Interview Sanne Akkerman, ERC-laureaat

Het kabinet trekt vanaf volgend jaar 30 miljoen euro uit om uitval en verkeerde studiekeuzes in het hoger onderwijs te bestrijden, zo werd afgelopen week bekend. Het is precies het onderwerp dat onderwijswetenschapper Sanne Akkerman gaat bestuderen in haar grootschalige onderzoek, waarmee zij kortgeleden een ERC Starting Grant binnensleepte. Met een speciale smartphone-app, die 600 jongeren gaan gebruiken, hoopt zij inzicht te krijgen in het verloop van hun interesses en de rol die de omgeving hierin speelt. 

Een derde van de studenten in het hoger onderwijs valt vroegtijdig uit.

"We weten al veel over de redenen waarom deze studenten afhaken of spijt krijgen,’’ licht onderzoeker en hoogleraar Sanne Akkerman toe. ,,De werkdruk is bijvoorbeeld te hoog, de studie valt tegen, of iemand heeft psychische of financiële problemen. Maar de rol van interesses is nog niet duidelijk, terwijl deze nou net de natuurlijke bron van leren vormen. We willen dan ook graag weten hoe iemands diverse interesses zich ontwikkelen over de lange termijn en hoe die zich verhouden tot keuzes op het gebied van studie en werk.’’ 

Interne strijd 

Bestaand onderzoek richt zich voornamelijk op één onderwerp, bijvoorbeeld wiskunde, hoe deze interesse zich ontwikkelt en hoe een onderwijsomgeving deze kan verdiepen. Wat Sannes onderzoek vernieuwend maakt, is dat zij kijkt naar meerdere interesses en de rol van meerdere contexten, zoals school, familie, vrienden en vrijetijdsactiviteiten. Sanne: ,,Iemand kan affiniteit hebben met bèta-wetenschap, maar ook met sociologische vraagstukken. Een studiekeuze kan dan een interne strijd opleveren, omdat één van die interesses moet afvallen.’’ En het is niet alleen de onderwijsomgeving die een interesse beïnvloedt. ,,Een vader die betoogt dat wiskunde maar abstract en stom is, kan beslist een stem drukken op iemands keuzes.’’

Smartphone-app inTin

Om grip te krijgen op deze factoren zal Sanne drie jaar lang 600 jongeren volgen en hen gebruik laten maken van de smartphone-app inTin. De helft van de groep maakt in die periode de overstap van middelbaar naar hoger onderwijs, de andere helft studeert en maakt de overstap naar een vervolgstudie of werk. In die drie jaar houden de deelnemers twaalf keer een dagboek bij waarin ze noteren wanneer ze bezig zijn met hun interesse, hoe belangrijk deze voor ze is, wat ze aan het doen zijn, hoeveel tijd ze daaraan besteden en met wie ze omgaan. ,,Een studente vult bijvoorbeeld in dat zij bezig is met de voor haar belangrijke scheikunde-interesse, maar dat het college oersaai is,’’ aldus Sanne. ,,Door van moment tot moment te kijken, kunnen we ook zien hoe nieuwe interesses ontstaan. Door bijvoorbeeld een college dat de nieuwsgierigheid in een nieuw onderwerp zodanig aanwakkert, dat de student er informatie over opzoekt of er met vrienden over praat.’’

Ik verwacht dat veel studenten meerdere interesses hebben, die ze niet altijd kwijt lijken te kunnen in één studie.

Multidisciplinaire aard  

,,Als mijn onderzoek het vermoeden bevestigt dat studenten met meerdere interesses deze niet kwijt kunnen in één studie, roept dit de vraag op hoe we onze studies willen inrichten of presenteren. Kijk naar de opleiding psychologie, waarin iemand ook zijn medische en wiskundige interesse kwijt kan. De rol van de hersenen en statistische kennis komen in de studie immers ook aan bod. Het zou goed zijn om de multidisciplinaire aard van een studie sterker te benadrukken.’’

Interesses aanwakkeren

,,Binnen de onderwijswetenschappen gaat veel aandacht uit naar hoe je onderwijs zo kan inrichten dat het leren optimaal bevorderd wordt’’ vervolgt Sanne. ,,Het is sterk gericht op bekwaming en toetsing en minder op het individu. We moeten meer aandacht hebben voor de interesses van studenten, die zijn immers de natuurlijke bron van leren. Als je deze kan aanwakkeren of verdiepen, creëer je vanzelf betrokken, nieuwsgierige en lerende studenten. Mijn onderzoek levert hopelijk ook nuttige inzichten op voor voorlichting en matching binnen het onderwijs. Het zou mooi zijn als we praktische instrumenten kunnen ontwikkelen waarmee we het wikken en wegen van studenten beter kunnen begeleiden, zodat iedere student zijn of haar weg vindt.’’ 

Sanne Akkerman studeerde Onderwijskunde in Nijmegen en promoveerde in 2006 aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar Interdisciplinaire samenwerking tussen academici. Hierna werkte zij als universitair (hoofd)docent op de afdeling Educatie aan de Universiteit Utrecht, waar zij promotieonderzoek begeleidde en veel les gaf in de research master Onderwijswetenschappen. Zij verrichtte onderzoek op het gebied van inter-organisationele en interdisciplinaire samenwerking, school-werkovergangen, online peergroepen en sociale media van jongeren, school-thuis-peer-hobby-overgangen en de effecten daarvan op de ontwikkeling van interesses.