Vijftien Utrechtse onderzoekers ontvangen Vidi-beurs

Onderzoekers krijgen ieder 800.000 euro om eigen onderzoekslijn te ontwikkelen

Vijftien Utrechtse onderzoekers krijgen dit jaar een Vidi-beurs van 800.000 euro van NWO. De laureaten gaan het geld gebruiken om de komende vijf jaar een eigen, vernieuwende onderzoekslijn op te zetten. De Vidi’s zijn bedoeld voor ervaren onderzoekers die na hun promotie al een paar jaren succesvol onderzoek hebben verricht.

De laureaten gaan met het geldbedrag onder andere onderzoeken hoe interacties tussen planten klimaatverandering kunnen inperken, en hoe briefverkeer in de middeleeuwen werkte. Acht van de laureaten doen onderzoek aan de faculteit Bètawetenschappen, twee bij de faculteit Geesteswetenschappen, twee bij de faculteit Sociale Wetenschappen, een bij het UMC Utrecht, een bij de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie en een bij het Hubrecht Instituut.

Dr. Kathryn Barry, Bètawetenschappen: Hoe positieve interacties tussen planten klimaatverandering kunnen inperken 

Deze Vidi maakt het mogelijk om samen te werken met mensen die al bezig zijn met het herstel van Nederlandse graslanden.

Graslanden vormen een hoeksteen-ecosysteem in West Europa, maar wereldwijd gaan ze in een alarmerend tempo verloren. We hebben urgente oplossingen voor klimaatverandering nodig, die graslanden veerkrachtiger maken. In haar onderzoek bekijkt Kathryn Barry in hoeverre het herstel van positieve interacties tussen plantensoorten ervoor zorgt dat graslanden zich kunnen aanpassen aan klimaatverandering en die zelfs kunnen verminderen. Deze natuurlijke strategie tegen klimaatverandering wil ze realiseren door de kenmerken van positieve planten in kaart te brengen en de gevolgen te onderzoeken van het uitzaaien van die planten in voormalige landbouwgronden. Barry: “Deze subsidie maakt het bovendien mogelijk samen te werken met mensen die al bezig zijn met het herstel van Nederlandse graslanden.“ 

Dr. Agathe Chaigne, Bètawetenschappen: Over de brug komen: hoe cellen zich losmaken en specialiseren na celdeling

Ik wil de moleculaire mechanismen die brugvorming en -afbraak mogelijk maken ophelderen en onderzoeken welk effect de omschakeling tussen opbouw en afbraak heeft op celspecialisatie.

Onze groei is mogelijk doordat onze cellen zich voortdurend delen. Volgens de leerboeken resulteert celdeling altijd in twee volledig van elkaar gescheiden cellen. Maar Agathe Chaine heeft ontdekt dat delende stamcellen verbonden blijven via een klein bruggetje gevuld met eiwitten. Pas na afbraak van deze brug kan de afgesnoerde cel zich verder ontwikkelen en specialiseren. Toch weet ze maar weinig over hoe deze bruggetjes onderhouden en afgebroken worden en wat ze precies doen. Chaigne: “In dit project wil ik de moleculaire mechanismen die brugvorming en -afbraak mogelijk maken ophelderen en onderzoeken welk effect de omschakeling tussen opbouw en afbraak heeft op celspecialisatie.

Dr. Ivan Kryven, Bètawetenschappen: Netwerkanalyse 

Ik ga een nieuwe theorie ontwikkelen waarmee de analyse ook voor netwerken kan worden gebruikt.

De differentiaal- en integraalrekening is een krachtig hulpmiddel waarmee wetenschappers vergelijkingen kunnen formuleren en oplossen met functies als onbekende. Ivan Kryven zal met zijn collega’s een nieuwe theorie ontwikkelen waarmee de analyse ook voor netwerken kan worden gebruikt. “Deze theorie zal erg belangrijk zijn voor wetenschappers die willen begrijpen hoe netwerken in de tijd evolueren.” 

