Studieprogramma


Wat ga je doen?
De ALPO is een vierjarige studie. Je combineert vakkennis, vakdidactiek én wetenschappelijke theorie rondom onderwijs, pedagogiek en schoolorganisaties. Vanaf het begin van je studie loop je stage in het basisonderwijs en voer je onderzoeksopdrachten uit op je stageplek. Ieder studiejaar is ingericht aan de hand van een inhoudelijke focus. Hieronder staat daar per jaar meer over geschreven en zie je welke vakken je krijgt.
Het eerste jaar is een breed inleidend jaar waarbij de veelzijdigheid van het leraarsvak centraal staat. Je komt bijvoorbeeld in aanraking met didactiek binnen vakken als taal- en rekenonderwijs, je verdiept je in de ontwikkeling van kinderen, je doet onderzoek en je ontwikkelt lesmateriaal. Daarnaast loop je vanaf het begin stage in verschillende groepen van de basisschool om je te oriënteren op de beroepspraktijk van leraar primair onderwijs.
Blok 1 | Blok 2 | Blok 3 | Blok 4 |
---|---|---|---|
Inleiding onderwijs-wetenschappen | Rekenen in de bovenbouw | Taal en rekenen en de ontwikkeling van het jonge kind | Bewegingsonderwijs voor het jonge kind |
Inleiding in schrijfvaardigheid op bord en papier | Ontwerpen van leer-situaties inleidend | Ontwikkelings-psychologie | Analyseren en redeneren |
Leren lesgeven | Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek | ||
Inleiding in didactiek van kunst | Inleiding in didactiek van kunst (vervolg) | ||
Inleiding in didactiek van wereldvakken | Inleiding in didactiek van wereldvakken (vervolg) | ||
Praktijk (bovenbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk (bovenbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | Praktijk (onderbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk (onderbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) |
Blok 1
Onderwijswetenschappen is het wetenschapsgebied dat onderwijs bestudeert om het te begrijpen en te helpen verbeteren. Je leert in deze inleiding waar het onderwijskundig vakgebied uit bestaat. Ook doe je theoretische kennis op over leren, organiseren van leren en de maatschappelijke context waarin leren plaatsvindt.
Meer informatie over Inleiding onderwijswetenschappen.
Goed handschriftonderwijs leidt tot goed schrijvende kinderen. Leerkrachten moeten daarom zelf een goed ontwikkeld handschrift hebben. In dit vak leer je het methodeschrift, een verbonden lerarenhandschrift en een cursief blokschrift.
Om lessen goed te laten verlopen is een goede voorbereiding noodzakelijk. Daarbij gebruiken we een gedifferentieerd lesvoorbereidingsformulier (GLVF) en leren we over het model “didactische analyse” van Van Gelder (1972). De alledaagse lespraktijk van leerkrachten wordt vaak gestuurd door ‘praktijk- kennis’ en routines die leraren al werkend ontwikkelen. In dit vak leer je kritisch nadenken over deze kennis en routines; wat werkt nou wel en niet als leerkracht voor de klas?
In dit vak leer je hoe je de kunstvakken in kunt zetten op de basisschool. Je gaat kijken wat je eigen ervaring is met de kunstvakken en leert zelf kunstlessen ontwerpen. Je bouwt repertoire op zodat je met de kunstvakken aan de slag kunt in de praktijk.
Dit vak biedt een introductie van de wereld-oriënterende vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs en techniek, zoals die in het primair onderwijs worden gegeven. Om in al deze vakgebieden les te kunnen geven binnen het primair onderwijs, verdiepen we ons o.a. in de vakinhoud, vakdidactiek, belangrijke basisprincipes en kennis over de manier van leren en de ontwikkeling van leerlingen
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 2
In de bovenbouw leren kinderen kolomsgewijs optellen en aftrekken, rekenen met breuken en kommagetallen, verhoudingen en meetkunde. In dit vak leer je hoe je leerlingen deze rekenhandelingen kunt uitleggen en aanleren.
