebied van ziektebeelden (o.a. delier, depressie, onbegrepen lichamelijke klachten en cognitieve stoornissen), en symptomen zoals verwardheid, somberheid en uitval. Ook is er onderwijs in de polyfarmacie, waarbij farmacie en geneeskunde studenten samenwerken aan farmacologische onderwerpen gerelateerd aan de neurologie, psychiatrie en geriatrie. Verder zal er gedurende het blok onderwijs worden verzorgd vanuit de leerlijnen PLO-MT en PLO-CA.
Het geschatte aantal contacturen per week ligt rond de 21 uur. Het voorbereidend blok zal worden afgesloten met een digitale toets.
Coördinator/Examinator: Mw. Dr. C.J.M. Frijns, C.J.M.Frijns@umcutrecht.nl
2de coördinator: dr. H.J.J. Verhaar, H.J.J.Verhaar@umcutrecht.nl
Contactpersoon en informatie: Mw. Dr. C.J.M. Frijns, C.J.M.Frijns@umcutrecht.nl
Inhoud
LINK blauw is een geïntegreerd coschap neurologie, psychiatrie en geriatrie, dat plaats vindt in het 1e jaar van de master geneeskunde. LINK blauw duurt in totaal 12 weken. De eerste 5 weken van het coschap vinden plaats op de afdeling neurologie, gevolgd door 5 weken bij de psychiatrie en
2 weken bij de geriatrie. Er zijn tijdens het coschap 2 (vaste) dagen waarop coaching-onderwijs door PLO-CA en geïntegreerd onderwijs door stafleden neurologie, psychiatrie en geriatrie in het UMCU worden verzorgd. Daarnaast is er 1 dag voor een opdracht van het patiëntenpanel en mentoraat (of in de toekomst: het PPP). Het geschatte aantal contacturen per week ligt rond de 40 uur. LINK blauw wordt voorafgegaan door Blok blauw, een voorbereidend blok van 6 weken.
Uitgangspunten LINK blauw
De coassistent heeft na het doorlopen van LINK blauw de kennis, vaardigheden en inzichten om neurologische, psychiatrische en geriatrische klachten en symptomen specifiek per specialisme en in onderlinge samenhang te onderzoeken en te interpreteren. Daarnaast heeft de coassistent de kennis, vaardigheden en inzichten om gericht aanvullend onderzoek te indiceren en interpreteren, en uiteindelijk een differentiaal diagnose te kunnen opmaken en een passend behandelplan op te stellen. De coassistent heeft kennis van de invloed van de psychosociale context van de patiënt en zijn omgeving op dit proces. De coassistent leert zijn gespreks- en onderzoeksvaardigheden aan te passen aan de cognitieve, gedragsmatige en communicatieve (on)mogelijkheden van de patiënt binnen de neurologische, psychiatrische, geriatrische of gecombineerde setting.
1e Examinator: mw. Dr. J.C. van den Bergen
2e Examinator: mw. Dr. F.F.H Linn
Contactpersoon en informatie: mw. Dr. J.C. van den Bergen; e-mail J.C.vandenBergen-2@umcutrecht.nl
Inhoud
In Master jaar 1 en 2 van CRU+ zijn er twee perioden van 6 weken ingeroosterd voor keuzeonderwijs. Voor de meeste studenten valt
keuzeperiode 1 in Master jaar 1 (Keuze Ma1) en keuzeperiode 2 in Master jaar 2 (Keuze Ma2).
Let op! Het is belangrijk om tijdig het document ’Richtlijnen en criteria keuzeonderwijs in Master jaar 1 & 2’ goed te bestuderen. Ze zijn te vinden op Blackboard community ‘Keuzeonderwijs master jaar 1 en 2 (CRU+) en op de website van Geneeskunde. Ook hebben de studenten deze tegen het einde van jaar 3 in de Bachelorfase per mail ontvangen, samen met een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst over dit studieonderdeel.
Doelstellingen en inhoud
Het doel van het keuzeonderwijs in Master jaar 1 & 2 is om:
▪ de student in staat te stellen om zijn/haar gebieden van bijzondere interesse nader te kunnen exploreren,
▪ de student te stimuleren om meer kennis in de diepte op te doen,
▪ de student kennis te laten maken met de vele aspecten van het klinische en wetenschappelijke werk.
Het keuzeonderwijs speelt zich af op het niveau van een Master jaar 1 & 2 student. Van de student wordt - in samenspraak met een begeleider - een individuele invulling van het keuzeonderwijs verwacht.
Invulling
Het keuzeonderwijs kan verschillende vormen aannemen, zoals een eerste stap in de richting van wetenschappelijk onderzoek, een vakinhoudelijke verdieping op een bepaald terrein, een keuzecoschap of een keuzeproject in het UMC Utrecht of buiten het UMC Utrecht (maar wel gerelateerd aan de medische studie), etc.
Bij invulling van de keuzeperioden moet je rekening houden met de verschillende voorwaarden (zie document ‘Richtlijnen en criteria keuzeonderwijs in Master jaar 1 & 2’)
Toetsing
De inhoudelijke beoordeling geschiedt aan de hand van een aantal criteria, weergegeven op een speciaal beoordelingsformulier. Criteria zijn: A. opzet van het programma, B. Uitvoering van het programma, C. Schriftelijke verslaglegging, D. Eindgesprek en/of presentatie en E. Algemene indruk. De beoordeling wordt door de (hoofd)begeleider vastgelegd op een daarvoor bestemd beoordelingsformulier. Beoordeling professioneel gedrag geschiedt aan de hand van het beoordelingsformulier professioneel gedrag.
De ingevulde beoordelingsformulieren, het volledig ingevulde aanmeldingsformulier én het schriftelijke verslag dienen uiterlijk 6 weken na beëindiging van de opgegeven stageperiode digitaal beschikbaar te zijn voor de coördinatoren van het keuzeonderwijs (via het elektronische portfolio Scorion). De student is verantwoordelijk voor het op tijd afronden van het keuzeproject.
De examinator zal doorgaans de beoordeling van de begeleider overnemen, maar pas studiepunten toekennen, wanneer hij er zich van heeft overtuigd, dat het projectresultaat en de beoordeling in overeenstemming zijn met de criteria en de kwaliteit van het keuzeonderwijs en er bij controle geen plagiaat is vastgesteld.
Gedurende heel jaar 1
Patiënt Perspectief Programma
Inhoud en doelstelling
Het patiëntperspectiefprogramma heeft als doel om aankomend artsen te leren de zorg zo te organiseren dat deze aansluit bij de behoeften en de verwachtingen van de patiënt van straks. Zij leren met patiënten en hun naasten te communiceren, hen in staat te stellen tot regie over de eigen gezondheid en gedeelde besluitvorming toe te passen.
Hiervoor is het nodig dat studenten o.a. leren zich te verplaatsen in de situatie van de patiënt, leren een band op te bouwen met de patiënt, leren de patiënt te informeren en inzicht hebben in het gehele zorgproces. Daarnaast is reflectie op eigen denken en doen en open staan voor feedback van patiënten en collega’s van belang.
Het patiëntperspectiefprogramma benut verschillende onderwijsvormen waarin patiënten actief participeren om deze vaardigheden te ontwikkelen.
Werkvormen en weekstramien
In elk studiejaar maakt de student één of meer opdrachten. Deze opdrachten zijn ingebed in de blokken of LINKs van het geneeskundecurriculum. Er wordt gereflecteerd op de opdrachten tijdens intervisiebijeenkomsten. Daarnaast volgt de student patiëntcolleges.
Plaats in het curriculum
Het PatiëntPerspectiefProgramma is een leerlijn die loopt van Bachelor jaar 3 t/m Master jaar 2.
Toetsing
Aan het eind van elk studiejaar wordt gecontroleerd of de opdrachten zijn gemaakt en of de verplichte intervisiebijeenkomsten zijn bijgewoond. Het PPP wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende.
Examinator
Prof. dr. J. Frenkel (j.frenkel@umcutrecht.nl)
Contactpersoon en informatie
Drs. M.C.L. Eijkelboom (m.c.l.eijkelboom@umcutrecht.nl)
Prof. dr. J. Frenkel (j.frenkel@umcutrecht.nl)
PLO (Praktisch Lijnonderwijs)
Inhoud en doelstelling
Op de afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs (KVO) wordt het Praktisch Lijn Onderwijs (PLO) onderwezen. Het PLO omvat in jaar 1 van de Master geneeskunde de programma’s Communicatie en Attitude (CA) en Medisch Technische vaardigheden (MT).
