Algemene projectbeschrijving
In dit onderzoeksproject, dat door NWO wordt gefinancierd in het kader van de Vernieu-wingsimpuls, staan de biechthandboeken uit de 10e en 11e eeuw centraal. Het project heeft tot doel deze teksten (opnieuw) uit te geven en ze in hun historische context te bestude-ren. Deze zogeheten boeteboeken, teksten die de biechtvader een handleiding bieden bij het afnemen van de biecht, zijn rijke historische bronnen voor onze kennis van de middel-eeuwse cultuur. Ze bieden in het bijzonder veel inzicht onderwerpen zoals sexualiteit, voedselgebruik, religieus gedrag en opvattingen over de dierenwereld. De rol van dergelij-ke boeken in de biecht betekent dat ze opereren op het snijvlak van het kerkelijk recht, de zielzorg en de verwachtingen van de gelovigen. Ze spelen als zodanig een centrale rol in de implementatie van christelijke leefregels in de samenleving en in de vorming van een christelijk geweten, kortom in de vorming van een christelijke samenleving. Dit project is een voortzetting van het door Raymund Kottje geleide project in Bonn dat zich vooral op de boeteboeken uit een eerdere periode richtte. Dit project stelt de boeteboeken uit de 10e en 11e eeuw centraal, die tot dusver amper serieus zijn bestudeerd. Het gaat hierbij om een groot aantal teksten uit Italiƫ, waarbij vooral het verband met de herlevende interesse voor het kerkelijk recht in deze periode van belang is. Ook in Engeland wordt in de bestudeer-de periode een flink aantal teksten gecomponeerd, waarbij vooral de 10e - eeuwse hervor-ming van de Engelse kerk van belang lijkt te zijn met haar aanknopen bij de Karolingische traditie. De overige teksten, waarvan de herkomst nog niet duidelijk is, maar die het on-derzoek aan het licht moet brengen, zullen bezien in hoeverre deze teksten uit Italiƫ en Engeland bijzonder zijn of niet. De behandelde periode vormt de overgang van het vroegmiddeleeuwse biechtsysteem dat ook wel als het getarifeerde biechtssyteem bekend staat. Kernmerkend hiervoor is de te volbrengen boete, die in boeteboeken wordt voorge-schreven. In de 12e eeuw verdwijnt volgens de gangbare opvatting de nadruk op de boete en wordt deze vervangen door een nadruk op het berouw van de zondaar. Het onderzoek zal zich ook richten op de vraag of deze overgang zo netjes verliep als het gangbare beeld dat voorstelt en probeert hiermee op het gebied van de biecht en boetedoening een bijdra-ge te leveren aan onze kennis van de overgang van de vroege naar de hoge middeleeuwen.