In dit vak ga je samen met je medestudenten aan de slag met het ontwerpen en construeren van een lessenpakket. Je voert analyses uit, construeert het product en evalueert. Wetenschappelijke kennis en inzichten staan centraal in dit vak en de ontwerpopdracht.
Meer informatie over Ontwerpen van leersituaties.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 3
In dit vak bestudeer je verschillende visies op onderwijs aan jonge kinderen en de rol van de leraar om kinderen te onderwijzen en te begeleiden. Je ontwikkelt een eigen visie op onderwijs aan jonge kinderen en leert hoe je de onderwijsleeromgeving het beste kunt inrichten.
In dit vak verdiep je je in de geschiedenis van het ontwikkelingspsychologisch denken. Je leert onderzoeksgericht na te denken over ontwikkeling. Je gebruikt ontwikkelingspsychologische theorieën om de ontwikkeling van het kind in zijn context te verklaren.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 4
In dit vak doe je kennis op over spelen en bewegingsrepertoires uit het primair onderwijs. Je krijgt vaktheoretische inzichten en ontwikkelt vaardigheden om onderwijssituaties gericht op bewegen vorm te geven.
In dit vak combineer je wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis, vaardigheden, denkgewoonten en handelingsrepertoires. Je leert kritisch keuzes te maken en te handelen in de praktijk en je kennis te gebruiken om dingen te verbeteren.
In dit vak staat onderzoek centraal. Aan bod komen de kenmerken, stappen, grondvormen en ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast maak je kennis met verschillende vormen van gegevensverzameling, onderzoeksvaliditeit en richtlijnen. Je leert de basisbegrippen van methodenleer, beschrijvende statistiek en inductieve statistiek, hypothesetoetsen en betrouwbaarheidsintervallen.
Meer informatie over Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
In het tweede jaar volg je verdiepende cursussen op het gebied van leerprocessen, didactiek en ontwikkeling van lesmateriaal. Daarnaast komt de school in de maatschappij centraal te staan. Er wordt ingegaan op de geschiedenis van onderwijs en opvoeding en de maatschappelijke processen en problemen waarmee een school te maken heeft. Je bekwaamt je verder in het doen van onderzoek en je zult daarnaast veel bezig zijn met het opdoen van ervaringen in de praktijk. De oriëntatie op pedagogisch, didactisch en vakspecifiek handelingsrepertoire is jouw focus.
Blok 1 | Blok 2 | Blok 3 | Blok 4 |
---|---|---|---|
Instructie en Differentiatie in het rekenonderwijs van groep 1-5 | Geletterdheid | Wereldoriëntatie 2: Omgevingsonderwijs | Kennisbasis en didactiek van de kunstvakken |
Educational psychology | Handschriftontwikkeling | Ontwerpen van leersituaties gevorderd | Didactiek van Engels |
Interaction in the classroom | |||
Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek | |||
Praktijk (onderbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | |||
Praktijk (onderbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk (bovenbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk (bovenbouw) incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) |
Blok 1
In de onderbouw maken kinderen geleidelijk de overgang van tellen naar rekenen. Het tellen, optellen, aftrekken en de tafels staan centraal in deze leerjaren. In dit vak leer je hoe je leerlingen deze rekenhandelingen kunt uitleggen en aanleren.
In dit vak bestudeer je theorieën over leren en cognitieve ontwikkeling en over sociale en motivationele processen. Ook verdiep je je in de invloed van deze theorieën op leren en instructie in het primair onderwijs.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 2
Je maakt je in dit vak de leerinhoud, didactiek en de wetenschappelijke kennis eigen om basisschoolleerling te begeleiden in de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid, voortgezet lezen en begrijpend lezen.
In dit vak leer je hoe je als leerkracht het handschrift van de kinderen kunt verbeteren door een goede instructie, sturing en reflectie tijdens de schrijflessen.
In dit vak staat onderwijsonderzoek centraal. Je verdiept je in de thema’s: kwalitatieve dataverzameling, interviewtechnieken, vragenlijstconstructie en –afname, en correlationele technieken.
Meer informatie over Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 3
Vervolg op het vak Inleiding in didactiek van Wereldvakken. Je leert om in alle deze vakgebieden lessen op groepsniveau binnen het primair onderwijs te geven. Daarvoor zijn o.a. kennis en vaardigheden nodig. Deze betreffen bij elk vakgebied o.a. de vakinhoud, de vakdidactiek, belangrijke basisprincipes (zoals beeldvormers bij geschiedenis, geografisch zienswijze bij aardrijkskunde en ontdekkend leren bij natuuronderwijs & techniek) en kennis over de manier van leren en de ontwikkeling van leerlingen. In dit vak verdiep je je kennis en vaardigheden op dit gebied. Er wordt binnen dit vak expliciet aandacht besteed aan vakintegratie, zoals bij omgevingsonderwijs en taal.
Op basis van inzichten vanuit de wetenschappelijke literatuur ontwerp je gedurende dit vak een lessenserie voor een opdrachtgever. We baseren ons hierbij op het Vier Componenten Instructie Ontwerp-model. Met dit model bekijken we hoe je onderwijs kunt ontwerpen voor complexe vaardigheden door bijvoorbeeld een indeling in deeltaken.
Meer informatie over Ontwerpen van leersituaties - gevorderd.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 4
In dit vak ontwikkel je een kunsteducatief programma voor je eigen stagegroep. Je bezoekt een professionele jeugdtheatervoorstelling en analyseert een aantal afleveringen van Het Klokhuis. Op basis van de bevindingen ontwerp je een inspirerende, theatrale opening en een drietal lessen die je rondom het gekozen thema uitvoert in de stage.
Binnen dit vak doe je kennis op over “Engels in het basisonderwijs". Daarnaast verbeter je, door het doen van onderzoek, je eigen kennis en vaardigheden met betrekking tot de didactiek van Engels in het basisonderwijs. Aan de hand van een stappenplan doe je onderzoek naar de stand van zaken van Engels op je stageschool en ontwerp je een aantal lessen Engels.
In dit vak bekijken we interacties tussen leerkracht en leerlingen vanuit drie perspectieven: een sociaal perspectief (hoe zorg ik dat een leerling zich veilig voelt?), een motivationeel perspectief (hoe zorg ik dat een leerling tot leren komt?) en een cognitief perspectief (hoe help ik een leerling die iets niet begrijpt?). We bekijken de interacties tussen leerkracht en leerlingen, zowel die van jezelf in je stageklas als die van je collega-studenten. Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op de rol van de leerkracht en worden gedragsalternatieven geformuleerd.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
In het derde jaar staan de verschillen tussen kinderen centraal. Je verdiept je verder in de sociaal-cognitieve ontwikkeling van het kind en krijgt onderwijs over eventuele beperkingen, leer-, gedrags- of sociaal-emotionele problemen bij kinderen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan reflectie en onderzoek op gevorderd niveau. Tijdens de stage onderzoek je met behulp van de opgedane kennis en onderzoeksvaardigheden specifieke, orthopedagogische ontwikkelingsvragen bij kinderen in de praktijk. Een stage in het speciaal (basis)onderwijs behoort tot de mogelijkheden.
Blok 1 | Blok 2 | Blok 3 | Blok 4 |
---|---|---|---|
Methoden in onderwijswetenschappelijk onderzoek | Profieldeel Wereldoriëntatie óf Meer muziek in de klas | Taalonderwijs op maat | Diversiteit in het onderwijs |
Orthopedagogiek 1: Uitgaan van verschillen | Orthopedagogiek 2: Passend onderwijs | Assessment en evaluatie | Reken-wiskundeonderwijs op maat |
| Vernieuwingsonderwijs: algemeen | Keuzecursus Vernieuwings-onderwijs 1 óf Onderwijs in wetenschap en technologie 1 | Keuzecursus Vernieuwings-onderwijs 2 óf Onderwijs in wetenschap en technologie |
Landelijke kennisbasis van taal en rekenen | |||
Landelijke kennisbasis van taal en rekenen | |||
Praktijk incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | Praktijk incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | Praktijk incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) |
Blok 1
Je verdiept je in dit vak in onderwijsonderzoek: kwalitatieve analysemethoden en multivariate statistiek.