In het programma CA Master jaar 1 komt de nadruk te liggen op specifieke gesprekssituaties in het arts-patiëntencontact. Hierbij ligt de focus op het opbouwen van een behandelrelatie met patiënten uit verschillende leeftijdsgroepen, het verkennen van de diverse patiëntperspectieven en het onderkennen en hanteren van de emoties van de patiënt, diens naasten, en de eigen emoties. Ook vinden er in Master jaar 1 coaching sessies plaats. Tijdens de coaching bespreken studenten in kleine groepjes o.l.v. een coach de invloed van de eigen persoon op het professioneel functioneren als aanstaande arts. Het eigen handelen in de medische praktijk wordt hier kritisch geëvalueerd en in relatie gebracht met de eigen gevoelens en opvattingen. Coaching vindt plaats in Master jaar 1 en Master jaar 2 tijdens het coschap. In Master jaar 1 bestaat Coaching uit 4 bijeenkomsten van 2 uur, exclusief voorbereiding en verslag.
De doelstelling van het PLO-MT betreft een verdere verdieping en/of integratie van vaardigheden die eerder in het PLO van het Bachelor programma zijn behandeld. De toepasbaarheid van het lichamelijk onderzoek bij de patiënt met klachten komt aan bod. Het vaardigheidsonderwijs dient als voorbereiding op het coschap dat direct volgt op het blok waarin het vaardigheidsonderwijs gevolgd wordt.
Docent(en)
Het Communicatie- en Attitude en het Medisch Technisch vaardigheidsonderwijs wordt verzorgd door interne docenten Klinisch Vaardigheids Onderwijs (MT en CA) en externe docenten (gecertificeerde coaches (CA) en artsen/clinici (MT)). Bij CA wordt gebruik gemaakt van simulatiepatiënten.
Werkvormen
CA kent de volgende opbouw:
a. Zes bijeenkomsten van 2 uur. Er wordt geoefend onder begeleiding van een docent met simulatiepatiënten en geselecteerde echte patiënten.
- Voorafgaand aan LINK Rood volgt de student in blok Rood de lessen Seksualiteit, Ouder en kind en Ongunstige prognose.
- Voorafgaand aan LINK Blauw volgt de student in blok Blauw de lessen Slecht nieuws, Eisend gedrag en Geriatrische anamnese.b. Vier bijeenkomsten coaching van 2 uur onder begeleiding van een coach.
CA biedt studenten naast deze bijeenkomsten, een mogelijkheid aan waarbij vragen van een student individueel besproken kunnen worden met een CA docent. Elke laatste donderdagmiddag van de maand is er een CA-inschrijfspreekuur. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde etage van het A.A. Heijmans van den Berghgebouw).
MT kent de volgende opbouw:
- Voorafgaand aan LINK Rood volgt de student in blok Rood de lessen Gynaecologie 2, Obstetrie 2 en Reanimatie 3 (PBLS) .
- Voorafgaand aan LINK Blauw volgt de student in blok Blauw de lessen Neurologie 5 en Psychiatrie.
De lessen MT hebben een duur van 1 uur en 45 minuten. De vaardigheden worden aangeleerd met medestudenten als proefpersoon en met speciale oefenmodellen (fantomen). Er wordt van uit gegaan dat elke student zich bij basaal lichamelijk onderzoek beschikbaar stelt als proefpersoon. Studenten zullen zich als proefpersoon gedeeltelijk dienen te ontkleden.
De lessen van het PLO MT zijn gebonden aan een maximaal aantal studenten (12 tot 14). Het onderwijs vindt plaats op de afdeling Klinisch vaardigheidsonderwijs.
Er bestaat een maandelijks MT-inschrijfspreekuur waarbij inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Heijmans van den Berghgebouw). Ook is het mogelijk om inhoudelijke vragen te stellen aan medestudenten en aan KVO-docenten via het digitale discussieforum van Blackboard.
De lijnboeken PLO-CA en PLO-MT Master jaar 1 en het overzicht van alle lessen zijn te downloaden via Blackboard.
Plaats in het curriculum
Het PLO onderwijs start in jaar 1 van de Bacheloropleiding en loopt voor CA door t/m jaar 3 en voor MT door t/m jaar 2 van de Masteropleiding.
Het PLO van Master jaar 1 is een vervolg op de jaren één, twee en drie van de Bachelor.
Literatuur
Het CA onderwijs is gebaseerd op de volgende bronnen:
Lijnboek CA Master jaar 1
Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, Jonathan Silverman, Suzanne Kurtz en Juliet Draper, 2014, derde herziene druk. ISBN 978-94-6236-359-5
Het MT vaardigheidsonderwijs is gebaseerd op:
Lijnboeken van het PLO Bachelor jaar 1, 2 en 3
De verplichte literatuur is:
• De Jongh TOH, Buis J (red.). Fysische diagnostiek. 2010; Bohn, Stafleu van Loghum ISBN 978 90 313 5226 5. Met filmpjes.
• De Jongh TOH, Buis J, Daelmans HEM, Dekker MJ, De Loor JD. Praktische vaardigheden 2012; Stafleu van Loghum
ISBN 9789031388974. Met filmpjes.
Toetsing
In jaar 1 van de Masteropleiding vindt geen formele toetsing PLO plaats. Er dient wel aan de aanwezigheidsverplichting te zijn voldaan om de studiepunten te verkrijgen. Wat betreft PLO-MT: het voltooid hebben van de e-module en de les BLS/AED certificering is verplicht.
Contactpersonen en informatie
CA: Dr. Frans Grosfeld, coördinator PLO-CA Ma1
tel: 088 75 59587 (direct), Tel: 088-75 59589 (secretariaat)
e-mail f.j.m.grosfeld@umcutrecht.nl
MT: Drs. Inge de Klerk-vd Wiel, coördinator PLO-MT Ma1
tel: 088-75 51975 (direct), tel: 088-75 59589 (secretariaat)
email i.vanderwiel@umcutrecht.nl
Examinator PLO
Drs. Jacqueline van Wijngaarden, Hoofd afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs
tel: 088 75 51421 (direct), Tel: 088-75 59589 (secretariaat)
e-mail j.j.vanwijngaarden-3@umcutrecht.nl
Utrechtse Voortgangstoets Master 1
Inhoud
De Utrechtse Voortgangstoets (UVT) bestaat uit de UVT Ma1 voor masterjaar 1 studenten en de UVT Ma2 voor masterjaar 2 studenten. SUMMA studenten maken de UVT SVT.
Inhoud Utrechtse Voortgangstoets
De UVT-Ma1 zal bestaan uit:
- 40 vragen uit de basisvakken, in het algemeen de vakken die tijdens de Bachelor fase zijn behandeld;
- ongeveer 40 vragen uit de vakken van Masterjaar 1, te weten:
Blok en LINK rood: gynaecologie, kindergeneeskunde, klinische genetica,
Blok en LINK blauw: neurologie, psychiatrie, geriatrie.
De UVT-Ma2 zal bestaan uit:
- 40 vragen uit de basisvakken, in het algemeen de vakken die tijdens de Bachelor fase zijn behandeld;
- ongeveer 40 vragen uit de vakken van Masterjaar 2 (coassistentschappen Sociale Geneeskunde, Chirurgie II, Dermatologie, Inwendige Geneeskunde II, Huisartsgeneeskunde, KNO, Oogheelkunde, alsmede TLO 3, PLO-5 en de voorbereidende blokken Theorie KNO, Theorie Dermatologie, Geneeskunde & Maatschappij.
De UVT-Ma1 kan niet tegelijkertijd met de UVT-Ma2 worden afgelegd.
Studenten die nog niet geslaagd zijn voor de UVT-Ma1 kunnen zich wel inschrijven voor het afleggen van de UVT-Ma2 en deelnemen aan de UVT-Ma2.
Elk van de twee UVT toetsen dient eenmaal behaald te worden; als je geslaagd bent voor de betreffende toets kan deze dus niet meer worden herhaald. Bij zakken voor de UVT-master-jaar 1 toets heeft de student WEL toegang tot de cursussen en coschappen van Master- jaar 2.
