Bronnen boren voor WKO Oost
Bij de faculteit Diergeneeskunde wordt in de tweede helft van 2024 een Warmte- en Koude Opslag (WKO) aangelegd. De werkzaamheden hiervoor starten met het boren van vier waterbronnen. Maandag 22 april begint het boren van deze bronnen tot ongeveer 120 meter diep.
Vier boringen
De eerste twee bronnen wordt geboord aan de Jenalaan (naast P7 bron 1 en 2 in de plattegrond). Aansluitend start het boren van de derde en vierde bron ter hoogte van het fietspad tegenover de Tolakker (bron 3 en 4 in de plattegrond). Na het boren, begint het proces van het ontwikkelen (spoelen) van de bronnen. De totale doorlooptijd van de werkzaamheden is ongeveer zes weken per bron.
Voor het boren van elke bron wordt een kleine bouwplaats ingericht voor de boormachine en het materiaal dat nodig is. Gezien de locatie van de werkzaamheden, wordt er geen overlast of beperking van de bereikbaarheid verwacht. Deze werkzaamheden zijn vooruitlopend op de andere werkzaamheden die bij de aanleg van de WKO horen. Deze staan gepland vanaf eind augustus tot en met december 2024.
Waarom zijn de bronnen nodig?
De bronnen zijn onderdeel van een nieuw te realiseren WKO-systeem. Dit systeem gaat een deel van de huidige warmteproductie middels aardgas vervangen voor een duurzame methode. De vier bronnen worden vanaf eind augustus met leidingwerk gekoppeld aan het H. Jakobgebouw, Jeannette Donker-Voetgebouw, W. C. Schimmelgebouw en de nog te realiseren nieuwbouw O&O Tolakker. In de toekomst kan dit systeem verder worden uitgebreid met meerdere bronparen waardoor we nog meer gebouwen gebruik kunnen laten maken van deze duurzame techniek.
Hoe werkt WKO?
Bij Warmte Koude Opslag (WKO) wordt het grondwater in de bodem gebruikt voor de opslag van koude en warmte. De bronnen worden zo geplaatst dat ze elkaar in de in de ondergrond niet beïnvloeden. Eén van deze bronnen noemen we de warme-bron en de andere noemen we de koude-bron.
In de winter pompen we het warme water op. Dit grondwater stroomt door een warmtewisselaar (TSA), die de warmte overdraagt aan de gebouwinstallatie voor de gebouwverwarming. Het afgekoelde grondwater stroomt vervolgens naar de koude-bron. In de zomer wordt er water opgepompt uit de koude-bron. Dit grondwater stroomt ook door de warmtewisselaar, maar nu om het gebouw te koelen. Het grondwater wordt hierdoor opgewarmd en stroomt naar de warme-bron en het grondwater rondom de bron opwarmen voor gebruik in het volgende winterseizoen.
Over de werking van een WKO vind je hier een handige animatie en meer uitleg.