Meer informatie over Methoden in onderwijswetenschappelijk onderzoek.
Leerkrachten in het primair onderwijs krijgen te maken met grote individuele verschillen tussen leerlingen ten aanzien van hun leermogelijkheden. Sommige leerlingen ontwikkelen zich op bepaalde leergebieden extra snel, terwijl anderen zich trager ontwikkelen en sommige leerlingen een afwijkende ontwikkeling vertonen. In dit vak leer je individuele verschillen te verklaren vanuit verschillende theorieën en leer je welke leerproblemen kenmerkend zijn bij bepaalde leerstoornissen en/of sociaal-emotionele ontwikkelingsstoornissen. Daarnaast ontwikkel je een visie op verschillen in het onderwijs en het betrekken van kinderen met een vertraagde of afwijkende ontwikkeling. Deze kennis en visie stellen je in staat in het onderwijs rekening te houden met en in te spelen op individuele verschillen in het schoolse leren en functioneren.
Van afgestudeerde pabostudenten wordt basiskennis verwacht op het gebied van taal en rekenen. Vanaf 2013 wordt deze kennis getoetst met een landelijk verplichte toets. Dit vak laat alle domeinen van het taal- en rekenonderwijs nogmaals in vogelvlucht zien met als doel dat je deze kennis eigen kunt maken door middel van zelfstudie. Studietechnieken die eerder in de opleiding aangeboden zijn kun je in dit vak gebruiken. Als je de toets haalt, dan heb je laten zien dat je over voldoende basiskennis beschikt om goed taal- en rekenonderwijs te kunnen geven.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 2
In dit vak leer je verbeteringen bij het onderwijs in wereldoriëntatie (WO) vorm te geven, onderzoek te doen naar leerlijnen, een visie formuleren die past bij wereldoriëntatie en hoe je hierbij collegae meeneemt. Onderwijsverbetering moet goed doordacht zijn en passen bij de visie van de school, bij de leerkrachten die er werken, bij de andere vakgebieden die er gegeven worden en passen bij de leerlingen die op de school zitten. Bij deze cursus gaan we je al deze facetten een keer laten ervaren. Je maakt keuzes in de manier waarop je te werk gaat, hoe er wordt beoordeeld, wat je tijdens de conferentie (aan het slot van de cursus) aan medestudenten laat zien.
Muziek maken is niet alleen leuk, maar ook heel belangrijk. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat het schoolprestaties van kinderen verbetert. Muziek maken draagt bij aan de ontwikkeling van het brein, de motorische ontwikkeling, de taalontwikkeling en het bevordert discipline en doorzettingsvermogen. In dit vak ontwikkel je de praktische en didactische vaardigheden t.a.v. het vak muziek in relatie tot het kwalitatief en structureel verbeteren van het muziekonderwijs van morgen.
Door het passend onderwijs krijgen leerkrachten te maken met leerlingen met gedrags- of sociaal-emotionele problemen. Regelmatig is er sprake van een kind met een ontwikkelingsstoornis, zoals ADHD, ODD, autisme of angst. Het is van belang om als leerkracht deze problemen te herkennen, te weten wat mogelijke verklaringen zijn voor het probleemgedrag van deze leerling en hier op een adequate manier mee om te gaan zodat de leerling en zijn/haar klasgenoten zo optimaal mogelijk kunnen leren. Je leert de onderwijsbehoeften en leerkenmerken van leerlingen met specifieke ontwikkelingsstoornissen herkennen, begrijpen en krijgen handvatten aangereikt om hierop in te spelen
Uit de reformpedagogiek is rond 1900 een aantal nieuwe vormen van onderwijs voortgekomen met eigen ideeën. De belangrijkste scholen die nu nog bestaan en die uit de reformpedagogiek voortgekomen zijn: Daltononderwijs, Freinetonderwijs, Jenaplanonderwijs, Montessorionderwijs, Vrijeschoolonderwijs. Je verkent, n.a.v. de hoorcolleges, de diverse stromingen van het traditioneel vernieuwingsonderwijs. Deze verkenning is de opmaat voor een verdere verdieping van de opvoedingsfilosofische visie die aan de basis ligt van één van de scholen van het traditioneel vernieuwingsonderwijs. Dit gebeurt in een leerteam. Deze verdieping bestaat uit een beperkte literatuurstudie op het gebied van het traditioneel vernieuwingsonderwijs met daar aan gekoppeld een analyse van visuele beelden (foto’s, schilderijen, tekeningen, filmpjes, enz.) van dat theoretisch opvoedingsconcept in de praktijk.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 3
In dit vak leer je welke leerinhoud, didactiek en wetenschappelijke kennis nodig is om leerlingen te leren schrijven. Schrijven valt hier uiteen in twee componenten: stellen (teksten schrijven) en spelling (woordniveau). Je verwerft allereerst kennis over een leeftijdsadequate leerlijn en ontwerpt en verzorgt activiteiten voor je stageklas, met toepassing van de in de cursus behandelde kennis en vaardigheden. Ook kies je een leerling uit met spellingproblemen en diagnosticeert van enkele spellingcategorieën de denkwijzen van het kind. Vervolgens beredeneer je op basis van de aanboden theorie over spellingonderwijs welke spellinginstructie- en begeleiding passend is voor deze leerling.