Je kunt je pas inschrijven voor elk van de twee UVT’s nadat je ten minste 35 ECTS van het betreffende jaar hebt behaald (in OSIRIS). Voor CRU+ geldt dat, nadat de student ten minste 31 studiepunten van masterjaar 1 (m1.1 t/m m1.8) heeft behaald, de student zich kan inschrijven voor de UVT-Ma1. Nadat de student ten minste
31 studiepunten van masterjaar 2 (m2.1 t/m m2.7) heeft behaald kan de student zich inschrijven voor de UVT-Ma2.
Toelating tot het Schakeljaar
Deelname aan het Startblok van het Schakeljaar (Masterjaar 3) staat open voor studenten die de UVT-Ma1 (een onvoldoende voor UVT-Ma2 is dus geen beletsel), daarnaast zijn er andere eisen (zie OER).
Voor toelating van de student tot de overige vakken van het Schakeljaar geldt de eis dat alle vakken van masterjaar-1 en Masterjaar-2 behaald dienen te zijn en eveneens UVT-Ma1 en UVT-Ma2.
Zak-slaag regeling
Om voor de UVT te slagen moet men:
- minimaal een 5.5 halen voor UVT-Ma1 en
- minimaal een 5.5 halen voor UVT-Ma2
Heeft men de toets niet gehaald, dan mag men herkansen bij de eerstvolgende UVT gelegenheid.
Meer weten?
Contactpersoon UVT: drs. M. Manrique, e-mail M.Manrique@umcutrecht.nl
Mocht je vragen hebben over de UVT, kun je terecht bij STIP en de Studieadviseurs.
In Blok geel wordt de student voorbereid op LINK geel, het coschap in master jaar 2 waarin de huisartsengeneeskunde, Public Health, KNO, dermatologie en oogheelkunde zijn geïntegreerd.
Blok geel duurt 6 weken, waarbij er binnen de eerste 5 weken vooral aandacht zal worden besteed aan inhoudelijke thema’s en in de laatste week aan het interprofessioneel handelen. Binnen de eerste 5 weken beslaat elk van de 5 betrokken specialismen 1 week waarbij per klinisch vakgebied de veelvoorkomende en ernstige aandoeningen, ingrepen en chronische aandoeningen aan bod zullen komen en bij de Public Health de gezondheidsverschillen, determinanten en doelgroepen.. Deze eerste 5 weken worden afgesloten met een digitale toets aan het begin van week 6. De rest van de laatste week wordt ingevuld met interprofessioneel handelen onderwijs, waarbij studenten zich aan de hand van 1 trainingsdag en 3 simulatiedagen inleven in de rol van een 0de, 1ste of 2de lijns arts en de samenwerking tussen deze lijnen. Ook zal er gedurende het blok onderwijs worden verzorgd vanuit de leerlijnen Praktisch Lijnonderwijs, medisch technische vaardigheden – PLO MT (Basic Life Support - Automatische Externe Defibrillator hercertificering) en Praktisch Lijn Onderwijs, communicatie – PLO CA (gedragsverandering en weerstand, diversiteit en cultuur, samenwerking met collega’s en stresssituaties) en zullen de leerlijnen Academische Vorming (AV), Farmacologie en Farmacotherapie (F&FT) en Kwaliteit, Patiëntveiligheid en Medisch Leiderschap (KPML) worden geïntegreerd. Het geschatte aantal contacturen per week ligt rond de 20 uur.
Coördinator/Examinator: Mw. drs. M.B. Berk, m.b.berk@umcutrecht.nl
2de coördinator: Mw. Drs. F.J. Ummels, F.J.Ummels@umcutrecht.nl
Contactpersoon en informatie: Mw. drs. M.B. Berk, m.b.berk@umcutrecht.nl
Er moet voldaan zijn aan de cursus:
- toegang Osiris jr. 2 GNKM (GNMT)
LINK geel is een geïntegreerd coschap huisartsengeneeskunde, public health, KNO, dermatologie en oogheelkunde, dat plaats vindt in het 2e jaar van de master geneeskunde. LINK geel wordt voorafgegaan door een voorbereidend blok van 6 weken (Blok geel) en duurt in totaal 12 weken. Hierbinnen worden 4 weken public health, 4 weken bij de huisarts en 4 weken zintuigvakken doorlopen. De capaciteit problemen bij de zintuigvakken zijn vergroot door de Corona pandemie. Dit betekent dat niet iedere student coschap kan lopen in de zintuigvakken. Een deel van de studenten zal in plaats van 4 weken zintuigvakken een alternatief coschap aangeboden krijgen.
Tijdens het LINK zijn er vaste dagen waarop coaching-onderwijs door het praktisch lijnonderwijs, communicatie (PLO CA) plaatsvindt. Daarnaast is er tijdens LINK geel extra aandacht voor het interprofessioneel handelen wat naar voren komt tijdens de interprofessionele week die zal plaatsvinden in een niet-ziekenhuis setting en een interprofessionele opdracht die wordt teruggekoppeld tijdens de terugkomdagen. Het geschatte aantal uren op de werkvloer, plus eventuele contacturen per week ligt rond de 40 uur.
LINK geel draagt, door de verschillende specialismen die hierbij betrokken zijn, bij uitstek bij aan de ontwikkeling tot artsen die over de grenzen van hun vakgebied kunnen denken en samenwerken. Naast de focus op het vakgebied overschrijdend denken zal er nadruk worden gelegd op interprofessioneel handelen. Bovendien wordt er ook veel ruimte geboden voor de zelfstandige consultvoering van coassistenten op de werkvloer, dit is belangrijk voor studenten in de laatste fase van de reguliere coschappen.
Bij de huisartsgeneeskunde en de zintuigvakken is er aandacht voor het opstellen van de diagnose en beleid bij de meest voorkomende klachten/aandoeningen; het herkennen van ernstige aandoeningen; het uitvoeren van vakspecifieke vaardigheden onder directe supervisie; het zien van de meest voorkomende ingrepen en het opdoen van kennis over de impact van chronische aandoeningen en functieverlies. Bij de Public health is er vooral aandacht voor de kerntaken van de publieke gezondheidszorg, kennismaking met de rol als sociaal geneeskundige en de organisatie van de gezondheidszorg.
1ste Examinator: Mw. Drs. H. Brehler. hbrehler@umcutrecht.nl
2de Examinator: Mw. Dr. M. Jambroes, M.Jambroes@umcutrecht.nl
Contactpersoon en informatie: Mw. Drs. H. Brehler. LINK-geel@umcutrecht.nl
Ingangseisen
Je moet ingeschreven staan voor de volgende opleiding:
- Geneeskunde, Master, Voltijd
- beide LINKs van masterjaar 1 hebben gevolgd én een voldoende beoordeling ( ≥ 5,5) hebben gehaald voor blok geel. Wanneer je voor de bloktoets minder dan een 4,5 hebt behaald kun je volgens het OER niet toegelaten worden tot LINK geel. Bij een cijfer tussen 4,5 en 5,5 beslist de examinator hierover. Verdere informatie hierover kan worden gevonden in het OER regelement artikel 4.2b.
Blok geel en LINK geel moeten aansluitend worden gevolgd. De maximaal toegestane tijd van onderbreking is 6 weken. Als er omstandigheden zijn waardoor dit niet mogelijk is, moet je hierover tenminste 3 maanden van tevoren contact opnemen met het onderwijssecretariaat.
Inhoud
In Blok paars zal je worden voorbereid op LINK paars, het coschap in master jaar 2 waarin de vakgebieden anesthesie, chirurgie en interne geneeskunde geïntegreerd worden aangeboden.
Blok paars is een 6 weken durend studieonderdeel waarin diverse onderwerpen uit de drie vakgebieden zullen langskomen. De vakgebieden komen deels geïntegreerd aan de orde. Gedurende het blok zal er ook aandacht zijn voor farmacologie, klinische chemie, revalidatie, radiologie, radiotherapie, anatomie, kwaliteit en veiligheid, medische technologie, microbiologie en reanimatie-onderwijs. Verder zal er gedurende het blok onderwijs worden verzorgd vanuit de leerlijnen PLO-MT en PLO-CA.
Het geschatte aantal contacturen per week ligt rond de 20-24 uur. Daarnaast zal de student zelfstudie doen. Het voorbereidend blok zal worden afgesloten met een digitale toets.
1ste Coördinator/Examinator: mw. Dr.W.L. de Ranitz-Greven, w.l.greven@umcutrecht.nl, telefoonnummer 088-7571149
Contactpersoon en informatie: mw. Dr. de Ranitz-Greven, w.l.greven@umcutrecht.nl.