Dr. Till Miltzow, Bètawetenschappen: Oplossen van voortdurende problemen met garanties

Ik ontwikkel methoden die garanties hebben op looptijd en middelgrote instanties uit de echte wereld kunnen oplossen.

Miltzow en zijn groep zullen zogenaamde ER‐complete problemen gaan bestuderen: algoritmische problemen die continu zijn en waarvan de onderdelen op een zeer complexe en niet-lineaire manier op elkaar inwerken. Dat maakt die algoritmische problemen veel uitdagender dan de zogeheten NP‐complete problemen. Het algoritmische landschap op ER‐complete problemen is opgesplitst in praktische methoden zonder garanties op de run‐time en theoretische methoden zonder een redelijke kans op het oplossen van instanties uit het echte leven. Miltzow: “Wij zullen methoden ontwikkelen die garanties hebben op looptijd en tenminste middelgrote instanties uit de echte wereld kunnen oplossen.” 

Dr. Marta Pieropan, Bètawetenschappen: Fano-variëteiten - rationele punten en verder 

Met dit project zal ik oplossingen onderzoeken met toegevoegde speciale eigenschappen en hoe dit hun geometrische tegenhanger beïnvloedt.

Hoeveel rastercellen passen in een cirkel? Hoe snel groeit dit aantal als we de cirkelstraal vergroten? Wat als we eisen dat de cellen in een bepaald patroon liggen? Wat als we de cirkel vervangen door een andere vorm? Marta Pieropan ontwikkelt een nieuw raamwerk om dit soort problemen op te lossen die zich voordoen in de geometrische setting van het tellen van rationale punten (het raster) van begrensde hoogte (de vorm) op Fano-variëteiten (het patroon). Pieropan: “Met dit project zal ik oplossingen onderzoeken met toegevoegde speciale eigenschappen en hoe dit hun geometrische tegenhanger beïnvloedt. Dit zijn spannende tijden voor de arithmetische geometrie.” 

Dr. Wioletta Ruszel, Bètawetenschappen: Evenwichtsvormen van niet-lokale wisselwerkingen 

Ik wil een wiskundige microscopische theorie ontwikkelen voor evenwichtsvormen, gebaseerd op niet-lokale wisselwerkingen.

Het begrip van de oppervlaktestructuur van kristallen speelt een centrale rol op vele gebieden, waaronder natuurkunde, scheikunde en materiaalwetenschap. Sommige krachten tussen atomen in kristallen zijn te benaderen door een systeem van wisselwerkende deeltjes. Veel natuurkundige systemen hebben zogeheten niet-lokale, polynomiaal afvallende lange drachtswisselwerkingen zoals de van der Waals, Coulomb of dipolaire krachten. In dit onderzoek wil Wioletta Ruszel een wiskundige microscopische theorie ontwikkelen voor evenwichtsvormen gebaseerd op niet-lokale wisselwerkingen. Ruszel: “Hopelijk zullen mijn bevindingen bijdragen aan het begrip van hoe bepaalde macroscopische geometrische vormen ontstaan bij de niet-lokale interactie tussen microscopische componenten.”

Dr. Frederik Verweij, Bètawetenschappen: De interne dialoog - hoe onze lichaamscellen communiceren via kleine nano-blaasjes

We gaan communicatieroutes met behulp van innovatieve microscopische technieken en transparante visjes ‘afluisteren’, zodat we hun functie beter leren begrijpen en wat er precies misgaat tijdens ziekte, met name in kanker.

Bijna elke cel in ons lichaam scheidt kleine blaasjes uit die essentieel zijn voor communicatie met andere cellen, die zich zowel dichtbij als elders in ons lichaam kunnen bevinden. Deze communicatie raakt verstoord in ziektes als kanker. Maar omdat deze blaasjes zo minuscuul zijn, tasten onderzoekers wat betreft hun precieze rol - haast letterlijk - in het duister. Verweij: “Om nieuw licht te werpen op deze communicatievorm gaan we deze communicatieroutes met behulp van innovatieve microscopische technieken en transparante visjes ‘afluisteren’, zodat we hun functie beter leren begrijpen en wat er precies misgaat tijdens ziekte, met name in kanker.” 

