Dr. Pauline Slot

Martinus J. Langeveldgebouw
Heidelberglaan 1
Kamer F2.13
3584 CS Utrecht

Dr. Pauline Slot

Universitair docent
Pedagogiek in Diverse Samenlevingen
030 253 4611
p.l.slot@uu.nl
Projecten
Project
Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) 01-05-2017 tot 30-04-2026
Algemene projectbeschrijving

Een consortium van de Universiteit Utrecht en Sardes BV voert in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek uit naar de pedagogische kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen in Nederland en de ontwikkelingen en daarin. Het onderzoek is een voortzetting van het NCKO onderzoek van de afgelopen jaren en zal ten dele dezelfde instrumenten gebruiken, ten dele nieuwe om recht te doen aan recente ontwikkelingen in de kinderopvangsector. Nieuw ten opzicht van het voorgaande onderzoek is ook dat de gastouderopvang in de monitor wordt meegenomen. Ieder jaar zal in een landelijk representatieve steekproef van groepen in de kinderopvang, het peuterspeelzaalwerk, de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang door middel van gestandaardiseerde observaties en interviews de pedagogisch kwaliteit van de voorzieningen worden bepaald. Over de jaren heen ontstaat zo een betrouwbaar en landelijk dekkend beeld. Bovendien kunnen door de jaarlijkse metingen trends in de kwaliteit worden gesignaleerd. Het onderzoek loopt tot april 2026.

Rol
Onderzoeksleider & uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - overig Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; subsidiebedrag 4 miljoen euro
Overige projectleden
  • IJsbrand Jepma
  • Paulien Muller
Afgesloten projecten
Project
ISOTIS - Inclusive Education and Social Support to Tackle Inequalities in Society 01-10-2016 tot 31-12-2019
Algemene projectbeschrijving

ISOTIS addresses the nature, causes and impact of early emerging social and educational inequalities in the context of socioeconomic, cultural and institutional processes. Quasi-panels and pooled longitudinal datasets will be used to examine the variation in early educational gaps and developmental trajectories across countries, education systems and time. To disentangle the complex interactions between characteristics of systems and target groups, ISOTIS will study significant immigrant, indigenous ethnic-cultural and low-income native groups, associated with persistent educational disadvantages. ISOTIS will examine current resources, experiences, aspirations, needs and well-being of children and parents in these groups in the context of acculturation and integration, and in relation to local and national policies. ISOTIS aims to contribute to effective policy and practice development by generating recommendations and concrete tools for: (1) supporting disadvantaged families and communities in using their own cultural and linguistic resources to create safe and stimulating home environments for their children; (2) creating effective and inclusive pedagogies in early childhood education and care centres and primary schools, including multilingual support; (3) professionalization of staff, centres and schools to improve quality and inclusiveness; and (4) establishing inter-agency coordination of support services to children and families.

Rol
Uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - EU Gesubsidieerd in het kader van Horizon 2020; 5 miljoen euro
Project
CARE - Curriculum and Quality Assessment and Impact Review of European Early Childhood Education and Care 01-01-2014 tot 31-12-2016
Algemene projectbeschrijving

In line with the EU strategies for 2020 and the need for a systemic and integrated approach to Early Childhood education and Care (ECEC), the project identifies eight key issues and questions for which effective policy measures and instruments should be developed. They concern assessing the impact of ECEC, optimizing quality and curricula for ECEC to increase effectiveness, raising the professional competencies of staff, monitoring and assuring quality of ECEC, increasing the inclusiveness of ECEC, in particular for socioeconomically disadvantaged children, funding of ECEC, and the need for innovative European indicators of children’s wellbeing. The project addresses these issues in an integrative way by combining state-of-the-art knowledge of factors determining personal, social and economic benefits of ECEC with knowledge of the mechanisms determining access to and use of ECEC. In developing a European knowledge base for ECEC, the project adds to the existing knowledge in three ways. First, it includes secondary analyses of recent and ongoing large-scale longitudinal ECEC research from several European countries. Second, it includes the perspectives of important stakeholders and integrate cultural beliefs and values through a large scale survey across Europe. Third, it includes an observational in-depth study in ECEC centers in eight countries, along with a cross-cultural evaluation of observed practices. The central aim is to develop an evidence-based and culture-sensitive framework of (a) Developmental goals, quality assessment, curriculum approaches and policy measures for improving the quality and effectiveness of ECEC; and (b) Effective strategies of organizing, funding and governing ECEC that increase the impact of ECEC. The interdisciplinary research team constructs this framework, based on the competencies and skills that young children need to develop in current societies, identifies the conditions that have to be fulfilled to promote child development and wellbeing, and identifies strategies and policy measures that support access to high quality provisions, and that are likely to receive broad support of stakeholders, thereby enhancing the impact of ECEC. Website: http://ecec-care.org. 

