Tussen 2001 en 2010 combineerde ze haar universitaire werk met een lidmaatschap van de (nationale) Commissie gelijke behandeling in Utrecht (nu het College voor de Rechten van de Mens). Eerder werkte ze onder meer bij de Universiteit Leiden en voor de Emancipatieraad in Den Haag, een adviesraad van de Nederlandse regering.
    Tussen 1996 en 2001 was ze redactielid van Nemesis, tijdschrift voor vrouw en recht, en tussen 2006 en 2009 maakte ze deel uit van de redactie van het interdisciplinaire Tijdschrift voor Genderstudies. 
    In 2006 verdedigde ze haar proefschrift getiteld Moeders in de mainstream, een genderanalyse van het werk van het VN-Kinderrechtencomité. Het zwaartepunt van dit onderzoek lag op de effecten van de aanbevelingen van het comité op de positie van ouders in termen van gender (Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2006).
    Zij heeft gepubliceerd over uiteenlopende onderwerpen, waaronder mensenrechten van vrouwen, transgenders en recht, de (ir)relevantie van sekse als juridische categorie, onbetaalde zorg als juridisch vraagstuk, een genderanalyse van staatssouvereiniteit, en het accommoderen van geloofsuitingen.
    Zij doet op dit moment, alleen of samen collega’s, onderzoek naar LGBTIQ-rechten (gender identiteit, voortplanting, ouderschap), naar de 'framing' van besnijdenis m/v, en naar sport, gender & mensenrechten.