Prof. dr. Ineke Braakman

Hoogleraar
Cellular Protein Chemistry

Eiwitmoleculen zijn de arbeiders van onze cellen. Zij kunnen pas aan het werk als zij hun goede functionele vorm verkregen hebben. Dat vormkrijgen is geen eenvoudig proces want die eiwitten worden aangemaakt als lange kralenkettingen van honderden of soms duizenden kralen, die moeten opvouwen en -rollen tot precies de goede vorm. Veel van die kralen zijn vetachtig zodat ze in onze waterige cellen aan elkaar plakken (als vetogen op de soep), wat helpt bij het vouwen. Maar omdat de cel zo vol is en grotendeels waterig, is de kans groot dat die vette kralen aan andere eiwitten plakken. De oplossing voor dit risico zijn de moleculaire chaperonnes in de cel. Dit zijn eiwitten die aan die vettige kralen binden en daardoor ongewenste interacties tussen jonge vouwende eiwitjes voorkomen. Echte chaperonnes dus, alleen werken ze in een cel nooit alleen maar in teams, met assistenten en wordt hun werking en aantal strak gestuurd. Wij hopen zoveel te weten te komen over hoe een jong eiwitje vouwt en hoe die teams van chaperonnes daarbij helpen, dat we het proces kunnen verslechteren (bijv. bij een infectie met het griepvirus of met HIV) of verbeteren (bijv. bij ziekten als cystic fibrose, stofwisselingsziekten, neuropathiën en familiale hypercholesterolemie, of om productie van een eiwit-geneesmiddel te verbeteren).
 
Video - hoe eiwit onderzoek kan bijdragen aan genezing van ziektes