Eva van de Weijer-Bergsma ronde haar studie Psychologie in 2003 cum laude af aan de Universiteit van Amsterdam (specialisatie Klinische Neuropsychologie).

Vanaf 2004 heeft Eva gewerkt aan haar promotieonderzoek naar de ontwikkeling van aandacht en executieve functies bij te vroeg geboren baby's (promotie in juni 2009, afdeling Algemene Pedagogiek en Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht).

Daarna heeft zij 2,5 jaar gewerkt als psycholoog en postdoc onderzoeker bij UvA-Virenze, Academisch Behandelcentrum voor Ouder en Kind van de Universiteit van Amsterdam. Hier combineerde zij klinische werkzaamheden (e.g., diagnostiek, behandeling) met onderzoek naar de effectiviteit van behandeling (m.n. aandachttraining oftewel mindfulness).

Tussen 2011 en 2015 heeft Eva als postdoc onderzoeker gewerkt op het NWO-project 'Ieder kind heeft recht op gedifferentieerd (speciaal) rekenonderwijs'. Het projectteam bestaat uit prof.dr. Hans van Luit, dr. Evelyn Kroesbergen, drs. Emilie Prast (AiO) en Eva van de Weijer-Bergsma

Sinds februari 2015 is zij als universitair docent betrokken bij de masterprogramma's Orthopedagogiek, Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken en de research master Educational Sciences: Learning in Interaction.

Haar onderzoek richt zich op de ontwikkeling van executieve functies (EF, werkgeheugen in het bijzonder) en de invloed van contextuele factoren (bijvoorbeeld ouder-kind en leerkacht-kind interacties, en de invloed van de klassensetting) op deze ontwikkeling. Zij richt zich in het bijzonder op individuele verschillen in EF en kijkt daarbij ook naar de relatie met leren. Zo is zij onder andere geinteresseerd in de effecten van personaliseren van rekeninstructie en of de effecten hiervan verschillend zijn voor leerlingen met verschillende werkgeheugen vaardigheden.

Zij ontwikkelde twee online werkgeheugentaken, het Leeuwenspel en het Apenspel, voor het meten van werkgeheugenvaardigheid bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Deze taken worden beschikbaar gesteld voor gebruik door onderzoekers van binnen en buiten de UU via het online IT-platform Share (eerder bekend als Utrecht University Developmental Assessment Battery (UU-DAB)).