Lisette ten Haaf is als Universitair Docent Rechtstheorie verbonden aan de Universiteit Utrecht. Ze coördineert en doceert onder andere de vakken Grondslagen van Recht en Recht en Medische Biotechnologie. Daarnaast begeleidt ze scripties op het gebied van rechtstheorie en biorecht. Ook is Lisette bachelorcoördinator van het departement Rechtsgeleerdheid.
In haar onderzoek richt Lisette zich op de juridische positie van ongeboren leven. Haar proefschrift handelt over de vraag hoe het nog niet-verwekte, toekomstige kind gestalte kan krijgen binnen het recht, in het bijzonder binnen de regulering van voortplanting en medische biotechnologie. Hierbij wordt onderzocht hoe het toekomstige kind gestalte krijgt binnen de regulering van voortplanting in het Nederlandse, Duitse en Engelse recht. In haar proefschrift bekritiseert Lisette de huidige benadering van het toekomstige kind als subject van belangen (en in het bijzonder het belang bij zijn eigen niet-bestaan) en biedt een alternatieve benadering op basis van de verantwoordelijkheidsfilosofie van Hans Jonas.
In haar verdere onderzoek staat naast het nog niet-verwekte, toekomstige kind ook het ongeboren kind en het ongeboren leven meer in het algemeen centraal. Hierbij wordt onderzoek hoe de verschillende nieuwe verschijningsvormen van het menselijk leven voor de geboorte het huidige juridische kader steeds verder onder druk zet. In dit kader heeft Lisette gepubliceerd over een breed scala aan onderwerpen, waaronder gedwongen anticonceptie, mitochondriale eiceldonatie en prenatale kinderbeschermingsmaatregelen.