Onderzoek naar ruimtelijke cognitie bijeengebracht in boek

Rijk bedeeld met subsidies. Artikelen in vooraanstaande wetenschapsbladen. Aan aandacht en erkenning voor het onderzoek van de Utrechtse neuropsychologen geen gebrek. Nu komt de Utrechtse groep met een overzicht van hun bevindingen op het gebied van ruimtelijke cognitie, bijeengebracht in het boek Neuropsychology of Space.

Initiatiefnemer en redacteur van het boek Albert Postma, hoogleraar Klinische Neuropsychologie aan de Universiteit Utrecht, weet als geen ander hoe ruimtelijke cognitie bij de mens werkt. En hoe het soms níet werkt, waardoor mensen letterlijk de weg kwijtraken. “Dat kan op zijn minst hinderlijk zijn in het dagelijks leven. Na de boodschappen je auto niet direct kunnen vinden op de parkeerplaats bijvoorbeeld. In een van mijn onderzoeken bleek ongeveer 1 op de 6 mensen na een bezoek aan het winkelcentrum een behoorlijke omweg te maken naar hun geparkeerde auto.”

Hersenbeschadiging

Bovengenoemde hinder valt in het niet bij de moeilijkheden die mensen met een hersenbeschadiging kunnen ondervinden als zij zich ruimtelijk moeten oriënteren. Ook hierover schrijven de Utrechtse auteurs in Neuropsychology of Space. Mede-redacteur Ineke van der Ham: “Mensen die een beroerte hebben gehad blijken niet zelden een navigatiestoornis te hebben. Ze verdwalen daardoor regelmatig. Er is geen enkel programma, nationaal noch internationaal, dat deze mensen bij dit probleem kan helpen. Maar wij hebben een oplossing.”

Navigeren

Van der Ham legt in het boek uit dat mensen op twee manieren navigeren. Egocentrisch of allocentrisch. “In het eerste geval nemen mensen zichzelf als middelpunt van de ruimte. Bij allocentrisch gebruik je de constellatie van de omgeving om de weg te vinden.” Bij hersenbeschadiging is veelal een van de twee strategieën niet langer functioneel. “Met trainingen in virtuele omgevingen helpen wij mensen die deze navigatiestoornis hebben opgelopen de strategie toe te passen die nog wél werkt. Zo zullen zij minder vaak en minder snel verdwalen.”

Blindheid

De onderzoekers beschrijven in hun boek ook uitvoerig de gevolgen van blindheid op ruimtelijke oriëntatie. Postma maakt duidelijk dat het gemis van het visuele zintuig evident is wanneer het bijvoorbeeld op navigatie aankomt. “Wel kunnen soms de overige zintuigen gevoeliger worden, bijvoorbeeld de tastzin. We laten zien dat het hersendeel dat normaal belast is met de verwerking van visuele prikkels, bij blindheid tastfuncties kan gaan uitvoeren.”

Te Koop

Het boek telt in totaal tien hoofdstukken, die tezamen de huidige stand van het wetenschappelijke, en in het bijzonder het Utrechtse, onderzoek naar ruimtelijke cognitie weergeven. Het boek is onder meer te koop via de website van uitgever Elsevier.

Op 24 februari 2017 organiseren de Utrechtse neurowetenschappers een symposium over  oriëntatie en desoriëntatie in de ruimte.

Meer informatie
Persvoorlichting faculteit Sociale Wetenschappen, 030-253 4027, r.a.b.vanveen@uu.nl