Rol
Uitvoerder
Financiering
3e geldstroom - EU Gesubsidieerd binnen het Europese 7e kader programma; 2.5 miljoen euro
Project
Kwaliteit van kinderopvang en voorschoolse educatie in relatie tot de ontwikkeling van executieve functies 01-01-2010 tot 31-12-2014
Algemene projectbeschrijving

Deelname aan voorschoolse voorzieningen voor opvang en educatie toonde de afgelopen decennia een sterke sociaal-selectieve tendens. Kinderen van hoog opgeleide tweeverdieners maakten vaker gebruik van kinderopvang, kinderen van laag opgeleiden namen vooral deel aan peuterspeelzalen en voorscholen, allochtone kinderen voornamelijk aan voorscholen. Met de Wet Kinderopvang uit 2005 zijn financiële obstakels om van kinderopvang gebruik te maken grotendeels verdwenen. De vraag is hoe het deelnamepatroon van de genoemde bevolkingsgroepen zich de komende jaren ontwikkelt als gevolg van verdere harmonisatie en of de voorschoolse opvang- en educatievoorzieningen voldoende toegerust zijn om nieuwe groepen gebruikers te bedienen. Onderzoek toonde dat de basale sociaal-emotionele kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang ‘voldoende’ is naar internationale maatstaven, maar dat de kwaliteit op het gebied van ontwikkelingsstimulering en educatieve activiteiten daarbij achterblijft. De kwaliteit van voorscholen en peuterspeelzalen is vooral onderzocht in het perspectief van taal- en cognitieve stimulering. Onbekend is wat de basale sociaal-emotionele kwaliteit  is van deze voorzieningen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in een representatieve steekproef van ca. 265 instellingen voor voorschoolse opvang, peuterwerk en educatie, die deelnemen aan het landelijke Pre-COOL cohortonderzoek. Het onderzoek bestaat uit een breedtestudie onder alle instellingen en een dieptestudie in een representatieve deelsteekproef van ca. 60 instellingen. Met vragenlijsten en systematische observaties wordt informatie verzameld over de structurele kwaliteit (groepsgrootte, staf-kindratio, opleiding en specifieke training van de staf), de emotionele proceskwaliteit (sensitieve responsiviteit van de staf, autonomiebevordering, structuur bieden) en de educatieve proceskwaliteit  (m.b.t. ontluikende schooltaal, geletterdheid, gecijferdheid, ‘science’). Gebruik wordt gemaakt van o.a. de CLASS Toddler en de ECERS-E.

Rol
Uitvoerder
Financiering
2e geldstroom - NWO
Project
Pre-COOL Landelijk Cohortonderzoek Educatie en Opvang in de Voor en Vroegschoolse Periode 01-09-2009 tot 31-12-2022
Algemene projectbeschrijving

Pre-COOl is landelijk representatieve cohortstudie, waarin ca. 2900 kinderen vanaf 2-jarige leeftijd worden gevolgd tot medio groep 2 van de basisschool om de effecten vast te kunnen stellen van kinderopvang en educatieve programma's in de voorschoolse periode op de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Vanaf groep 2 wordt een deel van het Pre-COOL cohort verder gevolgd in het COOL-cohort tot aan 18-jarige leeftijd, zodat op den duur ook uitspraken over langetermijneffecten kunnen worden gedaan. Pre-COOL wordt uitgevoerd door een consoprtium van Kohnstamm Instituut, ITS en de Universiteit Utrecht. Binnen het consortium, is de UU met name verantwoordelijk voor de constructie van tests, observatie-instrumenten en vragenlijsten.

Rol
Uitvoerder
Financiering
2e geldstroom - NWO Gesubsidieerd door NWO PROO; 5.6 miljoen euro voor het consortium
Overige projectleden
  • Kohnstamm Instituut