Inhoud
LINK paars is een geïntegreerd coschap anesthesie, chirurgie en interne geneeskunde dat plaatsvindt in het 2e jaar van de master geneeskunde. LINK paars duurt 12 weken. Deze gehele periode wordt stage gelopen in één van de zeven regionale ziekenhuizen binnen de Opleidings & Onderwijsregio Utrecht.
LINK paars wordt voorafgegaan door een voorbereidend blok van 6 weken. Tijdens de LINK zijn er twee vaste terugkomdagen, waarop coaching-onderwijs wordt gegeven in het UMC Utrecht, evenals onderwijs vanuit de leerlijnen KPML (Kwaliteit, Patiëntveiligheid en Medisch Leiderschap), Farmacologie, en Academische Vaardigheden. Verder zal één dag gedurende de LINK worden vrij geroosterd van klinische activiteiten voor het onderdeel Patiëntenpanel & Mentoraat.
Het geschatte aantal contacturen tijdens de klinische stage ligt rond de 40 uur per week.
Uitgangspunten LINK paars
LINK paars richt zich op de klinische patiënt. De coassistent verwerft de kennis, vaardigheden en het inzicht om de klachten en symptomen van een patiënt te onderzoeken en te interpreteren en gericht aanvullend onderzoek aan te vragen en op basis van de uitslagen een differentiaal diagnose en een behandelplan op te stellen. De coassistent werkt in LINK paars onder toenemende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid en groeit als communicator en samenwerker. De coassistent doet hierbij ervaring op met acute situaties.
In LINK paars volgt de coassistent het spoor (“track”) van de patiënten door het ziekenhuis. De coassistent volgt hierbij niet één individuele patiënt, maar doorloopt diverse onderdelen zoals een patiënt dat ook zou kunnen doen. Zo zal de coassistent gedurende de LINK participeren op de polikliniek waarbij zowel interne, chirurgische als anesthesiologische poli’s (POS en pijnpoli) aan bod komen. Tevens wordt de coassistent voor een langere periode op een verpleegafdeling interne geneeskunde en/of heelkunde gestationeerd en komt de coassistent regelmatig op de operatiekamer, zowel als lid van het anesthesiologische als van het chirurgische team. De coassistent zal meelopen op de Spoed Eisende Hulp en, afhankelijk van het ziekenhuis waarin de coassistent de LINK loopt, zal er de mogelijkheid zijn om kennis te maken met de afdeling Intensive Care.
1ste Examinator: mr. dr. M.J. van Dam
2de Examinator: prof, dr. R. Hoff
Contactpersoon en informatie: mr. dr. M.J. van Dam M.J.vandam@umcutrecht.nl
Ingangseisen
Je moet ingeschreven staan voor de volgende opleiding:
- Geneeskunde, Master, Voltijd
Er moet voldaan zijn aan de cursus:
- toegang osiris jr 2 GNKM (GNMT50004)
- toets BLOK paars behaald Indien niet gehaald: bij een cijfer tussen 5,0 en 5,4 voor de bloktoets kan de student worden toegelaten, zie artikel 4.2 lid 2 van de OER.
De keuzes staan beschreven in Osiris.
Praktisch Lijn Onderwijs (PLO)
Inhoud en doelstelling
Op de afdeling Klinisch Vaardigheids Onderwijs (KVO) wordt het Praktisch Lijn Onderwijs (PLO) onderwezen. Het PLO omvat in jaar 2 van de Master geneeskunde de programma’s Communicatie en Attitude (CA) en Medisch Technische vaardigheden (MT).
Het programma Communicatie-Attitude (CA) heeft als focus samenwerking en conflicthantering, en is gericht op het omgaan met situaties waarin in de samenwerking met patiënten met conflicterende opvattingen en belangen moet worden omgegaan. Geoefend wordt met situaties waarin gedragsverandering wordt beoogd, waarin gecommuniceerd wordt met patiënten met verschillende culturele achtergronden en waarin over gemaakte fouten wordt gesproken. Aan het eind van het programma is de student in staat de perspectieven en emoties van een patiënt te onderkennen en deze zodanig te hanteren dat er een werkbare samenwerkingssituatie blijft bestaan.
Ook vinden er in Master jaar 2 coaching sessies plaats. Tijdens de coaching bespreken studenten in kleine groepjes o.l.v. een coach de invloed van de eigen persoon op het professioneel functioneren als aanstaande arts. Het eigen handelen in de medische praktijk wordt hier kritisch geëvalueerd en in relatie gebracht met de eigen gevoelens en opvattingen. Coaching vindt plaats in Master jaar 1 en Master jaar 2 tijdens het coschap. In Master jaar 2 bestaat Coaching uit 4 bijeenkomsten van 2 uur, exclusief voorbereiding en verslag.
De doelstelling van het PLO-MT betreft een verdere verdieping en/of integratie van vaardigheden die eerder in het PLO zijn behandeld. De toepasbaarheid van het lichamelijk onderzoek bij de patiënt met klachten komt aan bod. Het vaardigheidsonderwijs dient als voorbereiding op het coschap dat direct volgt op het blok waarin het vaardigheidsonderwijs gevolgd wordt.
Docent(en)
Het Communicatie- en Attitude en het Medisch Technisch vaardigheidsonderwijs wordt verzorgd door interne docenten Klinisch Vaardigheids Onderwijs (MT en CA) en externe docenten (gecertificeerde coaches (CA) en artsen/clinici (MT)). Bij CA wordt gebruik gemaakt van simulatiepatiënten.
Werkvormen
CA kent de volgende opbouw:
a. Zes bijeenkomsten van elk 2 uur. Tijdens deze bijeenkomsten worden verschillende werkvormen toegepast.
- Voorafgaand aan LINK Geel volgt de student in blok Geel de lessen Gedragsverandering en Weerstand, Diversiteit en cultuur en Samenwerking.
- Voorafgaand aan LINK Paars volgt de student in blok Paars de lessen Conflictstijlen en conflicthantering,Conflicten van formele aard en Omgaan met fouten.
b. Vier bijeenkomsten coaching van 2 uur onder begeleiding van een coach.
CA biedt studenten naast deze bijeenkomsten, een mogelijkheid aan waarbij vragen van een student individueel besproken kunnen worden met een CA docent. Elke laatste donderdagmiddag van de maand is er een CA-inschrijfspreekuur. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde etage van het A.A. Hijmans van den Berghgebouw).
MT kent de volgende opbouw:
- Voorafgaand aan LINK Geel volgt de student in blok Geel de les BLS/AED-hercertificering (verplicht).
- Voorafgaand aan LINK Paars volgt de student in blok Paars de lessen ABCDE 2 en Anesthesie (pre-operatief onderzoek)
Om toegang te krijgen tot de verplichte BLS/AED hercertificering les is het maken van de e-module BLS/AED Certificering met het behalen van de bijbehorende toets vereist.
De lessen MT hebben een duur van 1 uur en 45 minuten. De vaardigheden worden aangeleerd met medestudenten als proefpersoon en met speciale oefenmodellen (fantomen). Er wordt van uit gegaan dat elke student zich bij basaal lichamelijk onderzoek beschikbaar stelt als proefpersoon. Studenten zullen zich als proefpersoon gedeeltelijk dienen te ontkleden.
De lessen van het PLO MT zijn gebonden aan een maximaal aantal studenten (12 tot 14). Het onderwijs vindt plaats op de afdeling Klinisch vaardigheidsonderwijs.
Er bestaat een maandelijks MT-inschrijfspreekuur waarbij inhoudelijke vragen van een student besproken kunnen worden met een KVO-docent. Een student kan zich hiervoor inschrijven aan de balie van het KVO (derde verdieping van het Heijmans van den Berghgebouw). Ook is het mogelijk om inhoudelijke vragen te stellen aan medestudenten en aan KVO-docenten via het digitale discussieforum van Blackboard.
De lijnboeken PLO-CA en PLO-MT Master jaar 2 en het overzicht van alle lessen zijn te downloaden via Blackboard.
Plaats in het curriculum
Het PLO onderwijs start in jaar 1 van de Bacheloropleiding en loopt voor CA door t/m jaar 3 en voor MT door t/m jaar 2 van de Masteropleiding.
Het PLO van Master jaar 2 is een vervolg op de jaren één t/m drie van de Bachelor en jaar 1 van de Master.
