Kabinet bestemt €200 miljoen voor Holomicrobioom Instituut

Het Nederlandse kabinet heeft €200 miljoen uit het Nationaal Groeifonds toegekend aan een publiek-privaat consortium dat onderzoek gaat doen naar ‘microbiomen’ en economisch interessante toepassingen daarvan. De subsidie uit het Groeifonds, bovenop €150 miljoen die de tientallen consortiumdeelnemers zelf bijdragen, ondersteunt de komende tien jaar de activiteiten van het op te richten landelijke Holomicrobioom Instituut.

In het consortium werken tien Nederlandse universiteiten, vijf universitair-medische centra (waaronder de faculteit Diergeneeskunde), vier hogescholen en veel andere kennisorganisaties samen met tientallen kleine en grote bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Internationale koppositie

Dankzij het nieuwe Instituut zal Nederland zijn internationale koppositie kunnen versterken op het gebied van kennis over ‘microbiomen’ ― gemeenschappen van micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en virussen die essentieel zijn voor de gezondheid van mensen, dieren, planten en het milieu. Die kennis levert veel toepassingen op, die zullen bijdragen aan duurzaam verdienvermogen én aan gezondheid, duurzaamheid en circulariteit in Nederland.

Het kabinet nam het financieringsbesluit op advies van de onafhankelijke Adviescommissie Nationaal Groeifonds. In haar advies schrijft die commissie de economische en maatschappelijke potentie van het microbioom-onderzoeksveld, de sterke wetenschappelijke uitgangspositie van Nederland en de vernieuwende domein overstijgende aanpak en betrokkenheid van het bedrijfsleven te zien.

Het deel van de Groeifonds-toekenning dat is bestemd voor de tweede helft van de planperiode (€140 miljoen) is toegekend onder voorwaarde van positieve uitkomsten op enkele criteria aan het eind van de eerste fase.

Domein- en sectoroverstijgend

Het Holomicrobioom Initiatief is wereldwijd uniek omdat het microbioomonderzoek uit alle wetenschapsdomeinen en bedrijfssectoren in één instituut samenbrengt en in elkaar schuift. Op dit moment gebeurt dat onderzoek nog verspreid over gescheiden medische, diergeneeskundige, landbouwkundige en watergerichte sectoren.

Door die verkokering blijft nu veel kennis liggen, maar blijft ook onzekerheid bestaan over hoe complexe microbiomen in diverse sectoren ook elkaar beïnvloeden. Micro-organismen verplaatsen zich immers tussen bodems, gewassen, voedingsproducten, watermilieus, (landbouw)huisdieren en mensen. Een gezamenlijke, geïntegreerde aanpak gaat zorgen voor innovatieve toepassingen van micro-organismen, en tegelijk duidelijkheid geven over veilige implementatie daarvan.

Innovatieve microbiologische toepassingen

Nieuwe microbiologische toepassingen kunnen uiteenlopen van milieuvriendelijker gewasteeltmethoden tot verbeterd veevoer, van gezondere voeding tot verminderd antibioticagebruik, van maatregelen tegen watervervuiling tot beperking van de uitstoot van broeikasgassen en meststoffen (zoals stikstof) naar het milieu. Sommige van deze microbiologische toepassingen kunnen oude, op chemicaliën gebaseerde benaderingen vervangen.

‘Het Holomicrobioom Instituut gaat voor het eerst kijken naar microbiomen in een compleet voedselsysteem. Het verbindt kennis over plekken die tot nu toe los werden onderzocht, en wetenschappelijke werelden die nu nog apart van elkaar werken’, aldus prof.dr. Marten Smidt, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en coördinator van het initiatief. ‘Dat gaat bedrijven helpen om te innoveren, en overheden om regels te ontwerpen die de toepassing van zulke innovaties mogelijk maken.’

Uitdagingen in de veehouderij

De uitdagingen in de veehouderij zijn groot en dit zal de de komende jaren een belangrijk thema blijven. Kennis rond het microbioom heeft veel potentie om innovatieve oplossingen te genereren. We weten steeds beter dat er grote verbanden bestaan tussen gezondheid en welzijn, maar ook tussen milieubeinvloeding en het holomicrobioom. We weten echter nog nauwelijks hoe we het microbioom zelf kunnen beïnvloeden of optimaal kunnen inzetten. De faculteit Diergeneeskunde (samen met Wageningen University & Research) gaat fundamentele kennis in het dierlijke domein uitdiepen en ontwikkelt, samen met andere publieke en private partners, toepassingen met impact op een dierwaardige houderij.