In dit vak staat het construeren en beoordelen van de kwaliteit en bruikbaarheid van kennis- en vaardigheidstoetsen voor het primair onderwijs centraal. Ook besteed je aandacht aan de plaats van toetsen in het curriculum, de kwaliteit en het gebruik van toetsen, het geven van cijfers en feedback en het werken met leerlingvolgsystemen.
De keuzecursus W&T loopt over twee periodes. De focus in de eerste periode ligt op onderdompeling, inspiratie en verdieping. In de tweede periode is de focus wederom onderdompeling door onder andere doelbewuste in oefening en abstractie. Er wordt samengewerkt met het wetenschapsknooppunt. Studenten ontwikkelen in de eerste periode een lessenserie onderzoekend leren of ontwerpend leren, die ze in de tweede periode uitvoeren. Ze verdiepen zich allereerst in een onderwerp en denken daarbij ook na over hoe zij in hun ontwerp, didactische aanpak en handelen rekening houden met uitgangspunten die bijdragen aan effectief W&T-onderwijs.
Aan de hand van een beknopte geschiedenis van de Westerse filosofie over kindbeelden en verschillende visies op goed onderwijs, worden studenten uitgedaagd hun eigen visie op goed onderwijs te ontwikkelen. Verschillende aspecten van de filosofie van Plato, Aristoteles, De Stoa, Comenius, Erasmus, Locke, Rousseau, Foucault, Meirieu en Biesta worden behandeld, en er worden dwarsverbanden gelegd met verschillende typen hedendaags Nederlands onderwijs. In het tweede deel van de cursus vertalen studenten deze persoonlijke visie naar vorm en inhoud van een voor hen ideale school.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
Blok 4
In dit vak bestudeer je het basisonderwijs en de leerling in het perspectief van communicatieprocessen en actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Bijzondere aandacht gaat uit naar migratie, culturele diversiteit en onderwijsachterstand.
In dit vak ga je aan de slag met de kwaliteit van reken-wiskundeonderwijs op groepsniveau (leerling en leerkracht). We staan stil bij factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van reken-wiskundeonderwijs en de resultaten die kinderen boeken. Daarmee kun je 'reken-wiskundeonderwijs op maat' voor elk kind realiseren. Je leert antwoord te geven op vragen als: Welke vervolgstappen sluiten goed aan bij de stagegroep en de rekenmethode? Hoe kunnen rekendoelen worden geformuleerd die haalbaar zijn, voor zowel de leerkracht als (sub)groepen leerlingen? Op welke wijzen (didactiek en handelingsniveaus) worden die doelen behaald? En hoe kom je tegemoet aan de onderwijsbehoeften van zwakke(re) én sterke(re) rekenaars?
Dit vak is een vervolg op Vernieuwingsonderwijs 1
Dit vak is een vervolg op Onderwijs in wetenschap en technologie 1.