Literatuur
Het CA onderwijs is gebaseerd op de volgende bronnen:
- Lijnboek CA jaar Master 2
- Bonke, B. Misverstanden door taalbarrières en culturele verschillen. In: JC van Es, JN Keeman, PW de Leeuw, FG Zitman, red.: Het
medisch jaar 2001. Houten, Bohn, Stafleu, Van Loghum, pp.57-62. ISBN 90 313 3684 X
- Haes JCJM de , Hoos AM, Everdingen JJE van (red). Communiceren met patiënten. Maarssen: Elsevier/Bunge 1999. ISBN 90 352 2034 X
- Schuur, G. en D. de Vries: Conflicten en agressie in de medische praktijk, hoofdstuk 5. Interculturele misverstanden.Houten, Bohn,
Stafleu, Van Loghum, 2002. ISBN 97 890 313 3921 1
Het MT vaardigheidsonderwijs in het PLO Master jaar 2 is gebaseerd op:
Lijnboeken van het PLO Bachelor jaar 1, 2 en 3 en Master jaar 1.
De verplichte literatuur is:
- De Jongh TOH et al,, Fysische diagnostiek. 2015; Bohn, Stafleu van Loghum ISBN 978-90-368-0892-7. Met filmpjes.
- De Jongh TOH et al, Praktische vaardigheden 2020; Stafleu van Loghum ISBN 978-90-368-2403-3. Met filmpjes
Toetsing
In jaar 2 van de Masteropleiding vindt geen formele toetsing PLO plaats. Er dient wel aan de aanwezigheidsverplichting te zijn voldaan om de studiepunten te verkrijgen. Wat betreft PLO-MT: het voltooid hebben van de e-module en de les BLS/AED certificering is verplicht.
Contactpersonen en informatie
CA: Dr. Frans Grosfeld, coördinator PLO-CA Ma2
tel: 088 75 59587 (direct), Tel: 088-75 59589 (secretariaat)
e-mail f.j.m.grosfeld@umcutrecht.nl
MT: Drs. Abel van de Ven, coördinator PLO-MT Ma2
tel: 088-75 59587 (direct), tel: 088-75 59589 (secretariaat)
email a.vandeven-5@umcutrecht.nl
Examinator PLO
Drs. Jacqueline van Wijngaarden, Hoofd afdeling Klinisch Vaardigheidsonderwijs
tel: 088 75 51421 (direct), Tel: 088-75 59589 (secretariaat)
e-mail j.j.vanwijngaarden-3@umcutrecht.nl
Utrechtse Voortgangstoets
Inhoud
De Utrechtse Voortgangstoets (UVT) bestaat uit de UVT Ma1 voor masterjaar 1 studenten en de UVT Ma2 voor masterjaar 2 studenten. SUMMA studenten maken de UVT SVT.
Inhoud Utrechtse Voortgangstoets
De UVT-Ma1 zal bestaan uit:
- 40 vragen uit de basisvakken, in het algemeen de vakken die tijdens de Bachelor fase zijn behandeld;
- ongeveer 40 vragen uit de vakken van Masterjaar 1, te weten:
Blok en LINK rood: gynaecologie, kindergeneeskunde, klinische genetica,
Blok en LINK blauw: neurologie, psychiatrie, geriatrie.
De UVT-Ma2 zal bestaan uit:
- 40 vragen uit de basisvakken, in het algemeen de vakken die tijdens de Bachelor fase zijn behandeld;
- ongeveer 40 vragen uit de vakken van Masterjaar 2 (coassistentschappen Sociale Geneeskunde, Chirurgie II, Dermatologie, Inwendige Geneeskunde II, Huisartsgeneeskunde, KNO, alsmede TLO 3, PLO-5 en de voorbereidende blokken Theorie KNO, Theorie Dermatologie, Geneeskunde & Maatschappij.
De UVT-Ma1 kan niet tegelijkertijd met de UVT-Ma2 worden afgelegd.
Studenten die nog niet geslaagd zijn voor de UVT-Ma1 kunnen zich wel inschrijven voor het afleggen van de UVT-Ma2 en deelnemen aan de UVT-Ma2.
Elk van de twee UVT toetsen dient eenmaal behaald te worden; als je geslaagd bent voor de betreffende toets kan deze dus niet meer worden herhaald. Bij zakken voor de UVT-master-jaar 1 toets heeft de student WEL toegang tot de cursussen en coschappen van Master- jaar 2.
Je kunt je pas inschrijven voor elk van de twee UVT’s nadat je ten minste 35 ECTS van het betreffende jaar hebt behaald (in OSIRIS). Voor CRU+ geldt dat, nadat de student ten minste 31 studiepunten van masterjaar 1 (m1.1 t/m m1.8) heeft behaald, de student zich kan inschrijven voor de UVT-Ma1. Nadat de student ten minste
31 studiepunten van masterjaar 2 (m2.1 t/m m2.7) heeft behaald kan de student zich inschrijven voor de UVT-Ma2.
Toelating tot het Schakeljaar
Deelname aan het Startblok van het Schakeljaar (Masterjaar 3) staat open voor studenten die de UVT-Ma1 (een onvoldoende voor UVT-Ma2 is dus geen beletsel), daarnaast zijn er andere eisen (zie OER).
Voor toelating van de student tot de overige vakken van het Schakeljaar geldt de eis dat alle vakken van masterjaar-1 en Masterjaar-2 behaald dienen te zijn en eveneens UVT-Ma1 en UVT-Ma2.
Zak-slaag regeling
Om voor de UVT te slagen moet men:
- minimaal een 5.5 halen voor UVT-Ma1 en
- minimaal een 5.5 halen voor UVT-Ma2
Heeft men de toets niet gehaald, dan mag men herkansen bij de eerstvolgende UVT gelegenheid.
Meer weten?
Contactpersoon UVT: drs. M. Manrique, e-mail M.Manrique@umcutrecht.nl
Mocht je vragen hebben over de UVT, kun je terecht bij STIP en de Studieadviseurs. Klik ook op de links in het menu voor nog meer informatie.
Doelstellingen en inhoud
Het algemeen doel van het STARTblok van het schakeljaar is te leren om de verschillende ingrediënten van de klinische praktijk te integreren met competenties inzake professioneel handelen, didactiek en onderwijs, met gebruik van gegevens uit (bio)medisch wetenschappelijk onderzoek. Bovenal is het doel van het STARTblok om bij te dragen aan de vorming van professionele attitude aangaande het op juiste manier gebruiken en overdragen van kennis en vaardigheden ten behoeve van kwaliteit en effect van de zorg.
Geleerd wordt om een literatuuroverzicht voor een klinische kennislacune op te zetten, uit te voeren en te rapporteren en hierop te reflecteren; een lesplan uit te werken, uit te voeren, te rapporteren en hierop te reflecteren; in discussie en verslagen te reflecteren en te beschouwen op diverse maatschappelijke, ethische en organisatorische aspecten van de zorg.
In de module evidence based medicine staat het oplossen van klinische problemen volgens de methoden van EBM, met toepassing van kennis uit klinisch wetenschappelijk onderzoek, voorop. Het doel hierbij is om diagnostiek, prognostiek en behandeling te optimaliseren volgens de methode van wetenschappelijk gefundeerd handelen in de medische praktijk. De module is hier een belangrijke aanzet toe.
In de module professionaliteit staan de maatschappelijke en persoonlijke aspecten van de beroepsoefening als arts centraal. Meer specifiek komen ter voorbereiding op het medisch professioneel handelen attitudevorming en gezondheidsrechtelijke, medisch ethische, en maatschappelijke aspecten van de geneeskunde aan bod. Deze module bevordert het (verder) verwerven van competenties op de gebieden professionaliteit, maatschappelijk handelen en communicatie.
In de module onderwijstraining staat het bijdragen aan kennis en vaardigheden van anderen centraal. Iedere arts behoort bij te dragen aan de medische kennisverwerving van anderen: van patiënten en collegae, maar ook van toekomstige collegae, oftewel van jongere studenten. De module is hier een belangrijk aanzet toe.
Werkvormen en weekstramien
Het STARTblok duurt 6 weken, waarbij naast het doorlopende onderwijs van de module evidence based medicine iets meer dan 1 week aan onderwijs van de module onderwijstraining besteed wordt en 2 weken aan de module professionaliteit. De werkvormen variëren van kleine werkgroepen en interactieve colleges, tot plenaire presentaties. Een belangrijk deel van de onderwijslast bestaat uit zelfstudie ten behoeve van voorbereiding op werkgroepen en presentaties. Elke vrijdag staan presentaties geroosterd en eindpresentaties staan in de laatste (6e) week geroosterd. In die laatste (6e) week dienen ook alle schriftelijk uitgewerkte opdrachten ingeleverd te zijn.
Plaats in het curriculum
De module evidence based medicine en de module professionaliteit in het STARTblok vormen een eenheid met de betreffende modules tijdens de terugkomdagen in het schakeljaar. Tijdens de terugkomdagen worden de in het STARTblok verworven kennis en vaardigheden te aangesproken.
Literatuur
Er hoeven geen leerboeken aangeschaft te worden. Voor de module evidence based medicine en de module onderwijstraining wordt gebruik gemaakt van artikelen die de student zelf van internet moet halen. Voor de module professionaliteit wordt gebruik gemaakt van eerder aangeschafte boeken en literatuur en artikelen die de student zelf van internet moet halen. In het blokboek en op Blackboard zijn de concrete gegevens hiervoor te vinden
Onderwijsmaterialen
Behalve bovenstaande literatuur wordt gebruik gemaakt van de verschillende relevante blokboeken. Informatie over alle materialen is op Blackboard en in het blokboek te vinden.
Toetsing
Elke module dient met een voldoende (>5.5) te worden afgerond; het eindoordeel van een module is opgebouwd uit het gewogen gemiddelde van de deelbeoordelingen.
Het eindcijfer voor het STARTblok wordt bepaald door berekening van een gewogen gemiddelde over de eindcijfers van de 3 modules.
Voor de module onderwijstraining dient de student een reflectie formulier in te vullen en wordt een presentatie plus feedback beoordeeld.
Voor de module professionaliteit worden naast deelname aan en inbreng bij de werkgroep bijeenkomsten ook individuele papers beoordeeld.
Voor de module evidence based medicine worden naast deelname aan en inbreng bij de werkgroep bijeenkomsten ook de mondeling gepresenteerde en schriftelijk gerapporteerde samenvattingen beoordeeld.
Contactpersoon
Dr. P. Heus, examinator, Dr T. Lely, 2e coördinator.
email: student@juliuscenter.nl
Coördinatoren
Module onderwijstraining: Prof. dr. Th. J. ten Cate
Module professionaliteit: Prof. dr. J.J.M. van Delden
Module evidence based medicine: Dr. P. Heus
Inhoud en doelstelling
De wetenschapsstage duurt 12, 18 of 24 weken en is gericht op actieve deelname aan wetenschappelijk onderzoek. De wetenschapsstage staat los van de andere stages, maar kan gekoppeld worden aan een semi-arts stage (ASAS). In dat geval is de totale duur vastgelegd op 24 weken en is er sprake van een combi-stage. De wetenschapsstage kan in beginsel vanuit elk Nederlands of buitenlands (bio)medisch onderzoeksinstituut of ziekenhuis worden aangeboden. Voor wetenschapsstages elders in Nederland of in het buitenland geldt dat de begeleiding onder supervisie van een gepromoveerd staflid van het gastinstituut plaatsvindt. Daarnaast treedt een gepromoveerd staflid van het wetenschappelijk personeel in het UMC Utrecht als formeel begeleider op. De student maakt in overleg met de begeleider een onderzoeksplan. Dit plan moet zijn goedgekeurd door de coördinator van de wetenschapsstages vóór de definitieve inschrijving plaatsvindt.
De competenties tijdens en aan het eind van de wetenschapsstage worden op de relevante gebieden getoetst en vastgelegd in het portfolio. Een Engelstalig verslag en een mondelinge presentatie voor een groep toehoorders zijn verplicht. In overleg met stagebegeleider wordt het stageformulier (schakeljaar) volledig ingevuld inclusief titel van het onderzoeksonderwerp, start- en einddatum. Minstens 8 weken voor aanvang van de stage dient het stageformulier gemaild te worden naar schakeljaar@umcutrecht.nl. Na afloop van de stage dient het verslag binnen 6 weken te zijn beoordeeld door de primaire begeleider en een onafhankelijke 2e beoordelaar. Het gehele portfolio inclusief een digitale versie van het verslag/presentatie en de ondertekende (eind)beoordelingsformulieren (originele hardcopies) dienen bij het secretariaat te worden ingeleverd/gemaild (Mw. M. Dankbaar, STIP / e-mail: schakeljaar@umcutrecht.nl). Leidende en meest recente informatie over de wetenschapsstage is te vinden in het van de CRU schakeljaar website downloadbare document 'CRU Wetenschapsstages; Richtlijnen, Criteria en Procedures'.
Coördinator: Dr. N. Bovenschen, n.bovenschen@umcutrecht.nl
Algemene semi-arts stage
Doelstelling en inhoud
Een algemene semi-artsstage (ASAS) van tenminste twaalf weken is voor alle studenten verplicht. Tot de doelstellingen van deze stage behoren in de eerste plaats uitbreiding en verdieping van de algemeen medische vaardigheden en de ervaring die is opgedaan in de coschappen. Indien de ASAS deel uitmaakt van een combi-stage (die maximaal 24 weken bedraagt) kan de studielast van de ASAS gespreid zijn over deze 24 weken.
Stageaanbod ASAS
- Cardiologie
- Cardio-thoracale/-pulmonale chirurgie
- Gastro-enterologie
- Heelkunde
- Huisartsgeneeskunde
- Intensive care kinderen
- Interne geneeskunde
- Kindergeneeskunde
- Klinische Geriatrie
- Longziekten en tuberculose
- Neurologie
- Neurochirurgie
- Orthopedie
- Plastische chirurgie
- Psychiatrie
- Reumatologie
- Revalidatiegeneeskunde
- Urologie
- Verloskunde en gynaecologie
- Verpleeghuisgeneeskunde
Werkvormen en weekstramien
De werkvormen betreffen:
1. Leertaken
Deze hangen samen met de competentiegebieden:
Competentiegebied:(Leer)taken/rollen van de (semi-)arts:Medisch handelenZaalarts, junior-HAIO, eerste hulp taak, poli-arts, operateur, consulten e.v.a.CommunicatieLuisterend oor, voorlichter, adviseurSamenwerkenTeamspeler, leidinggevendeKennis en WetenschapAcademicus, docent, onderzoekerMaatschappelijk handelenFunctionerend binnen de gezondheidszorg, voorlichter, adviseurOrganiserenManagerProfessionaliteitProfessional
De werkzaamheden per stage verschillen onderling en worden nader omschreven in de verschillende stage handleidingen. De nadruk ligt gedurende alle twaalf weken op klinische werkzaamheden.
2. Werkvormen met een (grotendeels) 'didactisch' karakter.
Deze staan nader omschreven in de Leidraad portfolio (zie Blackboard) en het Portfolio zelf en omvatten o.m. gestructureerde observaties / feedback van klinisch handelen en van professioneel gedrag, reflectieopdrachten en opdrachten met een beschouwend karakter (schriftelijk en/of als mondelinge presentatie).
Literatuur
Zie de stageklapper, die op de afdelingen aanwezig is.
Toetsing en praktische verplichtingen
De toetsing gaat aan de hand van het Portfolio en hiernaar wordt verwezen:
- Planningsgesprek bij aanvang van de stage;
- Voortgangsgesprek en een tussentijdse beoordeling na vier tot zes weken;
- Beoordelingsgesprek in de laatste week van de stage;
Coördinator: dr. A.C. Drenth-van Maanen, a.c.drenth-vanmaanen@umcutrecht.nl
Bijzondere semi-arts stage
Doelstelling en inhoud
De Bijzondere semi-artsstage (BSAS) is niet verplicht. Het doel van dit type semi-artsstage is om de student de mogelijkheid te bieden nader kennis te maken met specialismen waarin geen reguliere coschappen Bachelor-jaar 3 masterjaren 1 en 2 worden aangeboden en/of die zich door hun bijzondere karakter niet lenen voor een algemene semi-artsstage. Ook hier werkt de semi-arts op het niveau van de beginnend arts-assistent.
De doelen zijn vergelijkbaar met die van de ASAS, maar op een meer specifiek vakgebied; het accent kan daarom soms meer liggen op het verwerven van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden.
