Allereerst ben ik geinteresseerd in hoe stereotypen gedrag van ouders en kinderen beinvloeden. De focus hierbij ligt op genderstereotypen, stereotypen mbt de 'seksuele dubbele standaard' en prematuriteitsstereotypen. Op al deze domeinen kunnen ouders en kinderen onrealistische verwachtingen hebben over het gedrag van groepen mensen (= vooroordelen). In mijn onderzoek maak ik gebruik van verschillende methoden om de onderliggende mechanismen van stereotypen en stereotiep gedrag in ouders en kinderen te achterhalen: neurowetenschappelijke methoden (EEG, fMRI), gedrags observatie, experimentele taken (IAT).
Onderwerpen die ook vallen onder dit onderzoeksdomein zijn: sekse verschillen, sociaal-emotioneel functioneren van jongens en meisjes, opvoedgedrag van vaders en moeders, invloed van leeftijdsgenoten, geslachtshormonen (testosteron), gender rollen, gender identiteit.
Een tweede onderzoeksinteresse betreft de voorspellers van opvoedgedrag. Ik ben daarbij specifiek geinteresseerd in biologische, prenatale en psychosociale voorspellers van opvoedgedrag, waaronder: schildklierhormonen van moeders tijdens de zwangerschap, symptomen van angst en depressie tijdens de zwangerschap, en factoren in de hersenen van ouders. Ik maak gebruik van bestaande cohort studies om veranderingen in biologische determinanten in relatie tot opvoedgedrag en uitkomsten in het kind te onderzoeken. Neurale factoren die ten grondslag liggen aan opvoedgedrag worden onderzocht middels fMRI en EEG studies.
Onderzoeken waar ik bij betrokken ben:
De unieke rol van vaders moeders en het brein in de opvoeding