Dr. Thomas van Huizen

Adam Smith Hall
Kriekenpitplein 21-22
Kamer 2.07a
3584 EC UTRECHT

Dr. Thomas van Huizen

Universitair hoofddocent
Sectie Applied Economics
t.m.vanhuizen@uu.nl
Projecten
Project
EVENING - Effectstudie Voorschoolse Educatie: een natuurlijk experiment in Nederlandse gemeenten 01-04-2019 tot 31-12-2024
Algemene projectbeschrijving

Een multidisciplinair consortium van de Universiteit Utrecht (Utrecht School of Economics, Departement Educatie en Pedagogiek) en Sardes voert de komende jaren een evaluatieonderzoek uit naar de effecten van voorschoolse educatie voor kinderen in maatschappelijke achterstandssituaties. Het onderzoek maakt deel uit van een breder programma van onderzoek naar het onderwijsachterstandenbeleid dat is geïnitieerd door het Ministerie van OCW en wordt gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. Aanleiding van het onderzoek is de forse investering van de overheid in de uitbreiding van het aantal uren voorschoolse educatie, de professionalisering van medewerkers en de inzet van HBO-opgeleide medewerkers. De belangrijkste stimuleringsmaatregelen, en met name de urenuitbreiding van minimaal 10 naar 16 uur per week, gaan per augustus 2020 in. Voor veel gemeenten betekent dit een grote beleidswijziging en voor veel aanbieders van kinder- en peuteropvang een grote verandering in werkwijze, die in een relatief korte periode tot stand gebracht moeten worden. Voor andere gemeenten sluiten de maatregelen aan op al bestaand beleid en is de impact van het nieuwe beleid minder groot. Vanwege deze natuurlijke variatie is er sprake van een natuurlijk experiment dat benut kan worden om onderbouwde uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de maatregelen.

In EVENING worden drie cohorten doelgroepkinderen gevolgd: een pre-transitiecohort, een transitiecohort en een post-transitiecohort. Tot de doelgroep worden gerekend: kinderen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status (beide ouders maximaal VMBO), kinderen van Turkse of Marokkaanse herkomst die thuis met een andere taal dan het Nederlands opgroeien, en kinderen uit andere niet-Westerse migrantengroepen, met name uit Oost-Europa. De drie cohorten zijn gespreid over 30 à 40 gemeenten van verschillende grootte in verschillende regio’s van het land. Kinderen worden geworven in kinder- en peuteropvanggroepen, in totaal ongeveer 2000 kinderen in zo’n 300 groepen. We volgen de ontwikkeling van de kinderen op het gebied van taal, ruimtelijke cognitie, motorische vaardigheden, executieve functies, zelfregulatie en sociale competentie. Het onderzoek houdt rekening met verschillen in de kwaliteit van de voorschoolse voorziening (gemeten door middel van observaties en gestructureerde interviews) en de thuisomgeving (gemeten door middel van interviews met de ouders). De data-analyses maken optimaal gebruik van het natuurlijke experiment en zullen worden uitgevoerd met micro-econometrische analysetechnieken (met name verschil-in-verschillen en instrumentele-variabelen methoden). Naast het onderzoek gericht op de ontwikkeling van kinderen, wordt een meervoudige casestudie uitgevoerd van het beleid op het gebied van voorschoolse educatie in de deelnemende gemeenten. De looptijd van het onderzoek is van april 2019 t/m maart 2023.

Rol
Onderzoeksleider
Financiering
2e geldstroom - NWO - Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO); subsidie van 1.300.000 euro
Overige projectleden
  • Dr. IJsbrand Jepma (Sardes)
  • Heleen Verstegen MSc. (Sardes)
Afgesloten projecten
Project
ISOTIS - Inclusive Education and Social Support to Tackle Inequalities in Society 01-10-2016 tot 31-12-2019
Algemene projectbeschrijving

ISOTIS addresses the nature, causes and impact of early emerging social and educational inequalities in the context of socioeconomic, cultural and institutional processes. Quasi-panels and pooled longitudinal datasets will be used to examine the variation in early educational gaps and developmental trajectories across countries, education systems and time. To disentangle the complex interactions between characteristics of systems and target groups, ISOTIS will study significant immigrant, indigenous ethnic-cultural and low-income native groups, associated with persistent educational disadvantages. ISOTIS will examine current resources, experiences, aspirations, needs and well-being of children and parents in these groups in the context of acculturation and integration, and in relation to local and national policies. ISOTIS aims to contribute to effective policy and practice development by generating recommendations and concrete tools for: (1) supporting disadvantaged families and communities in using their own cultural and linguistic resources to create safe and stimulating home environments for their children; (2) creating effective and inclusive pedagogies in early childhood education and care centres and primary schools, including multilingual support; (3) professionalization of staff, centres and schools to improve quality and inclusiveness; and (4) establishing inter-agency coordination of support services to children and families.

Rol
Uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - EU Gesubsidieerd in het kader van Horizon 2020; 5 miljoen euro
Project
CARE - Curriculum and Quality Assessment and Impact Review of European Early Childhood Education and Care 01-01-2014 tot 31-12-2016
Algemene projectbeschrijving

In line with the EU strategies for 2020 and the need for a systemic and integrated approach to Early Childhood education and Care (ECEC), the project identifies eight key issues and questions for which effective policy measures and instruments should be developed. They concern assessing the impact of ECEC, optimizing quality and curricula for ECEC to increase effectiveness, raising the professional competencies of staff, monitoring and assuring quality of ECEC, increasing the inclusiveness of ECEC, in particular for socioeconomically disadvantaged children, funding of ECEC, and the need for innovative European indicators of children’s wellbeing. The project addresses these issues in an integrative way by combining state-of-the-art knowledge of factors determining personal, social and economic benefits of ECEC with knowledge of the mechanisms determining access to and use of ECEC. In developing a European knowledge base for ECEC, the project adds to the existing knowledge in three ways. First, it includes secondary analyses of recent and ongoing large-scale longitudinal ECEC research from several European countries. Second, it includes the perspectives of important stakeholders and integrate cultural beliefs and values through a large scale survey across Europe. Third, it includes an observational in-depth study in ECEC centers in eight countries, along with a cross-cultural evaluation of observed practices. The central aim is to develop an evidence-based and culture-sensitive framework of (a) Developmental goals, quality assessment, curriculum approaches and policy measures for improving the quality and effectiveness of ECEC; and (b) Effective strategies of organizing, funding and governing ECEC that increase the impact of ECEC. The interdisciplinary research team constructs this framework, based on the competencies and skills that young children need to develop in current societies, identifies the conditions that have to be fulfilled to promote child development and wellbeing, and identifies strategies and policy measures that support access to high quality provisions, and that are likely to receive broad support of stakeholders, thereby enhancing the impact of ECEC. Website: http://ecec-care.org. 

Rol
Uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - EU Gesubsidieerd binnen het Europese 7e kader programma; 2.5 miljoen euro
Project
Levensloop, Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt 17-11-2006 tot 15-09-2013
Algemene projectbeschrijving

De levensloop wordt gezien als een belangrijk referentiepunt in het debat over de modernisering van sociale zekerheid. Levenslooparrangementen openen de mogelijkheid om een minder scherp onderscheid te maken tussen zelfgekozen en externe risico’s, passen in een knowledge-based society en bieden ruimte aan diversiteit. Ook beogen levenslooparrangementen een positief effect te hebben op arbeidsmarktparticipatie, juist door af en toe een periode van non-participatie in te lassen. In dit onderzoeksprogramma worden de aanspraken van feitelijke en potentiële levenslooparrangementen nader onderzocht. Meer concreet wordt nagegaan welk gebruik wordt gemaakt van de bestaande levenslooparrangementen, welke behoeften er bestaan aan nieuwe regelingen, wat de juridische mogelijkheden zijn van levenslooparrangementen in de wettelijke en contractuele sociale zekerheid en wat de te verwachten gedragseffecten zijn. Uitgangspunt daarbij is de moderne mobiele werknemer, die werken, zorgen en leren tracht te combineren in een flexibele arbeidsmarkt, die meer en meer wordt bepaald door internationale wet- en regelgeving.
Voor meer informatie zie onze projectpagina.

Rol
Uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - overig Stichting Instituut GAK
Overige projectleden
  • dr. Ivy Koopmans
  • dr. Jan-Dirk Vlasblom
  • prof. dr. Paul de Beer (Begeleidingscommissie)
  • dr. Suzanne Burri (Begeleidingscommissie)
  • prof. dr. Saskia Keuzenkamp (Begeleidingscommissie)
  • prof. dr. Ton Wilthagen (Begeleidingscommissie)