Constitutioneel Procesrecht
Ook in de afwezigheid van een constitutioneel hof kent Nederland constitutionele rechtspraak. Het Urgenda-arrest, oordelen over de verenigbaarheid van de vermogensrendementsheffing ('Box III') met grondrechten en uitspraken over de rechtmatigheid van het coronabeleid, vormen daarvan slechts enkele voorbeelden. Dergelijke rechtspraak leidt tot bijzondere procesrechtelijke vragen, onder meer over de toegang tot de rechter en de remedies die de rechter kan bieden wanneer hij constateert dat de overheid onrechtmatig heeft gehandeld. In zijn onderzoek naar constitutioneel procesrecht brengt Max de procesrechtelijke leerstukken in kaart die tezamen de domeinen van rechter en politiek afbakenen en streeft hij op basis van constitutionele theorievorming en rechtsvergelijking - met Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk - naar ontwikkeling van concrete leerstukken van constitutioneel procesrecht. Zijn onderzoek wordt begeleid door prof. mr. Jerfi Uzman en prof. mr. Janneke Gerards.

Nieuwe technologieën en mensenrechten
Max deed eerder onderzoek naar de impact van nieuwe technologieën (Artificiële Intelligentie) op mensenrechten. Dat mondde onder meer uit in het boek Algoritmes en grondrechten, dat hij samen met Janneke Gerards en Remco Nehmelman schreef en waarvoor hij in 2019 de scriptieprijs van de Staatsrechtkring ontving. Over dit onderwerp verzorgt Max nog steeds regelmatig presentaties en gastcolleges, zowel binnen als buiten de Universiteit Utrecht.