Beatrice de Graaf (1976) bekleedt de leerstoel History of International Relations & Global Governance aan de Universiteit Utrecht (sinds februari 2014). In december 2019 is ze benoemd tot faculteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Ze is, onder andere, lid van de Academia Europaea, voorzitter van de Strategische Adviesraad TNO Defensie en Veiligheid en lid van het Adviesorgaan Commandant Landstrijdkrachten. Daarnaast is ze extern faculteitslid bij het Institute for Advanced Study (IAS) van de Universiteit van Amsterdam.
Ze studeerde Moderne Geschiedenis en Duitse taal en Cultuur in Utrecht en Bonn (1998, cum laude) en ontving haar PhD van de Universiteit Utrecht in 2004 (over de DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging, onderscheiden met de Max van der Stoel Human Rights Award). Ze hielp mee bij het opzetten van het Centre for Terrorism and Counterterrorism aan de Universiteit Leiden, Campus Den Haag in 2007, waar ze in 2011 werd benoemd tot hoogleraar Conflict en veiligheid in historisch perspectief. Met een NWO VIDI/ASPASIA-subsidie voor 'The Making of a National Security State' en als fellow aan het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS, over het onderwerp 'Terrorists on Trial') droeg De Graaf bij aan de opkomst van het onderzoeksveld van veiligheidsgeschiedenis. Haar boek Evaluating Counterterrorism Performance (2011) is opgenomen in de internationale top 150 boeken over terrorisme. In 2015 heeft zij samen met George Dimitriu de bundel Strategic narratives, public opinion and war. Winning domestic support for the Afghan War uitgebracht. En in 2018 verscheen de bundel Securing Europe after Napoleon.
Verder doet De Graaf mee aan internationale en nationale debatten over terrorisme en veiligheid, binnen de academische wereld maar ook in de gedrukte en uitgezonden media. Ze is, onder andere, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), wetenschapscolumnist voor NRC Handelsblad, en ze zit in het redactiecomité van Studies in Conflict and Terrorism en Terrorism and Political Violence en Journal of Modern European History. Samen met Alexander Rinnooy Kan werd ze benoemd tot voorzitter van de Nationale Wetenschapsagenda (2014-2016). In 2018 ontving De Graaf de NWO Stevinpremie (2,5 miljoen euro), de hoogste onderscheiding in de Nederlandse academische wereld.
Ze was betrokken bij het analyseren van de ISIS Files als fellow aan de GWU/New York Times. In 2018 verscheen Tegen de terreur (inmiddels 5de druk en in paperback), het boek werd genomineerd voor de Librisprijs. In 2020 verscheen bij Cambridge University Press haar studie Fighting Terror After Napoleon waar zij in 2022 de Arenbergprijs voor Europese geschiedenis voor ontving. In 2021 publiceerde ze haar monografie over Radicale verlossing. Wat terroristen geloven - in 2022 genomineerd voor de Prijs voor het 'Belangrijkste Boek van het Jaar'. In 2022 won ze de Comeniusprijs voor haar onderzoek naar vrede, veiligheid en terrorisme. In 2022 schreef zij ook het Maand van de Geschiedenis-essay waarna zij een theatercollege gaf in vijftien theaters. De Graaf was in 2023 de juryvoorzitter voor de Libris Literatuurprijs.
Momenteel leidt zij het TerInfo onderwijsproject waar ze in januari 2023 de Brouwer Vertrouwensprijs voor heeft ontvangen. Daarnaast is zij hoofdonderzoeker van het Security History Network. Ze is ook een van de kernleden van het multidisciplinaire platform Security in Open Societies. De Graaf is tevens PI van het project Reimagining Religion, Security and Social Transformation (2021-2025) dat deel uitmaakt van het Joint Initiative for Strategic Religious Action (JISRA).
Naast haar werkzaamheden in Nederland heeft De Graaf ook verschillende buitenlandse Fellowships. In 2016 was ze verbonden aan het St. Catherine's College & de History Faculty van de Universiteit van Cambridge en de Universiteit van Californië in Los Angeles. Ze was ook Fellow bij het Extremis/ISIS Files Project van de George Washington University in Washington D.C. Tegenwoordig is Beatrice Fellow bij het Center for Advanced Security, Strategic and Integration Studies van de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität in Bonn.