Gerrit Knaap (1954) studeerde in de jaren zeventig geschiedenis aan de Universiteit Utrecht met als speciallisaties sociaal-economische geschiedenis, inclusief historische demografie, en koloniale geschiedenis. In 1985 promoveerde hij in Utrecht op een proefschrift over de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de bevolking van Ambon in de tweede helft van de zeventiende eeuw (promotor; prof. dr Theo van Tijn; copromotor: dr Jurrien van Goor).   

     

Medio jaren tachtig was hij ook actief als editor van bronnenpublicaties, onder meer voor het dagboek van de Indische ambtenaar Leo Jansen in gevangenschap tijdens de Japanse bezetting in Indonesia en als freelancer bij het Koninklijke Instituut voor de Tropen in Amsterdam voor een publ;icatie over de infrastructuur in koloniaal Indonesia. 

 

Bronnenpublicatie

In deze halve gevangenis

Dagboek van mr dr L.F. Jansen, Batavia/Djakarta

(Van Wijnen, Franeker 1988).

en als freelancer bij het Koninklijke Instituut voor de Tropen in Amsterdam voor een publ;icatie over de infrastructuur in koloniaal Indonesia. Eind jaren tachtig was Gerrit Knaap aan de Vrije Universiteit werkzaam als post-doc in het onderzoeksproject naar de havenmeester-specificaties van de VOC van prof. dr Heather Sutherland. In 1990 was hij een half jaar in dienst bij de vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azie van de Universiteit voor het geven van de cursus Economie van Modern Indonesie.

Medio 1990 werd Gerrit Knaap benoemd tot afdelingshoofd Documentatie Geschiedenis Indonesie/conservator Bijzondere Collecties en als zodanig tevens tot lid van het Management Team van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) te Leiden. Een van zijn eerste daden daar was het catalogusbeheer te digitaliseren. Een tweede was de verandering van de afdelingsnaam van Documentatie Geschiedenis Indonesie in Historische Documentatie, omdat de bijzondere collecties zich niet alleen uitstrekten tot Indonesie maar ook de Nedderlandse Antillen en Suriname omvatten. Verder ontwikkelde hij een beleid om delen van de bijzondere collecties meer onder de aandacht te brengen van een groter publiek door middel van tentoonstellingen geflankeerd door boekpublicaties. Het eerste resultaat daarvan was het Woodbury & Page project, dat zich richtte op de meest productieve fotografen van het negentiende eeuwse Indonesie middels een boekpublicatie en tentoonstellingen in Nederland en Indonesie (Rijksmuseum van Volkenkunde te Leiden, het Erasmushuis te Jakarta en diverse andere locaties in Indonesie). Gelet op de grote response op dit project besloot hij de catalogus van de fotocollectie van het KITLV om te zetten naar een op het internet te raadplegen beeldbank. Spoedig daarna volgde een nieuw tentoonstellings-cum-publicatie project over de eerste Indonesische professionele fotograaf Kassian Cephas, dat in Indonesie werd gelanceerd met een tentoonstelling in de kraton van Yogyakarta, die geopend werd door Z.M. Sultan Hamengkubuwana X. Ongeveer tegelijkertijd was Gerrit Knaap mede-initiatiefnemer en secretaris van de Stichting Mondelinge Geschiedenis Indonesia, die zich ten doel stelde een archief op te zetten van digitaal vastgelegde interviews van in Nederland wonende Indische repatrianten in de periode tussen 1940 en 1965. 

In 1998 vervulde Gerrit Knaap een mede door de Nederlandse Organisatie Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gefinancierd sabbatical aan het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS) in Wassenaar voor een vervolg op zijn post-doctoraal project naar de havenmeester-specificaties van de VOC, deze keer niet voor Java maar voor Zuid-Celebes (Makassar). Omstreeks deze tijd werd de naam van de afdeling opnieuw veranderd, in Archief en Beeld. In 2002 zette hij in het kader van de herdenking van 400 jaar VOC voor een algemeen publiek de website www.voc-kenniscentrum.nl op. 

In 2006 verliet Gerrit Knaap het KITLV en werd hij programmaleider 'De Nederlanders en de Cultuur Overzee' bij het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) in Den Haag, wederom tevens lid van het Management Team, In die hoedanigheid was hij ook projectleider van 'The Dutch in de Caribbean World, circa 1670 tot circa 1870' en van 'Godsdienstpolitiek Nederlands-Indie, 1814-1942'. In 2008 formeerde hij met externe subsidie het project 'Boekhouder-Generaal Batavia; het goederenvervoer van de VOC in de achttiende eeuw' (https://www.huygens.knaw.nl/resources/boekhouder-generaal-Batavia-ontsluiting-bronnen-goederenverkeer-vande verenigde -oostindische -compagnie-in de achttiende eeuw/). In 2011 fuseerde ING - NWO met het Huygens Instituut van de KNAW tot het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (H-ING), dat onder de paraplu van de KNAW kwam te vallen. Naast het projectleiderschap van de al genoemde projecten werd hij in 2013 namens de KNAW aan de Universiteit Utrecht parttime benoemd tot bijzonder hoogleraar Overzeese en Koloniale Geschiedenis. In 2020 ging hij met pensioen bij H-ING en zette hij zijn activiteiten voort als professor emeritus in Utrecht.

 

Leeropdracht
Overzeese en koloniale geschiedenis