Dr. Daan Weits, Bètawetenschappen: Waarom stamcellen van planten niet van zuurstof houden 

Ik ontwikkel nieuwe biosensoren die lage zuurstofconcentraties kunnen detecteren in plantenweefsels en onderzoeken ze of de zuurstofconcentratie de ontwikkeling van nieuwe bladeren reguleert.

Lage zuurstofconcentraties in planten als gevolg van bijvoorbeeld overstromingen leidt tot enorme schade aan de landbouw. Vreemd genoeg functioneren stamcellen van planten, die bladeren en bloemen produceren, altijd bij lage zuurstofconcentraties. Lage zuurstofconcentraties is zelfs noodzakelijk voor optimale ontwikkeling van de plant. Om te onderzoeken waarom dit zo is, ontwikkelt Daan Weits nieuwe biosensoren die lage zuurstofconcentraties kunnen detecteren in plantenweefsels en onderzoeken ze of de zuurstofconcentratie de ontwikkeling van nieuwe bladeren reguleert. Weits: “Deze nieuwe kennis is te gebruiken om plantengroei te verhogen of de tolerantie van gewassen tegen overstromingen te vergroten. Dit is dringend nodig is om de voedselproductie voor een groeiende wereldbevolking veilig te stellen.”

Dr. Robert Flierman, Geesteswetenschappen: Briefgebruik en publieke communicatie in vroegmiddeleeuws Europa 

Eén enkele brief kon een hele gemeenschap bereiken, zolang deze maar op de juiste manier bezorgd werd.

Hoe werkte briefverkeer in de middeleeuwen en wie maakte ervan gebruik? Dit project benadert de middeleeuwse brief als een performatief medium dat publiekelijk werd voorgedragen, vertaald en doorverteld. Het onderzoekt hoe de brief communicatielijnen kon openen tussen grote en sociaal diverse groepen en daarmee ook een cruciale rol vervulde in het oplossen van conflicten en het creëren van consensus in een wereld met rudimentaire infrastructuur en beperkte staatsmacht. “Eén enkele brief kon een hele gemeenschap bereiken, zolang deze maar op de juiste manier bezorgd werd”, aldus onderzoeker Robert Flierman

Dr. Dorothea Gädeke, Geesteswetenschappen: Het theoretiseren van vrijheid van onderop 

Kunnen we begrijpen wat vrijheid is, zonder onvrijheid te hebben ervaren?

Theorieën over vrijheid gaan vaak over wat het betekent om vrij te zijn. Maar kunnen we begrijpen wat vrijheid is, zonder onvrijheid te hebben ervaren? Dit project onderzoekt hoe ons idee van vrijheid verandert wanneer we het bekijken door de ogen van mensen die moesten strijden om vrij te worden.  

Dr. Lisette Hornstra, Sociale Wetenschappen: Differentieel lesgeven als versterker van etnische en sociaaleconomische verschillen in onderwijsuitkomsten 

Onderwijs is niet de “grote gelijkmaker” die het beoogt te zijn.

Onderwijs is niet de “grote gelijkmaker” die het beoogt te zijn. Er zijn toenemende verschillen in onderwijskansen tussen leerlingen met verschillende sociaaleconomische en culturele achtergronden. Veel leerlingen die het basisonderwijs beginnen met een achterstand halen deze niet meer in. Dit project gaat onderzoeken hoe leerkrachten in het basisonderwijs in hun dagelijkse interacties met leerlingen deze verschillen op de lange termijn vergroten of hoe ze die juist kunnen verkleinen.  

Dr. Caroline Junge, Sociale Wetenschappen: Voorspellers van taalvaardigheid: brein‐, kind‐, en omgevingsfactoren in de eerste 1001 dagen

Met dit onderzoek kunnen we beter hulp bieden aan kinderen met taalachterstanden.

Niet iedereen ontwikkelt taalvaardigheden even goed. De 1001 dagen vanaf conceptie zijn cruciaal voor taalvaardigheid en breinontwikkeling, maar of er een samenhang is tussen deze twee is nog niet getoetst. Via het YOUth‐cohort worden ruim 2000 kinderen gevolgd vanaf de zwangerschap. In dit onderzoek wordt hun taalvaardigheid uitgebreid in kaart gebracht wanneer zij 3‐6 jaar zijn. Vervolgens testen onderzoekers of prenatale breinontwikkeling en het ontstaan van sociale breinnetwerken in de babytijd bijdragen aan taalvaardigheid. Ook bekijken ze hoe deze relaties samenhangen met eigenschappen van de ouders en het kind zelf. Hierdoor kunnen we beter hulp bieden aan kinderen met taalachterstanden.  

Lees het artikel van de faculteit Sociale Wetenschappen over de toegekende Vidi's.

Prof. dr. Eva Knies, Recht, Economie, Bestuur en Organisatie: People management: te veel van het goede? 

We willen met een interdisciplinair onderzoeksteam vooral de ‘schaduwkant’ van people management onderzoeken.

Werkdruk, uitval van personeel door burn-out en arbeidstekorten staan hoog op de agenda in de zorg en het onderwijs. Mede daardoor staat ook de kwaliteit van publieke dienstverlening onder druk. People management door leidinggevenden wordt vaak gezien als een oplossing voor deze belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Maar is het ook niet onderdeel van het probleem? Kan goedbedoelde ondersteuning ook onbedoelde negatieve effecten hebben op de prestaties en het welzijn van medewerkers? Dit project onderzoekt deze schaduwzijde van people management systematisch in de zorg- en onderwijssector, geeft inzicht in optimale ondersteuning van medewerkers en biedt handvatten om negatieve effecten te voorkomen.  

“We willen met een interdisciplinair onderzoeksteam vooral de ‘schaduwkant’ van people management onderzoeken” zegt Eva Knies. “Welke factoren en mechanismen er nu voor zorgen dat dat de goede bedoelingen toch negatieve effecten kunnen hebben. Want die zorgen er soms voor dat personeel in zorg en onderwijs de grenzen teveel verlegt, burn outs ontwikkelt en uitvalt. En dat willen we voorkomen.”  

Lees het artikel van de faculteit REBO over de toegekende Vidi.

Dr. Andreas Spaan, UMC Utrecht: Erfelijke afwijkingen in de afweer bij mensen met ernstige stafylococcen infecties 

Dit project onderzoekt of erfelijke afwijkingen in de afweer van voorheen gezonde, maar nu ernstig zieke mensen hun gevoeligheid voor infecties met Staphylococcus aureus verklaren.

Staphylococcus aureus is een bacterie die bij de meeste mensen onschuldige infecties veroorzaakt. Sommige voorheen gezonde mensen worden echter levensbedreigend ziek. Wat verklaart de enorme variatie tussen mensen in de ernst van hun infecties met deze bacterie? Dit project onderzoekt of erfelijke afwijkingen in de afweer van deze voorheen gezonde maar ernstig zieke mensen hun gevoeligheid voor infecties met Staphylococcus aureus verklaren.

Dr. Juan Garaycoechea, Hubrecht Institute: DNA schade door stofwisseling 

Ik wil beschrijven hoe lichaamseigen stoffen geïdentificeerd kunnen worden, hoe ze het DNA veranderen en hoe dit tot ziekten leidt.

DNA bevat de instructies voor het leven, maar wordt ook continu beschadigd. Dit veroorzaakt mutaties en ziekten. DNA schade kan veroorzaakt worden door zonlicht en sigarettenrook, maar ook door giftige stoffen die geproduceerd worden door onze eigen cellen. Met behulp van dit onderzoek wil Juan Garaycoechea beschrijven hoe deze lichaamseigen stoffen geïdentificeerd kunnen worden, hoe ze het DNA veranderen en hoe dit tot ziekten leidt.