OCW-subsidie voor onderzoek naar inclusiever speciaal schrijfonderwijs

© iStockphoto.com/Ridofranz

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kent Johan Sonnenschein, Els Stronks (beiden Universiteit Utrecht) en Micha Hamel een subsidie toe om het komende jaar SchrijfLab.nl uit te bouwen met schrijfonderwijs voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso), cluster 4. Sonnenschein, Stronks en Hamel zullen dat doen met docenten Nederlands, de leerlingbelangenvereniging voortgezet speciaal onderwijs (LBVSO) en medewerkers van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO).

Essentieel schrijfonderwijs

“We gaan schrijfonderwijs ontwerpen en testen dat rekening houdt met neurodivergentie, zoals ASS, autismespectrumstoornissen en ADHD”, vertelt Stronks. Huidige vso-methoden (voor praktijkonderwijs, BBL, kbl, gl, tl, havo en vwo) schenken in verschillende mate al aandacht aan schrijfonderwijs, maar niet zoals SchrijfLab.nl het beoogt, legt ze uit.

“Wij richten ons op schrijfonderwijs dat is geïnspireerd op lees- en kunstonderwijs – onderwijs dat leerlingen helpt hun gedachten en gevoelens beter, verfijnder en gloedvoller te uiten. Juist voor leerlingen die extra ondersteuning in het leven nodig hebben, kan schrijfonderwijs essentieel zijn.”

Inclusieve geïllustreerde poppetjesSchrijflab.nl

Van medisch naar sociaal perspectief

“We zien dit schrijfonderwijs als belangrijke stap in de richting van een perspectiefwisseling, zoals die wordt bepleit door het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA)”, vervolgt Stronks. “Als het om vso gaat, moeten we de stap maken van een medisch naar een sociaal perspectief.”

“Het medische model gaat uit van een beperking als medisch probleem van een individu dat in essentie gecorrigeerd, hersteld of genezen moet worden. Het sociale model verlegt de focus: het gaat niet langer om een geest die of lichaam dat gecorrigeerd moet worden, maar om de wijze waarop de maatschappij mensen actief binnen- of buitensluit van deelname.”

“Willen we een inclusief systeem, dan past de leerling zich niet aan het cultuureducatieve systeem aan, zoals in het medische model, maar past het systeem zich actief aan de leerling aan. Hoe – dat gaan we het komende jaar in een aantal ontwerp- en testcycli onderzoeken met leerlingen en docenten.”