Je oefent in de praktijk de rol van leerkracht. Je leert lesgeven, ontwikkelt een goede pedagogische relatie met kinderen en observeert in de eigen groep en school. Ook analyseer, gebruik en ontwerp je leermiddelen en leeromgevingen en je voert in alle vak- en vormingsgebieden praktijkactiviteiten uit.
In het vierde jaar staat de school als organisatie in ontwikkeling centraal. Je volgt cursussen op gevorderd niveau en besteedt daarnaast tijd aan de bachelorthesis. Je voert een wetenschappelijk onderzoek uit over een voor de stageschool relevant onderwerp waarbij je de theorie uit de voorgaande jaren toepast, en je rapporteert daarover in de vorm van een wetenschappelijk artikel. Een ander groot deel van het jaar besteed je aan de afstudeerstage op een basisschool waarin je alle taken van een leerkracht uitvoert. Deze stage sluit je af wanneer de stageschool en de opleiding je bekwaam achten om als professional om te gaan met kinderen, de school en de omgeving.
Blok 1 | Blok 2 | Blok 3 | Blok 4 |
---|---|---|---|
Bachelorthesis: Onderzoeksplan | Bachelorthesis: Onderzoeksplan (vervolg) | Bachelorthesis | Bachelorthesis (vervolg)
|
Kwaliteit van reken-wiskunde-onderwijs | Taal en beleid | ||
Eind-assessment (vervolg) | |||
Schoolorganisatie en verandermanagement | Eindassessment | ||
Filosofische reflectie op Vraagstukken in onder-wijspraktijk en onderzoek | |||
Praktijk: afstudeerstage incl. studieloopbaan-begeleiding | Praktijk: afstudeerstage incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | Praktijk: afstudeerstage incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) | Praktijk: afstudeerstage incl. studieloopbaan-begeleiding (vervolg) |
Blok 1
Dit vak gaat in op het samen met de school komen tot een onderzoeksonderwerp, het formuleren van onderzoeksvragen, het plannen van onderzoek en het schrijven van een onderzoeksplan. De cursus is een directe voorbereiding op de bachelorthesis.
Je vergelijkt en integreert de voor rekenonderwijs relevante vakdidactische, pedagogisch-didactische en psychologische kennis en ervaring je hebt opgedaan in de opleiding en stagepraktijk. Ook ontwikkel je een beargumenteerde eigen visie op goed rekenonderwijs.
In dit vak beschrijf, analyseer, interpreteer en waardeer je normatieve vragen en dilemma’s uit de praktijk van en onderzoek naar het onderwijs. Aan de hand van thema’s maak je kennis met de argumentatieleer, ethiek, wijsgerige antropologie, epistemologie en wetenschapsfilosofie.
In deze laatste praktijk krijg je steeds meer groepsverantwoordelijkheid. Je wordt eindverantwoordelijke voor de taken van een leerkracht en levert een actieve bijdrage aan schoolontwikkeling.
Blok 2
Dit vak gaat in op het samen met de school komen tot een onderzoeksonderwerp, het formuleren van onderzoeksvragen, het plannen van onderzoek en het schrijven van een onderzoeksplan. De cursus is een directe voorbereiding op de bachelorthesis.
Kwaliteitszorg is een rol die de ALPO-student prima past. In dit vak leer je deze rol binnen de stageschool op je te nemen, gericht op een specifiek domein binnen het taalonderwijs (bijvoorbeeld jeugdliteratuur en boekpromotie). Je verwerft diepgaande en wetenschappelijke kennis over effectieve leerlijnen, didactiek, methodiek, materialen en leerproblemen t.a.v. het gekozen taaldomein. Met deze kennis in het achterhoofd houd je de op de stageschool gehanteerde praktijk tegen het licht en formuleer je een kwaliteitsverbetering. In overleg met het schoolmanagement kies je een taaldomein uit dat verbetering behoeft. Je analyseert de schoolspecifieke stand van zaken rondom dit taaldomein. Daarna worden op basis van literatuurstudie verbeterdoelen geformuleerd. Op basis daarvan breng je een advies uit. Dit advies is concreet, handelingsgericht en kan direct uitgevoerd worden.