Stageaanbod BSAS
- Anesthesiologie
- Dermatologie en venereologie
- Keel- neus- oorheelkunde
- Laboratoriumgeneeskunde / klinische chemie - Medische / klinische genetica
- Medische microbiologie
- Neonatologie
- Nucleaire geneeskunde
- Oogheelkunde
- Pathologie
- Radiologie
- Radiotherapie
- Sociale geneeskunde: Algemene gezondheidszorg
- Sociale geneeskunde: Arbeids- en bedrijfsgeneeskunde / verzekeringsgeneeskunde
- Sociale geneeskunde: Jeugdgezondheidszorg / Sportgeneeskunde
- Thuisbeademing
- Verstandelijk gehandicapten geneeskunde
Werkvormen
De werkvormen betreffen:
1. Leertaken
Deze hangen samen met de competentiegebieden:
Competentiegebied:(Leer)taken/rollen van de (semi-)arts:Medisch handelenZaalarts, junior-HAIO, eerste hulp taak, poli-arts, operateur, consulten e.v.a.CommunicatieLuisterend oor, voorlichter, adviseurSamenwerkenTeamspeler, leidinggevendeKennis en WetenschapAcademicus, docent, onderzoekerMaatschappelijk handelenFunctionerend binnen de gezondheidszorg, voorlichter, adviseurOrganiserenManagerProfessionaliteitProfessional
De werkzaamheden per stage verschillen onderling en worden nader omschreven in de verschillende stagehandleidingen. Het is nadrukkelijk een klinische stage met zo mogelijk een verdiepingsopdracht.
2. Werkvormen met een (grotendeels) 'didactisch' karakter.
Deze staan nader omschreven in de Leidraad portfolio en het Portfolio zelf en omvatten o.m. gestructureerde observaties / feedback van klinisch handelen en van professioneel gedrag, reflectieopdrachten en opdrachten met een beschouwend karakter (schriftelijk en/of als mondelinge presentatie).
Literatuur
Zie de stageklapper, die op de afdelingen aanwezig is.
Toetsing en praktische verplichtingen
De toetsing gaat aan de hand van het Portfolio en hiernaar wordt verwezen:
Planningsgesprek bij aanvang van de stage;
Voortgangsgesprek en een tussentijdse beoordeling na vier tot zes weken;
Beoordelingsgesprek in de laatste week van de stage;
Coördinator: dr. A.C. Drenth-van Maanen, a.c.drenth-vanmaanen@umcutrecht.nl
Onderwijsstage
Doelstelling en inhoud
De onderwijsstage draagt vooral bij aan het competentiegebied Kennis en Wetenschap. Aan het eind van deze stage beheerst de student de volgende eindtermen:
Vakinhoudelijke bekwaamheid
- beheerst de stof die aan de orde is bij het onderwijs waarin de student de stage heeft gevolgd;
- kent de positie binnen het curriculum van een studieonderdeel waarin hij of zij (als stagiair) onderwijs heeft verzorgd.
Algemeen didactisch
- kent de onderwijskundige uitgangspunten van CRU2006;
- kent de uitgangspunten van het werken met kleine groepen en kan deze, waar nodig onder supervisie van een ervaren docent, toepassen;
- kan jongerejaars studenten motiveren tot het leveren van studeerprestaties;
Ontwerpen van onderwijs
- kan tenminste één vorm van contactonderwijs onder supervisie van een ervaren docent zinvol inrichten;
- kan tenminste één vorm van contactonderwijs onder supervisie van een ervaren docent adequaat voorbereiden en geeft blijk van besef van de
noodzaak tot voorbereiding;
- kan aan de coördinator van een studieonderdeel feedback geven.
Uitvoeren van onderwijs en van formatieve en summatieve toetsing
- kan tenminste één vorm van contactonderwijs onder supervisie van een ervaren docent adequaat uitvoeren;
- kan een inschatting maken van de voorkennis van een student;
- is in staat zinvolle, gerichte feedback aan studenten te geven;
- kan in het verzorgde studieonderdeel studenten adequaat beoordelen op grond van niet-schriftelijke prestaties
- kan toetsvragen schrijven van voldoende kwaliteit
Algemene vaardigheden en attitude
- staat open voor feedback over de eigen onderwijsprestaties, kan aan de hand hiervan zijn activiteiten zo nodig tussentijds bijstellen en is
bereid en in staat voldoende kennis en inzicht te verwerven op de vakgebieden die binnen het door hem te begeleiden thema / vaardigheden
aan de orde komen.
Werkvormen
Tijdens de onderwijsstage wordt de stagiair (in samenspraak met de coördinator) toegevoegd aan een studieonderdeel en treedt op als docent gedurende tenminste vier weken, resp. tenminste 20 uur. De student verzorgt zelfstandig contactonderwijs. Voor de Studenten-onderwijskwalificatie geldt dat de student een minimum van 30 uur zelfstandig contactonderwijs verzorgd moet hebben.
Het verzorgen en het onderwijskundig en inhoudelijk voorbereiden van het onderwijs neemt de helft van de stagetijd in beslag.
De overige tijd wordt besteed aan:
- zelfstudie;
- intervisie en supervisie met collega-stagiairs;
- voorbereiden van feedback naar de coördinator van het studieonderdeel over de opzet van het onderwijs;
- uitvoeren van een onderwijsadviesproject voor een studieonderdeel;
- schrijven van een verslag over een medisch-onderwijskundig onderwerp;
- schrijven van toetsvragen;
- het maken, bewerken en bespreken van een video-opname van het eigen onderwijs
- het observeren van een feedback geven aan collega docenten
Totaal is er circa 13 uur contacttijd, exclusief het lesgeven en de incidentele werkcontacten met de docent van het blok en de supervisor.
Literatuur (alles wordt te leen aangeboden)
- Harden RM, Laidlaw JM. Essential Skills for a Medical Teacher. Churchill Livingstone Elsevier, 2012
- Dent JA, Harden RM. A Practical Guide for Medical Teachers, 3e druk, Churchill Livingstone Elsevier, 2009
- Cantillon P, Hutchinson L, Wood D. ABC of learning and teaching in Medicine. 2e druk British Medical Journal Books, BMJ-publishing group,
London, 2010
- Dornan T. et al. Medical Education – Theory and Practice. Elsevier Health Sciences 2012.
Toetsing en praktische verplichtingen
Alle stage-activiteiten zijn verplicht. Er wordt in het portfolio een overzicht bijgehouden van de verrichte activiteiten, waaronder het oordeel van de begeleidende docenten. Ook vindt een quiz plaats over de literatuur. Dit alles moet voldoende zijn voor het uitreiken van de zogeheten Studenten-onderwijskwalificatie.
Coördinator: Drs. A.I. Levert, (email: A.I.Levert@umcutrecht.nl)
Cursusdoelen
De student in staat stellen om ervaring op te doen in zijn/haar gebied van interesse.
Inhoud
Voor de invulling van een keuzestage in het schakeljaar zijn er verschillende mogelijkheden:
· Uitbreiding ASAS met max. 6 weken;
· Uitbreiding wetenschapsstage met 6 of 12 weken;
· Een BSAS; dit is een keuzestage van 12 weken aaneengesloten;
· Een keuzecoschap van 6 of 12 weken;
· Een keuzestage zonder directe patiëntenzorg van 6 of 12 weken;
· Een keuzestage wetenschap 6 of 12 weken.
Elke stageperiode van 6 weken levert bij een voldoende beoordeling 8 studiepunten op.
Voorbeelden van keuzestages:
- medische ethiek
- medische psychologie
- management en beleid in de gezondheidszorg
- verslavingszorg
- onderwijsstage
Mogelijkheden voor een BSAS:
- KNO Heelkunde
- Oogheelkunde
- Dermatologie / venereologie
- Anesthesiologie
- Laboratoriumgeneeskunde / klinische chemie
- Pathologie
- Medische microbiologie
- Nucleaire Geneeskunde
- Radiologie
- Radiotherapie
- Sociale Geneeskunde / arbeid en gezondheid Bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde
- Sociale Geneeskunde / maatschappij en gezondheid Algemene gezondheidszorg
- Sociale Geneeskunde / maatschappij en gezondheid Jeugdgezondheidszorg
- Verstandelijk gehandicapten Geneeskunde
- (Top)sportgeneeskunde
- Klinische Genetica
- Neonatologie
- SEH (Spoed Eisende Hulp)
- Intensive Care
Meer informatie
Voor meer informatie over de keuzestages, aanmeldingsformulieren en de richtlijnen en criteria wordt er verwezen naar de geneeskundewebsite van het schakeljaar.
