In 2014, we (Smit et al. 2014) published an ex-ante evaluation of Europe's 2020 energy savings target. The main conclusion was that the EU would not meet the target without intensifying its energy efficiency policies.  Moreover, it was stressed that slower GDP growth (because of the 2008-2012 recession) would be the main contributor to target achievement.

At the beginning of 2020, the European Environmental Agency concluded that the EU was off track in meeting its 2020 target. However, in the fall of 2020, the tide changed: because of the COVID lockdowns, the target was overachieved. 

In our ex-post evaluation of the target, we show that, indeed, the major contribution comes from reduced GDP growth. It even seems that new energy efficiency policies hardly contributed to target achievement. This is obviously not true, but the result of the target definition (a reduction relative to an old pre-recession baseline scenario). The savings from new policies are compensated by savings (and assumptions) in the baseline that did not materialize. We conclude that it is not a good idea to define targets relative to baselines which are rapidly outdated because reality is often different than projections. Unfortunately, Europe's new energy savings target for 2030 has been defined in a similar way. 

See EEE-2022-EU Directive-You Tube for a presentation of the paper (my presentation is the second one in the session). See here for my paper.

In the next phase of this research, we will focus on the inconsistency between Article 3 of the Energy Efficiency Directive (indicative economy-wide energy savings target) and Article 7 of the Directive (binding energy saving obligations).

In this NWO program master students were given the opportunity and support to write their own proposal for a PhD research. A few proposals were selected for a 4-year PhD trajectory.  Among them:

Jing Hu - Giving the Green Light to the Green : Facilitating the integration of variable renewable electricity into the power system (https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/387712)

Ana Pocas - What infuences consumption? Organizing alternative food networks. Food waste in alternative food networks (ongoing)

• prof. dr. Ernst Worrell
• dr. ir. Jesus Rosales Carreon
• dr. ir. Wina Crijns-Graus MSc
• dr. Ana Poças Ribeiro
• dr. Jing Hu

Many studies have analysed the driving factors in the development of primary energy use in the power & heat sector. It provides insight into whether volume growth, changes in the technology mix, changes in the fuel mix, and improvement of conversion efficiencies contributed most to primary energy change. Topic of discussion is how to deal with useful heat from combined heat & power generation (CHP) in the analysis. Existing methods such as the power & heat method, the power-only method, the substitution method, and the power-loss method all have their advantages and disadvantages, but none of the methods is objectively better than the other. In this paper, we propose a new method that combines the strengths of the existing methods. It is a universal method that can be applied to analyse countries with high and low shares of CHP.

In het WarmingUP project wordt kennis ontwikkeld met als doel een bijdrage te leveren aan betrouwbare, duurzame en betaalbare collectieve warmtesystemen. Collectieve warmtesystemen in combinatie met duurzame bronnen vormen een potentieel belangrijke schakel om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te halen.

Het Copernicus Instituut is betrokken bij thema 6 c.4. Dit betreft een promotieonderzoek  dat zich richt op "informed decision making" m.b.t. aardgasvrije wijken.

www.warmingup.info

• Sara Herreras Martinez MSc
• prof. dr. Gert Jan Kramer

Nederland heeft verschillende doelstellingen voor energie, klimaat en circulariteit. De vraag is in welke mate deze doelstellingen complementair zijn ten opzichte van elkaar, overlappen met elkaar, of elkaar zelfs in de weg zitten. In deze studie voor RVO heeft de Universiteit Utrecht dit onderzocht voor de sector gebouwde omgeving. Energie- en klimaatambities zijn nauw met elkaar verweven doordat de energietransitiedoelstelling voor 2050 is uitgedrukt in een CO₂ reductiedoelstelling. Het aardgasvrij maken van woningen draagt bij aan deze CO₂ reductiedoelstelling onder voorwaarde dat de alternatieven voor aardgas (elektriciteit, warmte, gas) bij voorkeur CO₂-vrij maar minimaal CO₂-arm zijn, en om ook de indirecte CO₂ emissie te minimaliseren. Dit laatste kan zeker op de korte termijn niet altijd gegarandeerd worden omdat er een afhankelijkheid bestaat met de verduurzamingssnelheid in andere sectoren, zoals de elektriciteitssector.

Circulariteit (of specifieker: het minimaliseren van afvalstromen / streven naar eenzo groot mogelijke grondstoffenefficiency) kan een aanvullende bijdrage leveren aan de CO₂ reductiedoelstelling en is voor de bouw relevant voor wat betreft de materiaal-gebonden CO₂ emissie. De omvang van het CO₂ effect van circulair bouwen ten opzichte van de standaard bouwpraktijk is wel afhankelijk van de mate van verduurzaming van productieprocessen van bouwmaterialen en -producten door efficiencyverbetering en substitutie van fossiele energiedragers: in een klimaat-neutrale primaire grondstofketen is immers geen extra CO₂ winst meer te boeken met circulariteit.

Vanuit het energie- en klimaatveld is de aandacht voor de potentiële bijdrage van circulariteit aan de CO₂ doelstelling op dit moment nog marginaal en er lijkt vanuit energie/CO₂ perspectief ook (nog) geen expliciete afweging gemaakt te worden tussen het inzetten op circulariteit (bijv. inzet van herbruikbaar isolatiemateriaal) of het verduurzamen van primaire grondstofketens (bijv. het CO₂-vrij produceren van isolatiemateriaal). Vanuit het circulariteitsveld wordt echter wel heel expliciet de link met klimaatdoelen gelegd. Deels lijkt dit verschil in aandacht verklaard te kunnen worden doordat het circulariteitsveld nog relatief jong en in ontwikkeling is, en klimaat een logisch thema lijkt om strategisch bij aan te haken. 

Zie voor het rapport: https://www.researchgate.net/publication/349396289_INTERACTIE_TUSSEN_TRANSITIEPADEN_KLIMAAT_ENERGIE_EN_CIRCULARITEIT_ANALYSE_VAN_DE_SAMENHANG_VAN_HET_INSTRUMENTARIUM_IN_DE_GEBOUWDE_OMGEVING?channel=doi&linkId=602e51a5a6fdcc37a833a5bc&showFulltext=true

In SmartTrans wordt onderzocht hoe gemeenten particuliere woningeigenaren mee kunnen nemen in de aardgastransitie. Mogelijkheden hiervoor worden in het onderzoek geschetst aan de hand van twee karakteristieken:

- de mate van verplichting met betrekking tot de te bereiken eindsituatie (sterk verplicht versus flexibel einddoel),
- de wijze waarop men het beleidsdoel tracht te realiseren (eigen verantwoordelijkheid versus ontzorging en collectief aanbod).

In de praktijk zal de keuze voor een bepaalde aanpak altijd afhankelijk zijn van de voorkeur vanuit de gemeente, de capaciteit van de gemeente, de gekozen (nieuwe) warmtetechnieken, zoals bijvoorbeeld een warmtenet, en het soort buurt. 

Zie ook: https://www.uu.nl/nieuws/hoe-neem-je-particuliere-woningeigenaren-mee-in-de-warmtetransitie

• dr. Marc Londo

The goal of Heat Roadmap Europe 4 (HRE4) has been to develop low-carbon heating and cooling strategies, called Heat Roadmaps, by quantifying and implementing changes at the national level for 14 EU Member States, which together account for approximately 85-90% of total heating and cooling in Europe.

The role of Utrecht University was to develop the energy cost curve method and to identify the heat savings measures for industry.

All reports can be found on the project website: https://heatroadmap.eu/

• prof. dr. Ernst Worrell

In 2001 besloot de gemeenteraad van Houten tot de bouw van het eerste windpark. Onderdeel van dat besluit was de belofte het eerste windpark te evalueren voordat het tweede windpark ontwikkeld zou worden. Om die reden gaf de gemeente Houten begin 2015 de Universiteit Utrecht opdracht tot de evaluatiestudie. In de evaluatie werden verschillende aspecten van het windpark onderzocht: de ontstaansgeschiedenis, de prestatie van het windpark, de maatwerkvoorschriften en de beleving van het windpark onder omwonenden. In het najaar werd het evaluatierapport besproken in de gemeenteraad. Het rapport leidde tot een aantal vervolgonderzoeken. De Universiteit Utrecht was ondermeer betrokken bij het belevingsonderzoek gedurende een proefperiode waarin de turbines een aangepast draairegime hadden.

Alle documentatie rond het windpark is te vinden op: https://www.houten.nl/burgers/natuur-milieu-en-duurzaamheid/duurzaamheid/energie/windpark-houten/

• dr. Frank van Rijnsoever

On request of the European Commission, the cogeneration reference efficiencies as required by Article 14(10) of the Energy Efficiency Directive (EED) have been reviewed and updated. The overall purpose of the study was to develop a list of harmonised reference values for the separate production of electricity and heat for the period 2016 – 2019 and methods to correct for e.g. avoided grid losses and ambient temperature. The approach chosen to achieve this objective has aimed to be comprehensive and versatile, encompassing consultation with the relevant stakeholders and industry in the power generation, heat generation and cogeneration industries. 

https://ec.europa.eu/energy/topics/energy-efficiency/cogeneration-heat-and-power_en

• dr. ir. Wina Crijns-Graus MSc
• dr. Jing Hu

In the dissertation of Alco Kieft the Technological Innovation System (TIS) approach has been the core concept for analysing the energy transition in the Dutch built enviroment. The journal papers that form the chapters in Alco's dissertation are inspired by / derived from a number of projects:

- the project "Innovatie in de woningbouw - Een innovatiesysteem analyse" for the Dutch Ministry of Internal Affairs  (2013) https://www.researchgate.net/publication/258240192_Innovatie_in_de_woningbouw_-_Een_innovatiesysteem_analyse

- the project "‘Changing times in the Dutch renovation sector’, the researchers intend to inform public discussions in order to help move European policy forward" carried out with a grant from the Rexel Foundation (2015) https://www.rexelfoundation.com/en/knowledge/research-project-on-energy-retrofit-obstacles-with-utrecht-university

- the project "Warmtepompen in de bestaande bouw in Nederland: Een innovatiesysteemanalyse", a TKI-STEM (top sector energie) project (2015) https://www.uu.nl/nieuws/integrale-aanpak-voor-warmtepomp-is-meest-kansrijk

Alco's dissertation can be found here: http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/354031

• prof. dr. Marko Hekkert

The Dutch Energy Agency RVO is the monitoring body of the voluntary agreements on energy efficiency with the Dutch industry. The Netherlands has a long tradition in voluntary agreements dating back to the 1990s. Christiaan Abeelen, working at RVO as monitoring coordinator, has used the unique and rich dataset of various agreements to work on his PhD research in cooperation with Utrecht University. In his PhD research he has analysed e.g. how different methods affect the amount of energy savings realized, how the agreements contribute to the observed savings effect, and how planned savings projects differ from actually implemented savings projects.

The PhD thesis can be found here: https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/379460.

• prof. dr. Ernst Worrell