Het onderwijs als organisatie staat centraal in dit vak. Je bestudeert onderwerpen als organisatiestructuur en -dynamiek, organisatieontwikkeling en -cultuur, managen en begeleiden van organisatieverandering en de rol van de professional bij organisatieveranderingen.
In deze laatste praktijk krijg je steeds meer groepsverantwoordelijkheid. Je wordt eindverantwoordelijke voor de taken van een leerkracht en levert een actieve bijdrage aan schoolontwikkeling.
Blok 3
In duo’s doe je stapsgewijs een empirisch onderzoek. Je voert je onderzoeksplan uit op je praktijkschool. Ter afronding schrijf je een individueel onderzoeksartikel en schrijf je gezamenlijk een adviesrapport voor het werkveld.
In deze laatste praktijk krijg je steeds meer groepsverantwoordelijkheid. Je wordt eindverantwoordelijk voor de taken van een leerkracht en levert een actieve bijdrage aan schoolontwikkeling.
Blok 4
In duo’s doe je stapsgewijs een empirisch onderzoek. Je voert je onderzoeksplan uit op je praktijkschool. Ter afronding schrijf je een individueel onderzoeksartikel en schrijf je gezamenlijk een adviesrapport voor het werkveld.
In deze laatste praktijk krijg je steeds meer groepsverantwoordelijkheid. Je wordt eindverantwoordelijk voor de taken van een leerkracht en levert een actieve bijdrage aan schoolontwikkeling.
Goed om te weten
Werkvormen
Tijdens je opleiding krijg je te maken met de volgende lesvormen: hoorcolleges, werkgroepen, projectgroepen, stage, simulaties, vaardigheidstrainingen en intervisie.
Bij een hoorcollege zit je met alle medestudenten in een grote zaal. In een werkgroep ga je met ongeveer 25 studenten aan de slag met de stof uit het hoorcollege en de literatuur. Je leert door samenwerking aan de hand van opdrachten de theorie toe te passen op praktijkgerichte casussen. De meeste colleges zijn in het Nederlands. Van de literatuur is ongeveer 40% in het Engels. Tijdens het eerste jaar heb je gemiddeld 14 contacturen en één dag stage in de week.
Werkvorm | Uren per week |
Contacturen | 16 uur |
Zelfstudie | 16 uur |
Stage | 8 uur |
Tijdsverdeling
Hieronder zie je de verdeling van theorie, praktijk, groeps- en individueel werk in procenten.
Studie-onderdeel | Percentage |
Theorie | 75% |
Praktijk | 25% |
Groepswerk | 30% |
Individueel werk | 70% |
Toetsing
Je wordt op verschillende manieren getoetst. Je sluit je vakken af met een kennistoets, verslag, presentatie of essay. Daarnaast schrijf je wetenschappelijke artikelen en werk je aan een legitimeringsrapport.
Groepsgrootte
Er zijn gemiddeld 65 eerstejaarsstudenten die aan de studie Academische lerarenopleiding primair onderwijs beginnen. In de hoorcolleges zit je dan ook met 75 medestudenten. Bij een werkcollege zitten in het eerste jaar tussen de 20 en 25 studenten.
Stage in buitenland
In het vierde jaar van je studie kun je voor een korte periode (ongeveer 6 weken) naar het buitenland om praktijkervaring op te doen. De opleiding werkt bijvoorbeeld samen met scholen in Finland en Engeland. Je combineert je buitenlandverblijf met het schrijven van de bachelorthesis.
Studiebegeleiding
Bij ALPO kun je tijdens je studie rekenen op goede begeleiding en persoonlijk advies. Wij hebben diverse medewerkers, zoals mentoren, tutoren en studieadviseurs die je ondersteuning bieden bij studiegerelateerde zaken. Maar ook bieden zij begeleiding en advies bij zaken die niet direct met je opleiding te maken hebben.
Bindend studieadvies (BSA)
Aan het eind van het eerste studiejaar ontvangt elke student een bindend studieadvies (BSA). Je moet minstens 45 studiepunten van de bachelor Academische lerarenopleiding primair onderwijs behaald hebben om door te mogen gaan met je studie.