Heup en buik beter inschatten in virtuele wereld

Patiënten met anorexia hebben een aanhoudend verstoord lichaamsbeeld. Buik en heupen worden bijvoorbeeld groter ingeschat dan ze daadwerkelijk zijn. Dat beeld aanpassen, is een van de uitdagingen die experimenteel psycholoog Anouk Keizer van de Universiteit Utrecht is aangegaan. Met een Virtual Realtity bril, waarvoor de software ontwikkeld is door Ordina, is het haar recent gelukt om anorexiapatiënten hun lichaam toch realistischer in te laten schatten. Haar bevindingen zijn vandaag verschenen in PLOS ONE.

Analoog aan de ‘rubberen hand illusie’, waarbij mensen een rubberen hand door aanraking gaan ervaren als hun eigen hand, heeft Keizer een Full Body Illusion gecreëerd. Een illusie die het hele lichaam van de anorexiapatiënt omvat, in een virtuele wereld. De Utrechtse onderzoekster: “We weten al dat anorexiapatiënten na het experiment met de ‘rubberen hand illusie’ de omvang van hun eigenlijke hand beter inschatten. Nu wilde ik zien of we zoiets ook voor elkaar kregen met lichaamsdelen waar zij zich zorgen om maken, de lichaamsdelen die zij altijd te groot inschatten: hun heupen en buik bijvoorbeeld.”

VR-bril

De deelnemende patiënten kregen een Virtual Reality bril op. In de hun voorgeschotelde virtuele wereld zagen zij hun virtuele lichaam. De onderzoekster streek met een kwastje over de werkelijke lichaamsdelen van de deelnemers. Tegelijkertijd zagen zij dat dezelfde, virtuele lichaamsdelen ook met een kwastje werden aangeraakt. Zo is de Full Body Illusion gevormd.

Dunner inschatten

Zowel voor als na het ervaren van deze illusie is de deelnemers gevraagd om de omvang van onder meer hun buik en heupen in te schatten. De anorexiapatiënten beoordeelden deze lichaamsdelen na de illusie realistischer dan voor het ondergaan van de illusie. Zelfs enige tijd, ongeveer drie uur, na de Full Body Illusion schatten zij de lichaamsdelen nog altijd dunner in.

Extreem lastig

Keizer stelt dat deze bevinding bijzonder is. “Het is extreem lastig om anorexiapatiënten een ander beeld van hun eigen lichaam te geven. Dat is ons nu wel gelukt, zelfs voor lichaamsdelen waar de patiënten zich erg veel zorgen om maken zoals de buik en de heupen.”
De experimenteel psychologe geeft aan dat haar onderzoek geenszins een afgeronde therapie is voor de patiënten. “Het is misschien een eerste stap in het wijzigen van het lichaamsbeeld van deze patiënten.” Ook moet nader onderzoek uitwijzen wat het mechanisme is van deze gewijzigde lichaamsbeleving.

Meer informatie
Persvoorlichting faculteit Sociale Wetenschappen, 030-253 4027, r.a.b.vanveen@uu.nl.