20 procent gebruik ADHD-medicatie tieners om niet-medische redenen

Onderzoek onder 777 Utrechtse middelbare scholieren

ADHD-geneesmiddelen

Van alle middelbare scholieren in Nederland met ADHD-medicatie, slikt naar schatting een op de vijf een middel als methylfenidaat om niet-medische redenen, bijvoorbeeld om de schoolprestaties tijdens examenperiodes te verbeteren. Ook het verminderen van stress, beter contact kunnen maken, je lekkerder of high voelen zijn redenen voor het niet-medisch gebruik van deze middelen. Dit blijkt uit onderzoek van farmaceutisch wetenschappers van de Universiteit Utrecht, waarover het Pharmaceutisch Weekblad deze week bericht. Exacte cijfers over het niet-medisch gebruik van ADHD-geneesmiddelen onder middelbare scholieren in Nederland zijn er volgens de onderzoekers niet. 

Het onderzoek naar het gebruik van stimulerende middelen door middelbare scholieren, zoals ADHD-geneesmiddelen, drugs en alcohol, werd vorig jaar uitgevoerd op zes scholen in de provincie Utrecht. In totaal vulden 777 jongeren in de leeftijd van 11 tot 19 jaar een online vragenlijst in. De cijfers wijzen uit dat het recreatief ADHD-medicatiegebruik onder scholieren in Nederland lager is dan in de Verenigde Staten en Canada, waar eerder studies werden uitgevoerd onder scholieren en studenten.

11.000 'recreatieve' gebruikers

Van de Utrechtse scholieren de de vragenlijst invulden, gebruikte 6 procent ADHD-medicatie. Negen gebruikers gaven aan de medicatie niet op recept van een arts te hebben gekregen. Extrapolatie van deze cijfers naar middelbare scholieren in heel Nederland, leidt tot mogelijk 11.000 ‘recreatieve’ gebruikers van ADHD-geneesmiddelen, wat neerkomt op 20 procent van alle gebruikers, aldus onderzoekers dr. Ellen Koster, Lydia de Haan, prof. Marcel Bouvy en dr. Rob Heerdink van Pharmacoepidemiology and Clinical Pharmacology. Het percentage niet-medische gebruikers in Nederland is waarschijnlijk nog hoger, wanneer ook naar volwassenen en jongere kinderen gekeken wordt. 

Niet geheel representatief

De onderzoekers van de Universiteit Utrecht noemen het opvallend dat vooral jongeren van Nederlandse afkomst (96%) de vragenlijst invulden en dat het merendeel afkomstig was uit havo- (23%) of vwo-klassen (42%). Het onderzoek is daarmee niet geheel representatief voor alle Nederlandse scholieren. Uit andere studies blijkt namelijk dat laagopgeleide mensen vaker drugs gebruiken, waardoor de kans groot is dat ook het mogelijk recreatief gebruik van methylfenidaat in deze groep hoger is.

Ook vaker tabak, alcohol en drugs

De meeste jongeren (bijna 80%) gaven aan wel eens medicijnen gebruikt te hebben, variërend van een antibioticakuur en anticonceptiepil tot inhalatiemedicijnen voor astmaklachten. 6% zei ADHD-middelen gebruikt te hebben. De meesten kregen die voorgeschreven door een arts; bij negen gebruikers was dit niet het geval. Gebruikers van ADHD-medicatie (zowel op recept als voor recreatief gebruik), consumeren ook vaker tabak, alcohol en drugs dan jongeren die geen ADHD-medicatie gebruiken. 

Gebruik aanzienlijk gestegen

Het gebruik van medicatie voor ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen onder zowel kinderen en tieners als volwassenen. De stoornis wordt gekenmerkt door concentratieproblemen, onrust (zowel geestelijk als lichamelijk) en impulsief gedrag. Patiënten worden behandeld met stimulantia om zich beter te kunnen concentreren op school en om rustiger te worden, waardoor ze minder snel worden afgeleid en minder behoefte hebben om op zoek te gaan naar stimulerende impulsen.