Coördinator en examinator keuzecoschappen en keuzestages zonder directe patiëntenzorg: prof.dr. A. van der Zwan, A.vanderZwan@umcutrecht.nl Coördinator en examinator keuzestages wetenschap: prof.dr. A.N. Bovenschen, N.Bovenschen@umcutrecht.nl
Doelstelling en inhoud
Het portfolio geeft een overzicht van de groei van studenten in Master jaar 3 tot bekwame en redelijk handelende medici. Elk studieonderdeel (stage) van Master jaar 3 wordt afgesloten met een beoordeling die aan het portfolio wordt toegevoegd. Daarnaast vinden tijdens elke stage tussentijdse gesprekken plaats naar aanleiding van het portfolio. Doelen van de gesprekken zijn: voortgangsbewaking, studiereflectie, beoordeling van de competenties en feedback, beoordeling van het professionele gedrag.
In de afsluitingsperiode van Master jaar 3 vindt een samenvattende beoordeling van de student plaats aan de hand van het portfolio Dit portfoliogesprek voert de student met een, door de examencommissie aangewezen, ervaren docent.
De student maakt als voorbereiding op het portfoliogesprek een samenvattende zelfreflectie van maximaal vier A4 pagina’s. Hierin bespreekt de student per CANMEDS competentie wat hij of zij geleerd heeft in het schakeljaar. Deze zelfreflectie wordt aan het portfolio toegevoegd en is de basis voor het afsluitende portfoliogesprek. De beoordelaar krijgt zo een indruk van de competenties van de student, gaat hierover het gesprek aan en kan tips geven.
De student kan ervoor kiezen ook een sollicitatiebrief en curriculum vitae toe te voegen aan het portfolio en die te bespreken met de docent als voorbereiding op een later te voeren sollicitatiegesprek. Het is verstandig dit wel vooraf aan de docent kenbaar te maken.
Werkvormen
Tijdens de afsluitingsperiode zijn er twee onderdelen:
1. Het portfoliogesprek over het schakeljaar (en de studie) als geheel;
2. Een afstudeerceremonie.
Ingangseisen
Je moet ingeschreven staan voor de volgende opleiding:- Geneeskunde, Master, Voltijd Er moet voldaan zijn aan de cursus:- toegang osiris jr 3 GNKM (GNMT60004)
Op het portfoliogesprek na moeten alle overige onderdelen van de masteropleiding met een voldoende resultaat zijn afgesloten.
Tijdens de stageperiode (dus minus startblok en afsluitperiode)
Terugkomdagen schakeljaar
Doelstellingen en inhoud
Het algemeen doel van de Terugkomdagen is te leren om, voortbouwend op de modules in het Startblok, de verschillende ingrediënten van de klinische praktijk te integreren met competenties inzake professioneel handelen, didactiek en onderwijs, met gebruik van gegevens uit (bio)medisch wetenschappelijk onderzoek.
Bovenal hebben de Terugkomdagen als doel de vorming van professionele attitude aangaande het op juiste manier gebruiken en overdragen van kennis en vaardigheden ten behoeve van kwaliteit en effect van de zorg te integreren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verwerkingsopdrachten en discussie bijeenkomsten.
Tijdens de terugkomdagen worden opdrachten gegeven waarbij het doel is om de in het startblok verworven kennis en vaardigheden te verbreden en te verdiepen tijdens het door de student zelfstandig of in 2 tallen uit te voeren van opdrachten.
In de module evidence based medicine staat het oplossen van klinische problemen volgens de methoden van EBM, met toepassing van kennis uit klinisch wetenschappelijk onderzoek, voorop. Het doel hierbij is om diagnostiek, prognostiek en behandeling te optimaliseren volgens de methode van wetenschappelijk gefundeerd handelen in de medische praktijk.
In de module professionaliteit staan de maatschappelijke en persoonlijke aspecten van de beroepsoefening als arts centraal. Meer specifiek komen ter voorbereiding op het medisch professioneel handelen attitudevorming en gezondheidsrechtelijke, medisch ethische, en maatschappelijke aspecten van de geneeskunde aan bod. Ter bevordering van het (verder) verwerven van competenties op de gebieden professionaliteit, maatschappelijk handelen en communicatie zal de student door discussie en verslagen reflecteren en beschouwen op diverse maatschappelijke, ethische en organisatorische aspecten van de zorg.
Werkvormen
Er worden 8 Terugkomdagen gevolgd, aansluitend aan het STARTblok. Daarbij worden naast het doorlopende contactonderwijs van de module professionaliteit, de opdrachten van de module evidence based medicine zelfstandig uitgevoerd. De werkvormen voor de module professionaliteit betreffen interactieve colleges en discussies opdrachten in werkgroepen. Voor de module evidence based medicine is er elke Terugkomdag de mogelijkheid om tijdens een plenair interactief Meet The Expert werkcollege vragen te stellen en te discussiëren aan de hand van problemen en vragen bij de uitvoering van de EBM opdrachten. Een belangrijk deel van de onderwijslast bestaat uit zelfstudie ten behoeve van voorbereiding op werkgroepen en presentaties.
Plaats in het curriculum
De module evidence based medicine en de module professionaliteit van de Terugkomdagen vormen een eenheid met de betreffende modules van het STARTblok.
Literatuur
Er wordt gebruik gemaakt van eerder aangeschafte boeken en literatuur en artikelen die de student zelf van internet moet halen. In het blokboek en op Blackboard zijn de concrete gegevens hiervoor te vinden.
Onderwijsmaterialen
Behalve bovengenoemde literatuur wordt gebruik gemaakt van de verschillende relevante blokboeken. Informatie over alle materialen is op Blackboard en in het blokboek te vinden.
Toetsing
Beide modules moeten ter afronding als voldoende worden afgetekend.
Contactpersoon
Dr. P. Heus en dr. T. Lely, examinatoren
tel: 088-7559304
email: student@juliuscenter.nl
Coördinatoren
Module professionaliteit: Prof. dr. J.J.M. van Delden
Module evidence based medicine: Dr. P. Heus
Buitenland
Het is in Utrecht in beperkte mate mogelijk om tijdens de master coschappen en stages in het buitenland te doen. Door een stage of een studieonderdeel in het buitenland te volgen, kan je veel leren over wereldwijde gezondheidsvraagstukken en over culturen en tradities van patiënten uit de hele wereld. Natuurlijk kan je ook je medische vaardigheden verbreden. Het International Office helpt je coschappen en stages in het buitenland te volgen.
Onderwijsvormen
- Coschappen - Tijdens de coschappen is het de bedoeling dat je zo zelfstandig mogelijk patiënten ziet en anamnese, lichamelijk onderzoek, interpretatie en behandelplan documenteert in het medisch dossier.
- Lijnonderwijs - Het Praktisch Lijnonderwijs (PLO) bestaat uit communicatie en attitude en medisch-technische vaardigheden.
- Artsenstages - De semi-artsstage is verplicht. Je kunt zelf een voorkeur opgeven voor het specialisme waarbij je de stage wilt volgen. Je werkt als semi-arts op het niveau van een beginnend arts-assistent.
- Wetenschapsstage - De wetenschapsstage duurt minimaal 12 weken, en kan eventueel verlengd worden tot 18 of 24 weken. Deze stage is gericht op actieve deelname aan wetenschappelijk onderzoek.
Groepsgrootte
In de master werk je veel zelfstandig als coassistent, semi-arts of in een andere (wetenschappelijke) stage. Dit wil niet zeggen dat je altijd alleen loopt; regelmatig zullen ook andere studenten tegelijk een onderwijsonderdeel volgen.
Examenvormen
- Beoordeling van handelen in de praktijk
- Beoordeling van professioneel gedrag
- Theoretische toetsen voorafgaand aan een coschap
- Maken van (wetenschappelijke)verslagen
- Utrechtse Voortgangstoets (UVT)
Extra uitdaging
Zoek je extra uitdaging? Voor studenten die naast hun master een extra uitdaging zoeken biedt de Universiteit Utrecht diverse honoursprogramma’s aan. Honoursonderwijs gaat verder waar je masterprogramma ophoudt. Het Geneeskunde honoursprogramma van wil jou als geneeskundestudent vroeg in de opleiding uitdagen om je wetenschappelijke ambitie te koppelen aan academische vorming en verbreding. We willen je stimuleren om het beste uit jezelf te halen!
Lees meer over de honoursprogramma's