Gebruik van het verleden

Equal Rights envoys of the National Woman's Party, 1927. Source: Wikimedia

Het opvoeren van autoriteiten uit het verleden, zoals de beroemde cultuurhistoricus Johan Huizinga, is één van de vele manieren waarop geschiedenis wordt gebruikt. In dit geval om eerbiedwaardige glans en legitimiteit te verschaffen aan ons streven naar een cultuurgeschiedenis die actief een brug slaat tussen wetenschap en samenleving.

Geschiedenis is den geestelijken vorm waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden.

Johan Huizinga, 1929

Inhoudelijk richten we ons op de wijze(n) waarop personen, groepen en hele culturen of samenlevingen vorm en betekenis aan het verleden gaven en geven. In dat proces heeft de academische geschiedwetenschap een rol, maar die is en was nooit alles bepalend. Geschiedenis wordt ook gemaakt en genoten in of via publieke instellingen als archieven, musea en scholen, en populaire media als kranten, films, games en podcasts. Wij bestuderen daarom de omgang met het verleden in het brede scala aan praktijken van geschiedbeoefening.

Al die gebruiken van het verleden zijn een bron van informatie en plezier, creëren economische waarde, vormen persoonlijke en collectieve identiteiten, maar zorgen vaak ook voor verdeeldheid. Een groot deel van ons onderzoek richt zich daarom op kwesties van macht. We bestuderen politiek-ideologische, economische en andere mechanismen van toe-eigening, in- en uitsluiting in de productie, distributie en consumptie van cultuur in de vorm van geschiedenis. Dat doen we in verbinding met de samenleving, door publieksgeschiedenis te doen.

Voorbeelden

Samen met maatschappelijke partners formuleren we thema’s en vragen, doen we onderzoek en/of vertalen we de resultaten daarvan in producten die een breder publiek bereiken en bijdragen aan een kritischer omgang met het verleden in het heden. Enkele voorbeelden zijn: