Bij gezondheidsbevordering focussen we te vaak op één idee

De faculteit Sociale Wetenschappen verwelkomt regelmatig nieuwe hoogleraren. Wie zijn ze en wat komen ze doen?

Prof. dr. John de Wit wil in zijn onderzoek naar gezondheidsbevordering niet zijn eigen slimheid bevestigen, maar gaat op zoek naar de grotere verbanden.

John de Wit studeerde Psychologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen en promoveerde op het gebied van de public health aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte vanaf 1989 tot 2012 ook al aan de Universiteit Utrecht, eerst bij de toenmalige interfacultaire werkgroep Homostudies en later bij de afdeling Sociale en Organisatiepsychologie. Vanaf zijn promotieonderzoek (naar hiv-preventie) werkte De Wit onder meer als parttime onderzoekscoördinator nauw samen met de GGD Amsterdam, waar al meer dan 30 jaar internationaal toonaangevend onderzoek naar hiv en seksuele gezondheid wordt uitgevoerd. In 2007 werd John de Wit ZonMw-hoogleraar Social Psychology of Health and Sexuality aan de UU en vanaf 2008 was hij hoogleraar-directeur van het Centre for Social Research in Health aan de University of New South Wales (UNSW) in Sydney. Sinds 1 mei is hij terug bij de UU, nu als hoogleraar Algemene Sociale Wetenschappen: Public Health.

Hoe bevalt het, terug bij de UU?

“Goed! Ik heb hier jarenlang gewerkt; mijn ouders en schoonouders worden ouder, dus het was een perfect getimede gelegenheid om terug te komen uit Australië. Internationaal loopt de UU voorop, en het is goed dat hier interdisciplinair onderzoek wordt gedaan. Ook inhoudelijk is het een logische stap. Mijn focus is verbreed van de sociale psychologie naar ASW.”

Waarover gaat je onderzoek?

“Ik interesseer me voor determinanten van gedrag - daar ligt mijn passie. We weten al zo’n 35 jaar hoe je hiv kunt oplopen, maar toch gebruiken veel mensen die kennis niet om zich genoeg te beschermen. Hoe komt dat? Welke beleidskeuzes zijn er gemaakt, en welke aanpak werkt? Ander voorbeeld. In Australië is het aantal rokers de helft lager dan bij ons. Waarschijnlijk speelt mee dat ze daar de accijns daar ieder jaar flink verhogen, en dat je op minder plaatsen mag roken. Niet in huurwoningen, niet op de campus, enz. Wat is de invloed van dat beleid, en zou zo’n interventie ook bij ons werken? We weten vaak niet wat het gedrag van mensen stuurt. Psychologen kijken naar microprocessen, sociologen naar structurele patronen, antropologen naar sociaal-culturele processen, enzovoorts. En daar woeden allemaal disciplinaire strijdjes. Al die wetenschappers menen te weten hoe het zit, maar meestal verklaren al die processen afzonderlijk maar een klein deel. Er zijn geen simpele verklaringen voor complexe problemen. Omvattende verklaringen komen door interdisciplinariteit aan het licht.”

Wat betekent dat voor hoe jij je functie gaat invullen?

“Ik wil opschalen. Bij gezondheidsbevordering focussen we te vaak op één idee. Dikke kinderen? Komt door dit. Roken? Komt door dat. Maar het gaat er niet alleen om dat er een significant onderzoek is dat zo’n verband aantoont, het gaat er vooral om hoe sterk zo’n verband is. Het is een fundamenteel probleem van de wetenschap dat we voortdurend bezig zijn onze eigen slimheid te bevestigen, en daarbij de grotere verbanden soms missen. Ik wil graag wetenschap die verder kijkt dan die ene factor of die knappe hypothese, en die daardoor ook minder gevoelig is voor fraude. En daarna wil ik die kennis vertalen naar aanpakken om mensen te beïnvloeden. Zodat ze gezonder worden.”

Kun je een voorbeeld noemen van onderzoek van jou met ‘maatschappelijke impact’?

“Waarschijnlijk was dat Laat je nu horen, een groot onderzoek naar ongewenste seksuele ervaringen en gedragingen van jongeren. Dat onderzoek hebben we gedaan voor ZonMw als richtinggevend voor vervolgonderzoek, dus daarmee hadden we hoe dan ook impact. Een ander onderzoek ging over het laten vaccineren tegen hepatitis-B. Veel mensen uit risicogroepen doen dat niet. Waarom niet? De overheid maakte de inenting gratis, maar dat hielp nauwelijks. Wat bleek? Die mensen wisten niet dat ze tot de risicogroep behoorden. Hoe kom je daar doorheen, hoe kun je die risicoperceptie beïnvloeden zodat mensen zich wel laten vaccineren? In dit onderzoek hebben we ook stappen gezet in gezondheidscommunicatie en laten zien dat een persoonlijk narratief verhaal van patiënt meer invloed heeft dan statistieken. Daar is een heel inspirerend EU-uitwisselingsprogramma op het gebied van narratieve gezondheidscommunicatie. Dat gaan we nu proberen om te zetten naar een Europees onderzoeksprogramma.”

Wat zou je doen als je geen wetenschapper zou zijn?

“Advocaat zijn, dat lijkt me leuk! Helder redeneren, beïnvloeden, een punt maken. Ik hou van een snel en scherp debat, van spitsvondigheid, creativiteit en snelheid.”

Wie bewonder je?

“Ik kan eigenlijk niet een specifiek persoon bedenken die ik bewonder; dat past ook niet zo bij me. Ik kan wel ontzettend onder de indruk raken en geëmotioneerd worden van mensen die goede dingen doen in moeilijke omstandigheden. Gewone mensen die opkomen voor iemand die lastig gevallen wordt, of die zich inzetten voor vluchtelingen, omdat ze vinden dat dat hoort. We kunnen alleen maar hopen dat we ook zo’n goed moreel kompas hebben als het er echt op aankomt."