“RDM Support voegde een unieke feature toe aan de OceanParcels code. Zo visten we funding voor een nieuw project binnen”

Wetenschappers van de Universiteit Utrecht ontwikkelden het computerprogramma OceanParcels, dat laat zien hoe plastic, bacteriën en andere deeltjes zich bewegen door de oceaan. Om een nieuwe feature toe te voegen, hadden ze complexe algoritmes nodig. Daarom riep het team de hulp in van RDM Support. Dat wierp z’n vruchten af: dankzij de code kregen ze financiering voor nieuw onderzoek.

Op veel plekken op onze aardbol spoelt plastic aan op het strand. De vraag is: waar komt dit afval vandaan? Om daarachter te komen, bouwden hoogleraar Oceanografie Erik van Sebille en zijn collega’s een computerprogramma: OceanParcels

“Het is een pakket van programmeercodes, dat wetenschappers kunnen downloaden”, vertelt Van Sebille. “Daarmee kunnen ze zelf computerprogramma’s schrijven. Met OceanParcels kun je nabootsen hoe plastic deeltjes door de oceaan bewegen. Zo kom je er bijvoorbeeld achter wiens plastic op welke plek eindigt. Maar je kunt OceanParcels ook gebruiken als je onderzoek wilt doen naar plankton, bacteriën of andere deeltjes in de oceaan.”

RDM Support had ons al eens eerder geholpen. Toen ik vertelde wat we wilden bereiken, waren ze meteen enthousiast om met dit vraagstuk aan de slag te gaan.

OceanParcels is niet het enige computerprogramma in z’n soort. Maar sinds kort heeft de Utrechtse software wel een unieke feature. “We konden al verschillende deeltjes tegelijk door de oceaan laten bewegen”, zegt Van Sebille. “Maar het lukte niet om te simuleren hoe die verschillende deeltjes elkáár beïnvloeden. Die nieuwe feature wilden we toevoegen. Maar dat bleek complexer dan we dachten. We hadden hulp nodig, en daarvoor klopten we aan bij RDM Support.”

Erik van Sebille
Erik van Sebille (fotograaf Robert Oosterbroek)

Overbevissing voorkomen

Waarom wilden de wetenschappers zo’n nieuwe feature toevoegen? OceanParcels werd in eerste instantie gebouwd om onderzoek te doen naar oceaanplastic, vertelt onderzoeker Peter Nooteboom, een collega van Van Sebille. “Maar we wilden ook graag onderzoek doen naar tonijnvisserij. En daarvoor hadden we dit nieuwe stuk code nodig.”

Dat zit zo: om tonijn te vangen, gebruiken vissers een speciale soort drijvende boeien. “Die laten ze op zee dobberen”, legt Nooteboom uit. “Tonijnen komen op die boeien af en de vissers vangen daardoor veel meer tonijn. Maar wetenschappers gebruiken cijfers uit de visvangst ook om in te schatten hoeveel tonijn er in de oceaan zit. Door de boeien raakt dat beeld vertekend.”

Je weet minder goed hoeveel vis er nog op andere plekken zwemt, verduidelijkt hij. “Het gevaar is dat er veel minder tonijn in de oceaan zit dan we denken– en we daar te laat achter komen. Wij wilden daarom met de computer nabootsen hoe de aanwezigheid van de boeien het gedrag van tonijnen beïnvloedt.”

Maar we wilden ook graag onderzoek doen naar tonijnvisserij. En daarvoor hadden we dit nieuwe stuk code nodig.

Ingewikkelde algoritmes

De onderzoekers legden hun vraag om de code van OceanParcels uit te breiden voor aan research engineers Raoul Schram en Roel Brouwer van RDM Support. Van Sebille: “Zij hadden ons al eens eerder geholpen. Toen ik vertelde wat we wilden bereiken, waren ze meteen enthousiast om met dit vraagstuk aan de slag te gaan.”

Zelf programmeren Van Sebille en Nooteboom natuurlijk ook. Maar, zegt de hoogleraar, deze vraag was een stuk ingewikkelder. “Voor de nieuwe code hadden we heel andere algoritmes nodig. En wij zijn uiteindelijk oceanografen, geen ict’ers.”

