Het taalvaardigheidsonderwijs in het vo wordt vaak gezien als saai en ineffectief. Dit project onderzoekt hoe we het lees- en schrijfonderwijs in onderbouw vmbo-tl en havo uitdagender en betekenisvoller kunnen maken door een vakoverstijgende en genredidactische aanpak. Leerlingen leren genrekennis bewust gebruiken bij Nederlands en geschiedenis. Op basis van theoretisch gefundeerde principes ontwerpen we met docenten lessenreeksen voor bewuste genre-geletterdheid. De effectiviteit wordt beproefd in een grootschalige interventiestudie. We verwachten dat vakoverstijgende genredidactiek kennis, vaardigheden en motivatie van leerlingen vergroot. We onderzoeken ook wat dit van leraren vraagt qua vakdidactische expertise én wat het oplevert voor vakintegratie in het curriculum.
Dit project richt zich op het verbeteren van lees- en schrijfonderwijs en levert een online routekaart op met evidence based materialen en interventies die docenten en studenten kunnen gebruiken. En een visualisatie met kansen en valkuilen in het leertraject voor academisch schrijven. Projectleider: Renske Bouwer. Participerende faculteiten: GW, FSW, REBO, BETA, GEO.
In het huidige taalonderwijs is er weinig aandacht voor de productieve taalvaardigheden schrijven en spreken. Ook worden ze vaak in aparte lessen behandeld, waardoor het voor leerlingen lastig is om de samenhang te zien. Daarnaast krijgen leerlingen weinig kansen om taal in verschillende betekenisvolle contexten te gebruiken als middel om te communiceren. In dit onderzoeksproject zetten wij in op een integrale aanpak van de schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid in het basisonderwijs door leerlingen in dialoog te laten gaan over eigen geschreven teksten. De verwachting is dat dit de kwaliteit van de geschreven teksten en de gesprekken in de klas bevordert.