Om zoiets slim aan te pakken, had Van Sebille weer de boeken in moeten duiken. “De mensen van RDM Support hebben die kennis al in huis. Bovendien weten zij beter wat voor soort algoritmes er bestaan, en hoe je zo’n project efficiënt aanpakt. Dat scheelde ons veel tijd.”

Samen op verkenning

Het is waardevol, zegt hij, om hulp te krijgen van mensen die technisch onderlegd zijn, maar tegelijkertijd ook snappen hoe de academische wereld werkt. “Huur je een commercieel bedrijf in om software te bouwen, dan moet van tevoren heel precies duidelijk zijn wat je voor ogen hebt. Het fijne van de mensen van RDM Support is dat ze met je meedenken vanuit hun academische kennis en ervaring.”

Medewerkers van RDM Support zijn zelf ook wetenschappers, benadrukt Van Sebille, waardoor ze begrijpen dat je in de beginfase nog niet precies weet wat de uitkomst gaat zijn. “Je bent samen verkennend aan het bouwen.”

Peter Nooteboom, onderzoeker bij de faculteit Bètawetenschappen
Peter Nooteboom (fotograaf Annemiek van der Kuil, PhotoA)

Nieuwe financiering

Terwijl de research engineers van RDM Support aan de nieuwe code werkten, voerde Van Sebille gesprekken met het SPC, een internationale onderzoeksgroep op de eilanden in de Stille Oceaan. “Zij waren erg geïnteresseerd in OceanParcels, en met name in de nieuwe feature die RDM Support bouwde. De vraag hoeveel vis er in de oceaan zit, is voor hen heel belangrijk, want de economieën van de eilanden zijn afhankelijk van de visserij.”

SPC besloot het Utrechtse onderzoek naar tonijnvisserij te financieren. Het nieuwe stuk code gaf de doorslag om die samenwerking aan te gaan, benadrukt Van Sebille. “Pas toen de code af was, is ons contract getekend. De tijd en energie die we in de uitbreiding van OceanParcels investeerden, betaalden zich dus meteen terug.”                                                          

Onderzoeker Peter Nooteboom voerde het onderzoek uit. Met behulp van de vernieuwde OceanParcels-software bouwde hij een computersimulatie, waarin zowel de tonijn als de drijvende boeien terugkomen – én hoe die twee elkaar beïnvloeden. “Zo komen we erachter hoeveel tonijn er in werkelijkheid in de oceaan zit. Die informatie gebruiken overheden om nieuwe afspraken te maken rondom duurzame visserij. En dat helpt te voorkomen dat de oceaan wordt leeggevist.”

Geen black box

Nu het eerste tonijnonderzoek bijna klaar is, kijkt het team al naar een vervolg. Nooteboom: “We willen graag onderzoeken op welke manieren vissers zoal te werk gaan. Hoe kun je op een duurzame manier vissen, dus zonder dat je de oceaan leegvist? Ook daarvoor heb je deze code nodig.”

Bij die vervolgonderzoeken kunnen de oceanografen zelfstandig verder, zonder begeleiding vanuit RDM Support. Dat was ook de bedoeling, zegt Van Sebille. “Samenwerken met RDM Support is echt co-creatie. Zij doen het technische werk, maar het is belangrijk dat je als opdrachtgever betrokken bent bij de inhoud. Zodat de code geen black box voor je is.”

Nooteboom: “Zelf heb ik intussen nieuwe aanvullingen gedaan in de code. Dat ging hartstikke goed. Maar als we toch nog vragen hebben, of bijvoorbeeld een bug tegenkomen, kunnen we Roel en Raoul altijd bellen.”

 

Meer over OceanParcels

Het softwarepakket OceanParcels is ontwikkeld door het Institute for Marine and Atmospheric research, onderdeel van de Universiteit Utrecht. De software is open source; dat betekent dat iedereen vrij is om de code te gebruiken én aan te passen. Zie ook: